Hoe beleven we Utrecht? In een serie interviews praat Louis Engelman met inwoners over hun stad. Dit keer met Kim Nelissen.

De titel ‘Klimaatburgemeester van Utrecht’ klinkt indrukwekkend. Maar Kim Nelissen (44) moet zelf een beetje lachen om de status die ze sinds oktober vorig jaar heeft. ‘Ik houd het low profile’, zegt ze, ‘hoewel ik het wel heel leuk vind omdat ik veel met het klimaat en de natuur bezig ben.’

Haar burgemeesterschap vult ze op beperkte schaal in. ‘Vooral door veel tips te geven over hoe je je omgeving kunt vergroenen en wat je kunt doen om duurzamer te leven.’

Die activiteiten ontplooit ze momenteel in de eerste plaats in haar woonwijk Lombok, omdat een evenwichtsprobleem haar verhindert om veel op pad te gaan. Toch deelde ze ook stadsbreed haar expertise in het gemeentelijke geveltuinenproject. En via haar website ‘Moesmeisje’ en een eigen YouTube-kanaal geeft ze veel tips over moestuinieren. Bijna tienduizend belangstellenden uit Nederland en België volgen haar daarnaast op Instagram, waar ze laat zien hoe je ook in de stad al op heel kleine oppervlaktes een moestuintje kunt aanleggen.

Kleurrijk geveltuintje in Lombok. Foto: Louis Engelman

Haar groene vingers kreeg Kim als kind ongeveer aangereikt. ‘We hadden in Waalre nabij Eindhoven een heel grote tuin. Met een soort bos achterin. Mijn ouders kweekten er van alles in een moestuin. En mijn vader liet me altijd meehelpen.’

De belangstelling voor de natuur leidde haar naar een studie sociale geografie in Utrecht, waar ze als specialisatie koos voor de problematiek in ontwikkelingslanden.
Vanuit Lombok (in 1999 eerst in een studentenhuis en later in een klein eigen appartementje bezocht ze voor studie-onderzoek en uit interesse vele plekken op de wereld. Toch voelt ze zich vooral Utrechter. ‘Daar woon ik nu al langer dan in Brabant.’

Over haar persoonlijke betrokkenheid bij de klimaatkwestie zegt ze: ‘Soms denk ik: het is te groot, het heeft geen zin. Bedrijven hebben er zoveel meer impact op dan de simpele burger. Maar toch, alle beetjes helpen. Ik probeer daarom mensen te inspireren door het gewoon zelf te doen en te laten zien. Een geveltuintje, een boomspiegeltuin. Ik zie dat men daar blij van wordt. Voorbijgangers die er een praatje over maken, een buurvrouw die ook rondom een boom in de straat een tuintje aanlegt. En een bewoner verderop die er zelfs vier wil adopteren.’

Het is een aanpak die volgens haar het beste werkt. ‘Ik ga niet vingerwijzen naar mensen die dingen niet goed doen. Ik wil laten zien hoe het wel kan. Door bijvoorbeeld tegels uit je tuin te halen en daarvoor in de plaats gifvrije planten neer te zetten die bijen aantrekken. Allemaal kleine dingen die iedereen kan doen. In de hoop dat mensen denken ‘wauw wat leuk’. Zo heb ik het gevoel dat ik zelf in ieder geval iets bijdraag.’

In haar functie van klimaatburgemeester waagt Kim zich niet aan grote onderwerpen als het nut van zonnepanelen of warmtepompen. ‘Ik weet daar simpelweg te weinig van.’ Beter liggen haar de begeleiding van groengroepen en het verfaaien van de wijk. Zelf raapt de regelmatig zwerfafval in de buurt en beheert ze een kleine moestuin aan de Cremerstraat.

Utrecht vindt ze een klimaatpositieve stad. ‘In de twintig jaar dat ik hier woon heb ik de stad echt zien vergroenen. Denk daarbij ook aan het water dat is teruggekomen in de singels. Ik beschouw dat net zo goed als groen, als natuur. Ook wordt er minder gemaaid en gaan overal in plantsoenen bollen de grond in. Qua gemeente hebben we wel een groene insteek.’

