Begin jaren '80 van de vorige eeuw startte een proef met fietsverkeer over de Vismarkt, nu 35 jaar later is er een discussie of het fietsverkeer daar toch eigenlijk geweerd zou moeten worden. Vismarktkenner Jim Terlingen laat er zijn gedachten over gaan.

De Vismarkt is voor fietsers niet het gemakkelijkste stukje binnenstad. De Utrechtse straat die langs de Oudegracht loopt, grofweg tussen de Domtoren en het stadhuis, bevat namelijk een klim. Komend vanaf het zuiden is op het eind de Col du Stadhuisbrug een serieuze kuitenbijter. Ik ken hem goed. Ik schat in dat ik hem minstens tienduizend keer op ben gefietst in de 25 jaar dat ik op de Vismarkt woonde (en in de 25 jaar erna).

En steeds waren daar die mensen, net als tijdens een beklimming in de Tour de France. Ik heb hun aanwezigheid nooit als een probleem ervaren en ik denk zij mij ook niet. Maar ik moet hier eerlijkheidshalve wel bij zeggen dat ik geen doorsnee-fietser ben, met mijn in de binnenstad ontwikkelde 'street-skills'.

De kuitenbijter van de Vismarkt. Foto: J. Terlingen

Of er werkelijk grote problemen zijn tussen voetgangers en fietsers is me niet helder, maar in ieder geval is er nu een discussie op gang gekomen over het weren van fietsers op de Vismarkt. Ondernemers, verenigd in Centrummanagement Utrecht, pleiten voor een groter voetgangersgebied in het centrum. Zij, en ook de gemeente, verwachten een grote toename van het aantal bezoekers.

De Fietsersbond is zich een hoedje geschrokken en spreekt zich nu uit voor het openhouden van de straat voor fietsers. Het gemeentebestuur staat op het punt een besluit te nemen.

De vraag is echter of fietsers zich laten tegenhouden. Dat doet me denken aan begin jaren tachtig van de vorige eeuw. Toen was de Vismarkt een voetgangersgebied. Auto's mochten er alleen maar komen voor het laden en lossen en fietsers waren niet welkom. De werkelijkheid was echter anders. Auto's parkeerden er gewoon en dagelijks passeerden zeker 3500 tweewielers. Zij kozen simpelweg de kortste route tussen de Servetstraat en de Stadhuisbrug.

Dit was niet tegen te houden en het gemeentebestuur besloot na een proefperiode tot een constructie waarbij voetgangers én fietsers welkom waren. Het parkeren van auto's werd streng bestraft. De voetgangers en fietsers bleken elkaar prima te kunnen verdragen. Een heel bijzondere Nederlandse polder-oplossing, in mijn ogen. Lange tijd werkte dit prima, tot er onlangs vanuit de ondernemershoek onvrede klonk.

Als het over de macht van de ondernemers in Utrecht gaat, roep ik in herinnering de lange periode van de Middeleeuwen tot en met de 18e eeuw. Toen had het visverkopersgilde het op de Vismarkt voor het zeggen. De handelaren bepaalden hun eigen regels en zetten hun waar gewoon op tafels voor hun panden en soms ook aan de overkant van de weg. Zo was er, tot grote ergernis van het stadsbestuur, eeuwenlang amper ruimte voor koetsen en wagens.

Toch mooi dat het er tegenwoordig een stuk democratischer aan toe gaat. Neem nou de 'Stadsgesprekken' die twee maanden geleden werden gehouden over het verkeer in het stadscentrum en waar mensen hun ideeën konden spuien. Naar het schijnt had iedere aanwezige op het onderwerp 'Vismarkt' een andere visie. Tsja, democratie.

En mijn visie dan? Die is gekleurd door mijn persoonlijke ervaring. Ik geniet iedere keer weer van het op mijn fiets door de binnenstad rijden. Het is een van de mooiste momenten die ik ken. Gewoon gratis.

Oudegracht… het Wed… Donkere Gaard… Lichte Gaard en dan de Vismarkt, met als letterlijk hoogtepunt de beklimming van de Col du Stadhuisbrug. Ik hoop vanuit heel mijn hart dat deze ervaring geen verleden tijd wordt