Door Hans van Echtelt - Meteen na afloop van de bekerfinale van 2003 zei ik in De Kuip tegen mijn oudste zoon Mathijs: ‘We hebben nu samen iets meegemaakt wat we nooit meer zullen vergeten’. Er stond immers 4-1 op het scorebord en zojuist was Dirk Kuyt met een wapperende FC Utrecht-vlag dicht langs onze tribuneplaats gerend. Om de overwinning op Feyenoord extra glans te geven en om zijn euforie te delen met de ontelbaar meegereisde supporters uit de Domstad.

In eigen huis was de Rotterdamse club die middag afgetroefd, de goals van aanvoerder Jean Paul de Jong (die nooit scoorde, nu wel), Igor Gluscevic (tweemaal) en Dirk Kuyt staan nog steeds op mijn netvlies. Was het een wonder dat ik deze woensdagavond geregeld met heimwee terugdacht aan die historische bekerfinale waarin FC Utrecht de opponent soms alle hoeken van het veld in De Kuip liet zien?

Die bekerzege van destijds was eigenlijk nog meer een mirakel, omdat FC Utrecht financieel in bar slecht weer vertoefde. De club kon bijna de salarissen van de spelers niet meer betalen en er werd een interim-bestuurder aangesteld om orde op zaken te stellen. Dat was Martin Sturkenboom die in zijn eerste interview onthulde ‘dat hij in bijna iedere lade van Galgenwaard wel een lijk aantrof’. En dat een fikse sanering onvermijdelijk was om FC Utrecht voor een ondergang te behoeden.

En toen was er dus die onvergetelijke bekerfinale. Eerst werden De Graafschap, Excelsior en PSV aan de kant geschoven, de Eindhovense ploeg was koploper in de eredivisie. En er heerste een grenzeloos zelfvertrouwen binnen de selectie en coach Foeke Booy. ‘Een ding is zeker, FC Utrecht wint de beker’ luidde dan ook de titel van een documentaire die later werd gemaakt en die woensdagavond vlak voor de wedstrijd nog eens op sportzender ESPN werd getoond. Het was overduidelijk: die finale kon FC Utrecht eigenlijk niet meer verliezen.

Het verschil met 2003 was deze woensdagavond keer pijnlijk groot, vooral in de eerste helft toen FC Utrecht zich uitsluitend tot tegenhouden moest beperken en de 2-0 voor Feyenoord nog een bescheiden afspiegeling was van de krachtsverhoudingen. Na de tegengoal van Taylor Booth was er een sprankje hoop op toch een sensatie maar die bleek ijdel.

Pas in de slotfase werd Feyenoord even onder druk gezet, maar echt dreigend werd FC Utrecht nooit. Met de duels tegen Vitesse en PSV (!) in het vooruitzicht kan coach Ron Jans nu gaan inventariseren. Want dat er in speltechnisch opzicht nog werk aan de winkel is, werd in De Kuip weer eens overduidelijk.