Niettemin kan er volgens haar nog wel meer worden gedaan. ‘Ik ben een fan van het ‘tiny forest’. Dat zijn minibosjes midden in de stad, waarbij inheemse bomen die hier goed groeien heel dicht op elkaar worden geplant. Dat trekt vogels aan, egels en allerlei kleine dieren. Voor zo’n bosje is altijd wel ruimte te vinden, onder meer op schoolpleinen. Daar is veel winst te behalen omdat kinderen het erg leuk vinden.’

Uit haar reizen naar ontwikkelingslanden zegt Nelissen te hebben geleerd dat je mensen die weinig geld hebben niet de schuld moet geven van het feit dat ze dingen doen die het klimaat niet ten goede komen. ‘Het is gemakkelijk gezegd dat iedereen zijn huis moet isoleren en een elektrische auto moet rijden. Maar daar moet je dan maar net het geld voor hebben. Ik heb er alle begrip voor dat wanneer je in de bijstand zit en letterlijk elke dag moet zien te overleven, je niet met het klimaat bezig bent. Gewoon omdat je heel andere prioriteiten hebt.’

Zo kijkt ze ook met een kritisch oog naar de plannen om in een deel van Overvecht het gas te vervangen door andere energiebronnen. ‘Als het door een woningbouwcorporatie wordt gedaan en de mensen geen cent meer hoeven te betalen, dan zeg ik: ja. Maar als de huur daarna met honderd euro per maand omhoog gaat dan weet ik niet of ik daar achter sta. We kunnen de rekening niet neerleggen bij de mensen met het minste geld. Die krijg je op die manier dus ook niet mee.’

Op de vraag of burgemeester Sharon Dijksma al eens contact heeft gezocht met de Utrechtse klimaatburgemeester volgt een schaterlach. Kim: ‘Nee, nog niet. Maar wethouder Lot van Hooijdonk volgt mij sinds gisteren op Instagram. Daar ben ik wel trots op.’ In de toekomst zou ik’, zegt ze, ‘het wel leuk vinden om met de gemeente over het klimaat mee te denken. Maar dan meer professioneel. Ik heb een communicatieachtergrond en heb wel ideeën hoe je de mensen het beste kunt bereiken. Bijvoorbeeld door letterlijk te laten zien wat je met een geveltuin kunt doen in plaats van een brief te versturen. Nu zie ik dit jaar als klimaatburgemeester vooral als een soort hobby.’

Aan het gemeentebestuur zou ze al wel de vraag willen voorleggen waarom zoveel grote kantoren in de stad tot ’s avonds laat volop het licht laten branden. ‘Waar is dat voor nodig? Ik vind dat heel raar. Er is niemand meer in het pand, maar op alle verdiepingen brandt het licht nog. Dat snap ik echt niet.’

Ze formuleert het als milde kritiek op ‘een fijne stad met veel groen en een heel mooi oud centrum’. ‘Hoewel het er in de laatste tien jaar veel drukker is geworden. Echt een groot verschil met toen ik hier kwam wonen. En het wordt ook nog steeds voller. Ik ben het er wel mee eens dat je probeert binnen de stadsgrenzen te bouwen omdat je anders rondom Utrecht veel natuur kwijtraakt, maar dat gaat ook wel ten koste van de natuur in de stad zelf.’

Lombok is voor Kim de favoriete wijk. ‘Een soort dorp. Het is hier niet anoniem, ik ken alle buren. Niet dat de mensen zich overal mee bemoeien, maar ze kijken wel naar elkaar om. Ik zeg altijd: als ik niet meer in Utrecht-west kan wonen dan verlaat ik de stad.’

Een Tiny Forest in het plantsoen langs de Cremerstraat. Foto: Louis Engelman