Door Ton van den Berg - Veel, heel veel, valt er nog te ontdekken over de Romeinse historie in Utrecht en omstreken, maar wat bekend is staat nu prachtig op een rij in het mooi geïllustreerde boek ‘Grens van het Romeinse rijk, de Limes in Utrecht’. Zo weten we dat het best bewaarde Romeinse fort (castellum) van Nederland die op het Domplein in de stad Utrecht is.

Dat laatste is misschien voor velen een verrassing, wat valt er dan te zien? Dat valt inderdaad tegen. Er is een stuk muur dat weggestopt zit in een soort kelder achter de muziekschool, er is een vloertje onder café ’t Weeshuis en je kunt wat resten zien als je ondergronds gaat in de toeristische activiteit Domunder. Maar waar het om gaat bij ‘best bewaarde’ is wat we juist niet zien.

Er zijn opgravingen geweest op het Domplein, de eerste in de jaren dertig vorige eeuw, maar veel zijn het er niet geweest. Veel van het fort zit nog steeds ergens onder de grond verstopt. Ook onder de vele gebouwen die op en rond het Domplein staan. Het is er dus wel, maar wij zien het niet. Er is vroeger dan ook nogal eens getwijfeld of er een castellum gestaan heeft, maar daar is iedereen het nu wel over eens.

Opgraving in 1993 op het Domplein met resten van de eeuwenoude Kruiskapel en resten van een Romeinse weg. Foto: HUA

Sporadisch komt er wel eens iets naar boven zoals bij de werkzaamheden voor Domunder. En als dat gebeurt, zal het beschermd worden want daar heeft wetgeving in de loop der jaren wel voor gezorgd. Archeologen kunnen nog gruwen bij foto’s van werkzaamheden in de Servetstraat nog maar enkele tientallen jaren geleden. Daarop te zien zijn resten van de Romeinse castellummuur en hoe die met een grijper tot gruzelementen werd geslagen omdat het in de weg lag bij de aanleg van leidingen.

In het boek worden vier forten in en rond Utrecht besproken. Het feit dat bij het begin van onze jaartelling de Romeinen hier begonnen met de aanleg van forten heeft te maken met de rivier De Rijn die dwars door dit gebied ging en bij Katwijk in de Noordzee uitkwam. Het was voor de Romeinen die besloten hier een natuurlijke grens te trekken.

Een Romeins fort dat vroeger aan de Rijn lag en waar wel veel onderzoek naar gedaan is, is dat bij het gehucht Vechten (Bunnik). Niet dat daar nu op die locatie zoveel van te zien is, maar het is wel het best onderzochte castellum in onze omgeving. Daarom weten de archeologen ook dat het fort, dat de naam Fectio droeg, een van de grotere was en qua bouw afwijkend van andere Romeinse forten langs de noordgrens (de limes) van het Romeinse rijk.

Bijzonder in het boek is te lezen hoe de belangstelling voor de Romeinse resten ontstond met humanisten die in de 16e eeuw wilden weten hoe het zat met de Romeinse beschaving in Nederland. Gevolgd door mensen die later alleen uit waren op het verzamelen van Romeinse artefacten tot en met de tijd van nu met professionele archeologie.

In en rond Vechten zijn in de loop der tijd honderden vondsten gedaan van munten tot en met resten van schoenen en altaars. Veel van dat materiaal is uiteindelijk in musea terecht gekomen (het Centraal Museum herbergt de collectie van het Provinciaal Utrechts Genootschap (PUG) dat in de 19e eeuw ook opgravingen deed). Maar ook is er veel materiaal in de loop der tijd verdwenen. In het boek wordt er niet over gesproken maar van Vechten is bekend dat omwonenden, zoals in Houten en Bunnik, vaak Romeinse vondsten (zoals bij de aanleg van de rijksweg A12) mee naar huis namen.

In het boek wordt wel vermeld dat bij de aanleg van de spoorlijn bij Vechten een grafsteen is gevonden die toebehoorde aan iemand met de naam Secundus. Van die steen is een kopietje in de PUG-collectie te vinden, maar het origineel, dat is er niet meer. De auteurs doen een oproep: “Het zou aardig zijn om te proberen het origineel te traceren”.

Over die auteurs gesproken: Paul van der Heijden, Evert van Ginkel en Erik Graafstal, de eerste twee zijn gedegen schrijvers over het Romeinse verleden in Nederland en met Erik Graafstal hebben zij dé Utrechtse kenner van het Romeinse verleden te pakken. Hij is niet de enige in de Utrechtse stal van archeologen, maar hij is wel de enige die kan zeggen dat hij op 9-jarige leeftijd al op de Hoge Woerd in De Meern stond waar in 1973 onderzoek werd gedaan naar de historie van de Romeinen aldaar. Ook weer zo’n fort waarvan nog lang niet alles bekend is want de meeste geheimen liggen nog onder Castellum Hoge Woerd, het bezoekerscentrum dat op die plek gebouwd is en waar een van de belangrijkste opgravingen in Utrecht, het Romeinse schip De Meern 1, te zien is.

Opgraving aan de Castellumlaan in De Meern in 1974 met rechts de archeologe mw. prof. dr. C. Isings. Foto: J.P.M. Versteeg / HUA

Met de aanleg en bouw van het stadsdeel Leidsche Rijn is veel van de Romeinse historie boven water gekomen. Soms hele bruggen die deel uitmaakten van de zogeheten Limesweg die langs de noordgrens ging. De diverse schepen die in de voormalige Rijn werden gevonden zijn de hoogtepunten.

Het boek besteedt veel aandacht ook aan al die andere plekken en locaties waar de Romeinen zich in en rond Utrecht ophielden. Vondsten die gedaan werden van Wijk bij Duurstede en Werkhoven tot en met Houten en IJsselstein. De Romeinen kunnen we hier nog terugvinden in de resten van voormalige villa’s, badhuizen en in grafvelden.

Het boek is echt een genot om te lezen voor wie van historie houdt. Het idee dat hier op en rond Utrecht een rivier was die soms meer dan honderd meter breed was en waar wachttorens en forten het landschap bepaalden. Het is mooi bijeengebracht in een goed en ook mooi geïllustreerd boek. Klasse.

‘Grens van het Romeinse rijk, de Limes in Utrecht’ met diverse auteurs is een uitgave van Uitgeverij Matrijs en is verkrijgbaar in de boekhandel, kosten 24,95 euro.