De Utrechtse taxichauffeur Marcus van den Heuvel doet via Whats' App verslag aan Nieuws030 van zijn belevenissen in Brasil bij het WK-voetbal.

Wat een feest was het zaterdag zeg, tot diep in de nacht feestgevierd met Brazilieros want ook zij spelen de halve finale. 
En het meeste wat je hoort is dat ze ons dan maar in de finale willen zien.


Nou ik heb liever de Duitsers, alhoewel we ze allebei wel kunnen hebben.
 Het is echt niet omdat ik trots ben om Nederlander te zijn, maar de enige ploeg die een beetje goed voetbalt is toch echt Nederland. Je hoort het hier eigenlijk al sinds de slooppartij tegen Spanje.


Ik heb er al vanaf de loting in december in gelooft. 
Je wint van Spanje, je wint van Australië en je krijgt het moeilijk tegen Chili. 
Het is allemaal uitgekomen.
 Ik had het ook allemaal van te voren ingevuld.
 En wat mij opviel was dat Brazilië niet echt tegen ons wilde loten.
 Dus ook Brazilië werd eerste in de poule.

Nu wordt er vaak gevraagd aan mij hoe ik dit allemaal flik en weet. Ik wil het graag uitleggen. 
Ik loop al een tijdje mee in de voetbalwereld en dan vooral onze eigen FC Utrecht. 
De laatste jaren wat minder, maar de liefde voor onze club zal eigenlijk nooit overgaan.


In 1988 ben ik begonnen om ook het Nederlands elftal te volgen.
 Wij hadden toen eigenlijk een Utregs elftal met Van Basten, Wouters, Van Breukelen, Vanenburg en uiteraard onze tweede man op de bank good old Nol de ruiter.


Vele wedstrijden gezien en op de finaledag tegen Rusland een kaart kunnen scoren. 
Maar mijn toenmalige vriendin vond het totaal geen goed idee dat ik naar binnen ging.
 Ze dreigde zelfs met 'Dan maak ik het uit'. 
Dom en achterlijk dat ik was, verkocht ik mijn kaart. 
Goede winst, maar geen wedstrijd.


Dit nooit meer, dacht ik een paar maanden later. 
Toen kwam Italië in 1990.
 Lekker in mijn eentje op reis. 
Met niemand wat te maken trok ik mijn eigen plan. 
En zo ging het ook in 1994. In 1998 en 2010 ging ik met vrienden op stap.
 Robert van Brakel in de USA en Ad Huffels in Zuid-Afrika.
 Toptijden.


En in al de jaren leer je mensen kennen die in de kaartenhandel zaten en nog zitten.
 Zelf heb ik ook op verschillende EK's en WK's soms wat handel gedreven.
 Opkopen van de verliezende partij en verkopen aan de volgende tegenstander of verkopen aan de Nederlanders. 
Het maakte mij niet uit.


En de reis dan? 
Daar ben ik 4 jaar mee bezig, elke maand 100 euro opzij zetten, en dan heb je een redelijk bedrag op je rekening. 
En wat erg belangrijk is dat je de mensen die je kent in de business altijd warm houdt.
 Bel ze een keer op.
 Je weet nooit wanneer ze jou kunnen helpen. 
Of jij hun.
 Kortom hou je ogen en oren open.

Inmiddels liggen de kaarten voor de halve en finale klaar in Sao Paolo en dan is het eindstation Rio di Janeiro. 
Het beroemde Maracanâ stadion. 
Als klein kind droomde ik er al van om daar OOIT te zitten. 
En uiteraard: Nederland daar wereldkampioen te zien worden. 
Nog 6 dagen en dan weten wij het.


Ik hoef geen rondvaart te zien, want die zag ik al in 1988 op de bank thuis met tranen in mijn ogen.
 Ik wil nu die gouden beker zien, in het stadion. 
En niks meer of minder. Drie finales, en een keer een halve in 1998.
 Het is nu onze beurt. 
Doe het mannen.
 Laat mij huilen van geluk. 
En geef Nederland en Utreg die beker.
 Wesley, just do it.