Marijke Sleurink (65) woont tot haar grote genoegen sinds september 2015 in een mooi driekamerappartement in de Fliednerhof aan de burgemeester Fockema Andreaelaan. Met hulp van de Verhuisadviseur Senioren kwam ze hiervoor in aanmerking.

Interview door Jan Jansen

Langere zelfredzaamheid en de regie over het eigen leven houden, is van groot belang. Vele, zich daarvan bewuste, ouderen oriënteren zich vroegtijdig op een geschikt gelijkvloers appartement in een prettige buurt met de bedoeling later minder afhankelijk te zijn. In Utrecht bestaat sinds drie jaar een door de gemeente en woningcorporaties aangestelde Verhuisadviseur Senioren die ouderen helpt met het vinden van een geschikt appartement.

Voor huurwoningen in de sociale sector hebben woningcorporaties bepaald dat huurders in de meeste gevallen niet meer dan vijftig euro huur per maand boven hun huidige huur hoeven te betalen. Honderden ouderen hebben inmiddels met behulp van de verhuisadviseur tot hun volle tevredenheid een geschikt appartement betrokken. 

Marijke Sleurink is een van hen. “Je moet nooit te lang wachten met zoeken,” vindt ze. “Traplopen is voor mij een probleem, omdat ik vanaf mijn jeugd al astma heb en nu ook COPD en hartklachten. Vijfentwintig jaar lang woonde ik in een grote flat van BO-EX in de Veeartsenijstraat in Wittevrouwen, maar moest er wel via een trap binnenkomen. Ik stond al een tijd ingeschreven bij Woningnet en wilde me gaan oriënteren op een kleiner appartement dat zonder trappen toegankelijk is. Ik ben toen begonnen door op internet het woord Senioren Utrecht in te typen. Daar zag ik meerdere verwijzingen, waaronder die naar de Verhuisadviseur. Ik kreeg contact met Claartje Sadée, die me thuis bezocht. Samen hebben we de mogelijkheden bekeken en zijn uiteindelijk uitgekomen op dit prachtige appartement. Een groot geluk. Hier kan ik blijven wonen, zelfs als ik van een rolstoel afhankelijk zou worden. De huur die ik nu betaal, is ongeveer gelijk aan die van mijn vorige huis.”

Marijke Sleurink. Foto: Jan Jansen

Bij het zoeken naar een geschikt appartement spelen vele persoonlijke afwegingen mee. Marijke: “Ik wilde naar een buurt met winkels en openbaar vervoer. Dat is belangrijk voor je zelfstandigheid. Ook wilde ik het liefst in mijn eigen omgeving blijven, omdat ik daar mijn contacten heb en ik veel mensen heb bijgestaan als ze hulp nodig hadden. Dat is niet gelukt, want er was in Wittevrouwen geen woningaanbod. Maar met mijn snorfiets kan ik komen waar ik wil. Je weet ook dat, als je kleiner gaat wonen, er flink opgeruimd moet worden. Dat heb ik als positief ervaren. Mensen hebben, als ze ergens lang wonen, zoveel overbodige spullen in huis.”

Veel ouderen zijn zich nog te weinig bewust van het feit dat ze, om lang zelfstandig te blijven, tijdig moeten zoeken naar een andere woonplek. “Ze zijn bang om te veranderen en er zijn te veel ingesleten gewoontes,” zegt Marijke. “Ik hoor dat telkens weer. Veranderen van woonplek is voor ouderen natuurlijk ook wel onzeker. Ik ben jaren geleden van mijn man gescheiden en kan goed voor mezelf zorgen. Je ziet vooral bij echtparen, dat na het overlijden van de partner, mensen erg onzeker zijn. Die blijven het liefst zitten waar ze zitten. Als je nog samen bent, is het makkelijker om actie te nemen voor een ander huis. Voor wie dat wil, zijn er wel mogelijkheden om geholpen te worden. De Verhuisadviseur doet dat als je met vragen zit. Ik ben bijvoorbeeld ook geholpen met financiële zaken en met het kiezen van een goedkoop verhuisbedrijf.”

Marijke Sleurink is opgegroeid in een groot, katholiek gezin in de Gildstraat in Wittevrouwen, onder de rook van de voormalige gasfabriek aan de Blauwkapelseweg. “We woonden met ons gezin van twaalf kinderen in een piepkleine woning. Maar ik had een bed voor me alleen vanwege mijn astma. Mijn elf broers en zussen sliepen in twee tweepersoonsbedden. De penetrante lucht van de gasfabriek staat me nog bij. Ik kreeg verkering en na ons huwelijk zijn we in Ondiep gaan wonen waar we twee dochters kregen. Ik ben een echte Utrechtse en vind Utrecht een geweldige stad. Maar ik merk nu dat het gemeentebestuur veel te weinig doet voor ouderen. Op tv vertellen ze voortdurend dat ouderen zelfstandig moeten blijven. Dan zou je toch van de gemeente verwachten dat ze zorgen voor betaalbare, voor ouderen geschikte appartementen en goede zorgvoorzieningen in de wijken. Tot mijn stomme verbazing wordt daar weinig aan gedaan. Als ouderen doorstromen, komen er ook weer huizen vrij voor gezinnen. Dat zou voor iedereen positief zijn, zou je zeggen. Minder afhankelijkheid betekent minder zorgkosten. Als er te weinig woningaanbod is voor ouderen, komen ze op den duur ernstig in de knel.“

Het plan is dat Utrecht nog zal groeien van nu 330.000 naar op termijn zo’n 400.000 inwoners. De stad heeft veel te bieden aan voorzieningen, cultuur en historie en ligt centraal in het land met goede verkeersverbindingen. Utrecht is daardoor erg in trek bij jongeren en hoogopgeleiden. Er is een toenemende vraag naar goede woonruimte waardoor de grondprijzen en koopwoningen sterk in prijs stijgen. Ook huren in de vrije sector gaan daarin mee. De huurwoningen in de sociale en middeldure sector komen daarmee onder druk te staan. De vraag is of het gemeentebestuur, met al deze voor de stad zo positieve ontwikkelingen, nog voldoende aandacht heeft voor haar kwetsbare, oudere inwoners. Het zijn wel deze Utrechters die daadwerkelijk hebben bijgedragen aan de stad waar iedereen zo trots op is. De Verhuisadviseur is te bereiken via verhuisadviseur@stade.nl en 030-2361804

Iedereen weet dat mensen tot zo hoog mogelijke leeftijd zelfstandig thuis zullen blijven wonen. Verzorgingshuizen worden gesloopt en vervangen door zelfstandige appartementen. Alleen zij die absoluut niet meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen, komen voor een verpleeghuis in aanmerking. Daarvoor zijn vaak lange wachttijden. Vele ouderen hebben beperkingen of kunnen ze op hogere leeftijd krijgen. Ze zullen in de knel komen als ze wonen in een huis dat vanwege trappen, kleine wc’s en badkamers niet meer geschikt voor ze is. Zorgverleners kunnen, ondanks aanpassingen die uitgevoerd zijn, door de vaak kleine sanitaire ruimtes niet meer de noodzakelijke hulp bieden. 

Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is met toestemming van de auteur overgenomen.