Als klein meisje aan mijn moeders hand door Hoog Catharijne, even het hondje van bloemenzaak Josy aaien. Langs mijn vaders speelgoedkraam op Achter Clarenburg, naar De Slegte voor een nieuw boek en naar MADO voor mijn eerste vulpen. Er is veel veranderd in het winkelaanbod sinds de jaren negentig; veel speciaalzaken van toen, bestaan niet meer. De overgebleven zaken, krijgen een podium in de wekelijkse rubriek Utrechtse Zaken. Deze week, deel 2, Ria’s Fournituren

Door Zita Eijzenbach - Verscholen in de smalle Zakkendragerssteeg tussen het Vredenburg en de Oudegracht, zit het kleine handwerkwinkeltje van Ria. De etalages ogen kalm, maar binnen is het een wonderlijk geordende chaos van duizenden kleine frutsels en kleuren. Achter de toonbank een stel dames van - niet nader te noemen - boven de vijftig, alleskenners wat betreft quilten, breien, haken, steken, knopen, borduren en naaien.

Afgelopen week bestond het winkeltje precies 26 jaar. Het is gevuld met ontelbaar veel verschillende knopen in plastic kokers, stof, vilt, wol, tule, brei- en haaknaalden, lint en kraaltjes in alle soorten en maten en opstrijkbare applicaties van allerlei figuren; zelfs een van een bruine beer met een golfclub in zijn poten.

“Bikinisluitingen, naaigaren, ijzeren baleinen, flockletters, bh-beugels; je kunt het zo gek niet bedenken, of we hebben het liggen!” zegt eigenares Ria de Korte-Bakkers van Ria’s fournituren.

Coupeuse

Rond haar twintigste trouwt de Brabantse en volgt ze haar man naar Utrecht - waar hij gaat studeren - en zelfs naar Canada, waar hij zijn afstudeerproject doet. Ze vindt er zelf haar weg niet, maar hem bevalt het land zo goed, dat hij na zijn afstuderen niet terug wil naar Nederland. “Maar dat was niet de afspraak!”, lacht Ria, dus keert ze alleen terug.

Jaren later trouwt ze opnieuw en gaat ze bij Modevakschool Ensaid aan de Tolsteegsingel als lerares coupeuse aan het werk. “Je kunt ook zeggen ‘als naaijuffrouw’, maar daar zijn al zo veel grapjes over gemaakt!


Waarom niet?

Wekelijks geeft Ria les in handwerken, tekenen en werken met tal van stoffen en materialen aan zo’n honderd leerlingen. Zelf stopt ze ook niet met bijscholen. Bij Harry Scheltens volgt ze de cursus hoedenmaken.

“Mijn leerlingen kochten hun materialen bij Ria de Groot aan de Oudegracht. Toen zij haar winkeltje sloot, vroegen mijn leerlingen mij waar ze nu hun inkopen moesten doen. Zonder er veel over na te denken, grapte ik dat ik dan zelf maar een winkeltje in fournituren moest beginnen.
’s Avonds vertelde ik mijn man over het gesprek met mijn leerlingen die middag. Hij keek me aan en vroeg: ‘Waarom niet?’”

Op 9 september 1989 is het dan zover: Ria opent haar winkel in de Zakkendragerssteeg, neemt twee verkoopsters in dienst en draait op de eerste dag een omzet van zeventien gulden vijftig.

Ik draaide weken van tachtig uur; 52 uur winkeltijd en daarnaast nog de administratie en de inkoop. Winst maakte ik niet de eerste tijd, maar gelukkig had mijn man ook een vaste baan en waren we niet volledig afhankelijk van de omzet van de winkel.

Nog altijd is het een vak van dubbeltjes en kwartjes. Veel klanten en veel uitleg, maar vaak gaat het om kleine bedragen. Soms denk ik weleens, ‘misschien kan ik beter op de markt gaan staan, want dan zijn de kosten voor het pand er niet.’, maar hier sta je ’s winters droog en 's zomers is er airco!"

Destijds was een ondernemersdiploma verplicht, wanneer je een eigen winkel had. Je leerde boekhouden en zakelijk denken en werd gewaarschuwd voor alle risico’s die een eigen onderneming met zich meebracht. Nu is het diploma niet meer verplicht en kan iedereen die dat wil morgen nog een eigen zaak beginnen. Zonde: ik heb veel winkels zien komen en zien gaan in de steeg.”

Een jaar na de opening zijn op de zaterdagen vijf verkoopsters nodig om alle klanten te helpen. Het gaat goed met de winkel, maar dan volgt een zware domper voor Ria. Bij een inbraak wordt voor tienduizenden guldens aan scharen, kanten kragen en rollen vlieseline meegenomen. Eenmaal binnen, hebben de dieven alle tijd, omdat er geen alarm in de zaak is.
“Ze voelden zich blijkbaar zo welkom, dat ze achter in de winkel in alle rust nog een soepje hebben staan maken! Het was echt van de zotte!”

Ria’s Fournituren over tien jaar

Binnenkort zullen de artikelen uit de winkel ook via een webshop te koop zijn. Een plan van schoondochter Sabine, die de zaak over een paar jaar zal overnemen.

Ze had eerst maar weinig met het handwerk, dus ik heb het wel wat aangewakkerd. Of het straks nog steeds ‘Ria’s Fournituren’ zal heten, weet ik niet; dat is aan Sabine.
Ik zal minder gaan werken, maar - mits de gezondheid van mijn man en mij dat toelaat - wel altijd beschikbaar blijven voor de winkel. Lesgeven was mijn eerste liefde, maar de winkel is wel nog steeds mijn kindje.

De zelfmaakmode gaat flink achteruit als rond het jaar 2000 goedkope kleding uit lage-lonenlanden zijn weg naar Europa vindt. Tegenwoordig is haken en breien weer populair en heeft Ria klanten van alle leeftijden en achtergronden in de winkel; van nonnen tot schoolmeisjes stappen ze over de drempel. Mensen die overdag met hun hoofd moeten werken, zoeken - volgens Ria - ’s avonds juist ontspanning in creativiteit en handwerk.

Tegenwoordig krijg je waardering als je zelf iets hebt gemaakt. Dan is het knap, als je iets kunt maken. Vroeger was naailes standaard op school en was het niet meer dan normaal dat je zelf je kleding kon maken en herstellen. Er komt nu wel eens iemand in de winkel die niet weet hoe je een knoop aan moet zetten. Dan denk ik: ‘Je kunt toch zeker ook een ei bakken?!
Naailes voor kinderen is echt een positieve ontwikkeling; de lessen zijn zo in trek dat er zelfs wachtlijsten voor zijn in de stad!
Mijn kleindochter is ook al geïnteresseerd in handwerk; ze maakt graag een tas van een oude spijkerbroek en wil me helpen als ik zelf iets aan het maken ben. Wellicht dat zij het uiteindelijk weer van haar moeder overneemt; het zou mooi zijn, als deze investering in de familie blijft!”

Niet alles was vroeger beter. Tegenwoordig zijn er behoorlijk wat foefjes op handwerkgebied. Ergonomische vingerhoedjes bijvoorbeeld; niet langer van ijzer of zilver, maar van siliconen. En haaknaalden die meebuigen; dingen waar net iets langer over nagedacht is en die beter passen. Echte ‘verwennerijtjes’ noem ik dat!