In de rubriek Vak P berichten over FC Utrecht, dit keer sportjournalist Ad van Liempt over het overlijden van oud-keeper Jan van de Wint. 

Jan van de Wint is overleden, hij is 91 jaar oud geworden. De laatste keer dat ik hem zag was bij de presentatie van “Het wonder van Utrecht” het boekje dat ik geschreven had over het kampioenschap van DOS in 1958. Het was in 2008, precies vijftig jaar na dat unieke moment in de Utrechtse voetbalgeschiedenis.

Jan van de Wint.

De twee eerste exemplaren waren voor Tonny van der Linden en Jan van de Wint, de rivalen van destijds. Het was de 107e minuut van de slopende beslissingswedstrijd in De Goffert in Nijmegen tussen DOS en Enschede, gelijk geëindigd in de eredivisie. Bloedheet was het, Abe Lenstra kwam de middencirkel niet meer uit. Tonny van der Linden ving een verdwaalde bal op buiten het strafschopgebied, manoeuvreerde er wat mee en schoot met links op doel. Het was een verraderlijke stuit in de hoek, Jan van de Wint kon er net niet bij, DOS won dankzij de sudden death, en Jan van de Wint bleef langdurig roerloos op de grond liggen. Hij was misschien wel liever nooit meer opgestaan. DOS kampioen.

Bijna vijftig jaar later zat ik in Putten tegenover hem. Samen met vriend en collega Hans van Echtelt waren we hem gaan opzoeken, om te horen wat hij zich van dit tijd herinnerde. We namen zijn loopbaan door, ook zijn tijd bij DOS, want na die fameuze beslissingswedstrijd nam DOS hem over als beoogd opvolger van Frans de Munck. Vlak voor we weg gingen nam Jan me nog even apart. Hij wilde nog iets vragen. Ik had toch al die filmbeelden bestudeerd, de foto’s gezien, de betrokkenen gesproken? ‘Zeg nou eens eerlijk, wat vind jij? Had ik dat schot van Tonny moeten hebben?’

Een onvergetelijk moment. Vijftig jaar nadien vroeg de keeper zich nog steeds af of het schot houdbaar was geweest. Mijn antwoord was zo genuanceerd mogelijk: onder die omstandigheden, die uitputtende hitte was het een heel moeilijke bal. In het eerste kwartier had-ie ‘m misschien kunnen hebben. Zoiets. Van de Wint keek me licht wantrouwend na.

Een tijdje later in stadion Galgenwaard, bij de boekpresentatie, had hij zijn oude stoerheid weer terug. Toen hij Tonny van der Linden tegenkwam zei hij: ‘O, dus we zijn dus hier omdat jij destijds per ongeluk tegen die bal struikelde…’

Jan van de Wint is voor mij ook verbonden met een scène uit een voetbalwedstrijd die nooit meer van mijn netvlies is verdwenen. DOS speelde een ‘lichtwedstrijd’ in het oude Galgenwaard tegen de Russische kampioen Dinamo Moskou. In het doel de fameuze Lev Jashin, die velen nog steeds de beste keeper ooit vinden. Rechtsbuiten Metreveli, de snelste rechtsbuiten die er was. Die neemt een corner, Jan van de Wint komt met grote passen zijn doel uit en vangt de bal klemvast, met één hand. Komt bijna nooit voor. Maar in één beweging loopt hij verder, schiet de bal zo ver mogelijk uit en haalt daarbij het andere strafschopgebied, waar Jashin de bal doodleuk opvangt. Zo’n scène heb ik laatste zestig jaar niet meer gezien.

Ik denk vandaag aan die keer dat ik vol ontzag naar het Smaragdplein fietste om een handtekening van Jan van de Wint te bemachtigen. Hij had daar een sigarenwinkel. Hoe lang zal ik heen en weer gedrenteld hebben voor ik naar binnen durfde? Die boomlange man was heel vriendelijk en gaf me de begeerde handtekening. Hij maakte een jongetje van tien er blij mee.