Dinsdag 1 mei 1945 - In het dorpje Achterveld, in de buurt van Amersfoort, zijn gisteren besprekingen gehouden tussen de Duitse bezetter en de geallieerden. Het doel was om, vooruitlopend op de capitulatie van de Duitsers die alom wordt verwacht, maatregelen af te spreken om een eind te maken aan de hongersnood in West-Nederland.

Onder leiding van de Amerikaanse generaal Bedell Smith sprak een geallieerde delegatie urenlang met de Duitsers, die werden aangevoerd door rijkscommissaris Seyss-Inquart. Dergelijk overleg op dat hoge niveau heeft tijdens de oorlog nog niet eerder plaatsgehad.

Het is de uitdrukkelijke bedoeling dat de geallieerden zullen afzien van een militaire aanval op West-Nederland. In ruil daarvoor moeten de Duitsers toestaan dat er vanaf morgen voedsel naar de steden zal worden gebracht. Dat gebeurt op twee manieren: per vliegtuig en over de weg.

De komende dagen zullen er geallieerden vliegtuigen laag overvliegen om voedselpakketten te droppen op speciale terreinen aan de randen van de steden. Ook in Utrecht zal dat gebeuren, vermoedelijk morgen, op woensdag 2 mei. Verder mogen de geallieerden per dag 1000 ton voedsel met vrachtwagens naar de steden rijden. In Utrecht is het complex van de Groentenveiling aan de Croeselaan aangewezen als voorlopige verzamelplaats van voedsel.

Het waren grote delegaties die in de Sint Josephschool in Achterveld dit geheime overleg hebben gevoerd. Als adviseurs van de geallieerden waren de hoge ambtenaren Hischfeld en Louwes aanwezig, alsmede de bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, Prins Bernhard. Hij kreeg van twee meisjes bloemen aangeboden, voor zijn vrouw die gisteren 36 jaar is geworden. De prins gaf toe dat hij in de drukte de hele dag nog niet aan de verjaardag van zijn vrouw had gedacht.