Nieuws030-lezer Daan Verhoeven, een personage van schrijver Raymond Taams, publiceert het dagboek dat hij bijhield gedurende de Cookie-crisis in januari van dit jaar.

zondag 10 januari 2021

Aangezien de kans dat er over tweeëntwintig dagen nog een mensheid bestaat volgens wetenschappers vijf procent is, voelt schrijven enigszins nutteloos. Toch wil ik mijn gedachten ordenen.

Vannacht kwam ik rond drie uur thuis na een illegaal coronafeest. Corona, daar maakte iedereen zich tot gisteren druk om. Het lijkt een eeuwigheid geleden. Zonder de lichten aan te doen plofte ik op de bank, mijn jas nog aan. Zo bleef ik een tijdje staren in het donker, het bier had er behoorlijk ingehakt. ‘Hoe zou het in Amerika gaan?’, vroeg ik me opeens af.

Woensdag bestormden duizenden boze Trump-aanhangers het Capitool omdat ze het oneens waren met de verkiezingsuitslag. Commentatoren spraken van burgeroorlog-achtige toestanden, opwinding om niks vergeleken bij de huidige dreiging. Op mijn laptop zocht ik naar een livestream van CNN, na wat geklooi met pop-up advertenties begon die te spelen. Eerst dacht ik met een of andere internetgrap te maken te hebben. ‘BREAKING NEWS: WILL ‘COOKIE’ DESTROY HUMANITY IN 22 DAYS?’, stond onderin beeld.

Duidelijk aangeslagen presentatoren spraken met een verslaggever voor het Nasa-hoofdkwartier in Washington. Er waren beelden te zien van de persconferentie die directeur Jim Bridenstine, een jeugdige veertiger met een bol gezicht en blauwe ogen, zojuist had gegeven. Bridenstine sprak met zijn rug naar een scherm waarop een zwevend rotsblok met zwarte spikkels door het heelal bewoog. Een atypische asteroïde die uit het niets op de radar was verschenen, zo bleek.

Vanwege de gelijkenis met een populair chocoladekoekje werd hij ‘Cookie’ gedoopt. Inderhaast uitgevoerde berekeningen wezen op een inslagkans van vijfennegentig procent rond 1 februari. Cookie’s doorsnede bedroeg ruim drie kilometer, genoeg om de mensheid hetzelfde lot als dinosauriërs te laten ondergaan.

Natuurlijk was ik door de opwinding in één klap nuchter. Angst voelde ik niet, eerder een mix van voldoening en opluchting. De dood van mijn ouders doordrong me reeds jong van mijn sterfelijkheid. Sinds mijn twintigste doe ik op intense wijze dag na dag nauwgezet slechts datgene waar ik zin in heb. Deze zomer word ik veertig, althans, er is een kans van vijf procent dat ik de mijlpaal bereik, en mijn levensdoek is bontgekleurd. Herinneringen lossen op na je dood, dus je hebt er weinig aan, over dergelijke deprimerende zaken denk ik na, misschien is het ook wel prettig als een asteroïde hier een punt achter zet.

Na een half uur met wijd opengesperde ogen naar CNN te hebben gestaard, ging ik op zoek naar Nederlandse berichtgeving. NOS en Telegraaf meldden niks, op NPO 1 liep een herhaling van het NOS Journaal. Dankbaar ogende bejaarden ontvingen hun corona-prik in een reportage over de vaccinatiecampagne, sardonisch grijnzend schakelde ik terug naar CNN. President Trump kon elk moment gaan spreken, in de perszaal van het Witte Huis drentelden medewerkers nerveus rond, de cameraman probeerde zo goed mogelijk in te zoomen op het nog lege blauwe katheder.

Zin om de toespraak af te wachten had ik niet, wat konden wereldleiders beginnen tegen een asteroïde? Ik ontstak een kaars en begon aan de peperdure whisky die al jaren in de kast stond. Ondanks de diepe verdoving als gevolg van de fles sterke drank, was er direct een hevig crisisbesef toen ik vanmiddag rond half vijf ontwaakte. Enkele tellen daarna schoten de details weer te binnen.

Zuchtend drukte ik het hoofd in de kussens, hevig opziend tegen de emotionele gesteldheid waarin ik mijn medemensen waarschijnlijk zou aantreffen. Waardigheid en zelfrelativering waren in het achterliggende kalenderjaar vol virusangst niet de meest in het oog springende eigenschappen van ons volk.

“Nu begrijp ik waarom hier in de oorlog zoveel mensen werden opgehaald”, dacht ik grimmig tijdens een wandeling in oktober. Bij invallende schemering keken passanten op de Neude schichtig uit hun ogen, de meeste droegen een mondkapje. Onder de hashtag #cookie verwacht ik thans wanstaltige uitingen van massa-gevoelens, het is dus zaak sociale media te mijden tot het einde der tijden, gelukkig duurt dit niet lang meer.

Blijft over de vrees voor het asteroïde-equivalent van met z’n allen applaudisseren voor zorgmedewerkers. Als het tegenzit, gaan hele straten straks hand in hand de vernietiging tegemoet. Hoe geef je jezelf als cynicus een houding in dergelijke situaties?

Morgen hoe het verder gaat....