Er is reden tot grote bezorgdheid over hoe sommige OV-opdrachtgevers beleid kunnen verzinnen dat reizigers massaal het OV de rug doet toekeren. En dan wil ik hier nu even niet uitvoerig ingaan op de buitengewoon onverstandige besluiten van NS en IenM over het eenmalige chipkaartje.

Nee, ik kijk vandaag even naar een ander absoluut dieptepunt in het OV-beleid. De Sneltram Utrecht - Nieuwegein. Opdrachtgever Bestuur Regio Utrecht (BRU) heeft het gepresteerd om in vijf jaar tijd een derde van de reizigers weg te jagen.

Allereerst kijken we naar een beroerde planning. Vorig jaar heeft die sneltram maandenlang niet gereden. Een spoorvernieuwing draaide uit op een technische mislukking, met zeer langdurige, ernstige reizigershinder tot gevolg.

En ook deze zomer zal de sneltram wekenlang niet rijden, opnieuw wegens “groot onderhoud”, maar nu op een ander traject. Het is schokkend, dat deze werkzaamheden niet zijn samengebald in één periode, dat had een hoop reizigershinder gescheeld.

En ondertussen wordt wel een autoviaduct over die "in de weg zittende" tram aangelegd om nog meer autoverkeer naar het centrum van Utrecht te trekken.

Intussen moet de milieuvriendelijke, weinig vervoersruimte en géén parkeerruimte nodig hebbende OV-reiziger zich zien te behelpen met een uiterst beroerde overstapvoorziening, ergens weggemoffeld aan de achterzijde van het station, die ook leidt tot een onnodig lange wandeling naar de binnenstad.

Ook ver weg van een deel van het overige regionale vervoer. En zelfs niet dichtbij de achteruitgang van het station. Nee, ergens in een hoekje achteraf, omdat BRU te gierig was om een paar honderd meter spoor te financieren. Kan de reiziger ook nog een onbeschut, onherbergzaam stuk stedenbouwkundige woestenij oversteken, op weg naar zijn sneltram. En dat jarenlang.

OV is iets anders dan strepen trekken op een plattegrond. Iets anders dan vanachter een bureau een dienstregeling opstellen. OV gaat in de eerste plaats om respectvol omgaan met de reiziger en zijn wensen. Vervoerders en hun opdrachtgevers dienen zich ten volle te realiseren dat reizigers terechte minimumeisen stellen aan het product dat ze wordt geboden. Belachelijk grote afstanden moeten afleggen om van tram op bus of trein over te stappen, zijn volstrekt onaanvaardbaar.

Net als het te hooi en te gras stilleggen van de dienstregeling, zoals we dat ook kennen van het gepruts met de metro van Amsterdam, waar bovendien het vervangende vervoer ronduit beroerd is geregeld, zoals ik constateerde toen ik vorige week ter plaatse een kijkje ben gaan nemen.

De Sneltram naar Nieuwegein. Ooit beschouwd als het OV van de toekomst, nu nog slechts een schamele schim van zichzelf. Het gebruik in vijf jaar tijd gekelderd van 40.000 naar 25.000 reizigers per dag. Het overgrote deel van die teruggang vond plaats nadat het beginpunt van de sneltram met een achteloze pennenstreek werd verplaatst van de voorzijde, pal voor het station, naar die onherbergzame plek aan de achterkant.

De OV-reiziger pikt veel, maar niet alles. Laat deze blamage een les zijn. Voor Bestuur Regio Utrecht en voor alle andere OV-opdrachtgevers in ons land. Ik hoop dat ik deze beschamende vertoning niet nog een keer hoef mee te maken.

Rikus Spithorst

Voorzitter Maatschappij voor beter OV

(Dit is een overname van de column van Rikus Spithorst op de website van de Maatschappij voor beter OV: voorbeterov.nl, klikhier).