Door Ben Nijssen - Reactie ex-leden klankbordgroep op raadscommissiebrief.

Volgens de toenmalig verantwoordelijke wethouder, Mirjam de Rijk, zouden er geen bomen op de werven gekapt gaan worden die niet ziek of instabiel waren en zou er alles aan gedaan worden om bomen te behouden en hun standplaats te verbeteren. Echter, toen de werkwijze voor herstel van de kademuren bekend was, werd op grond van het beschikbare budget vastgesteld dat niet alle bomen behouden konden worden. Dit was de eerste bezuiniging.

Met pijn in het hart wees de klankbordgroep, in samenwerking met de onafhankelijke bomenexpert, die bomen aan die het meest in aanmerking kwamen voor behoud. Dat waren er meer dan zou kunnen. Op basis van deze lijst wezen ambtenaren die bomen aan die hetzij met een frameconstructie, hetzij met een buispaalconstructie behouden konden worden binnen het beschikbare budget.

De gemeenteraad kwam er achter dat er bij de bomen die met een frame constructie konden worden behouden, geen rekening in de begroting was gehouden met kosten in de (verre) toekomst om ter plaatse van die bomen een nieuwe kademuur aan te brengen. In een motie werd het college opgedragen om te onderzoeken welke bomen het echt waard waren om op die wijze behouden te blijven. Welke criteria hierbij moesten worden aangehouden werd niet vastgelegd.

Aan de klankbordgroep werden vervolgens twee rapporten aangeboden. Eén over de conditie van de bomen die een frameconstructie zouden krijgen en één voor de buispaalbomen. Door de klankbordgroep werden de volgende conclusies getrokken: 1) het is zeer vreemd dat zoveel bomen die twee jaar daarvoor nog vitaal genoeg waren voor behoud, nu als niet voldoende vitaal beoordeeld waren; 2) er geen overeenstemming was over de vitaliteit van de bomen en 3) voor de buispaalbomen er geen rapport had moeten worden opgesteld. Over het laatste punt werd met de projectleider overeenstemming gevonden en werd afgesproken dat dit rapport niet in de openbaarheid zou worden gebracht. In de commissiebrief werd dit rapport echter toch aan de raad voorgelegd.

Op het moment dat rak 14 oostzijde compleet was gerenoveerd werd de klankbordgroep ervan op de hoogte gesteld dat de bomen aldaar aan trekproeven zouden worden onderworpen. Op de vraag waarom, werd gereageerd dat dit een routineklus was. Vijf maanden later werd bekend dat een zestal bomen zo instabiel zijn dat een “noodkap” noodzakelijk was, Er bleek in de tussenliggende tijd geen nader onderzoek naar de instabiliteit te zijn verricht en dit was ook niet gepland voor de toekomst. Het gebeuren werd als gegeven beschouwd. 

Dat deze instabiliteit ook op andere rakken zou kunnen (gaan) optreden werd niet onderschreven. Bij andere rakken zijn echter direct na renovatie geen trekproeven uitgevoerd. Bekend is wel dat tijdens de werkzaamheden bomen instabiel konden worden. Door het niet uitvoeren van onderzoek naar oorzaak van de instabiliteit kunnen er in de toekomst ook geen maatregelen worden genomen ter voorkoming. De gemeente veronderstelde dat de bodemgesteldheid een rol zou kunnen spelen. Echter, het seizoen waarin de werkzaamheden werden uitgevoerd en de duur van grondwaterstand verlaging (factoren die wel beïnvloed kunnen worden) zouden wel eens belangrijker kunnen zijn geweest.

Foto: Michael Kooren

Voor een plataan op rak 15 is een velvergunning aangevraagd. De eigenaar van een pand op de werf was bang dat er in de toekomst schade aan zijn vloer zou kunnen ontstaan door de wortels van deze boom. Deze vloer is echter aangebracht op het moment dat al bekend moet zijn geweest dat de wortels daar aanwezig waren. De vloer had dan ook wat steviger gemaakt kunnen worden. Niettemin meende de gemeente akkoord te moeten gaan met kap van de boom.

Op de aanvraag voor de velvergunning zijn door diverse belanghebbenden zienswijzen ingediend. Deze lopen nog. Deze zienswijzen zijn niet alleen ingegeven met het oog op behoud van de ene boom, maar om te voorkomen dat op deze grond voor nog meerdere bomen een velvergunning aangevraagd kan worden. Immers de wortels van alle bomen op de werven lopen onder de huizen door.

In alle genoemde gevallen wordt alleen gedacht in termen van kosten door  en voor de bomen. Dat de bomen ook een grote waarde vertegenwoordigen wordt buiten beschouwing gelaten. De bomen vertegenwoordigen niet alleen een economische waarde omdat ze mede de aantrekkelijkheid van de werven bepalen, maar zijn ook van grote betekenis voor de ecologische kwaliteit en het klimaat van de Binnenstad. Het bomenbestand op de werven is geïnventariseerd en daaruit blijkt dat er in de periode van het herstel van de kademuren, om meerdere redenen, meer dan 100 bomen monumentale bomen verdwenen zullen zijn.