Door Vincent Oldenborg - Dat het logo CU2030 voor het Utrechtse Stationsgebied zo langzamerhand een andere cijfercombinatie verdient, zal niemand verbazen. De kans dat de bouwput in 2030 verdwenen zal zijn, is door alle vertragingen, die inmiddels al zijn opgetreden, wel tot nul gereduceerd. Wat de nieuwe cijfercombinatie moet worden, weet niemand.

Zeker niet na de 'kerstbrief' van verantwoordelijk wethouder Everhardt, waarin hij aankondigt dat de structuurvisie voor de tweede fase van het project Stationsgebied voorlopig nog niet te verwachten zal zijn.

Tijdens de raadsbehandeling van de begroting 2012 op 3 november 2011 nam het college een motie van Groenlinks over en zegde daarmee toe om “uiterlijk vóór 1 januari 2014” een structuurvisie voor de tweede fase van het Stationsgebied aan de raad voor te leggen. In die motie nam de raad destijds een ruime tijdsmarge om het de wethouder niet al te lastig te maken. Iedereen was reëel genoeg om te weten dat je geen ijzer met handen kunt breken. Maar inmiddels is hij dus al meer dan een jaar over tijd en lijkt de structuurvisie een olifantsdracht te worden.

Belangrijke beslissingen zoals die over de realisatie van een bevaarbare Leidsche Rijn, de toekomst van het Westplein, maar ook het afmaken van een bevaarbare Catharijnesingel worden daarmee opnieuw verder in de tijd verschoven. Bovendien kan het geen kwaad om je te realiseren dat een structuurvisie nog lang geen bouwplan is.

Het feit dat het college ook rekening wil houden met de ontwikkelingen langs het Merwedekanaal is natuurlijk niet onlogisch, maar op deze manier wordt het voor een gemeenteraad wel heel lastig om nog zicht te houden op wat ook al weer de bedoeling was van de plannen rond het Utrechtse Centraal Station, Jaarbeurs en Hoog Catharijne. Uit de gekozen woorden kun je zelfs opmaken dat het maar de vraag is of de uitgangspunten, zoals die zijn vastgelegd in de structuurvisie voor het Stationsgebied uit 2006, nog wel gehandhaafd blijven.

Ongetwijfeld zal er in de raadscommissie het nodige gemopperd worden over deze nieuwe vertraging maar verder kan men er weinig anders mee dan vaststellen dat de toezegging niet is nagekomen en dat er nu toch echt haast gemaakt moet worden. Iets wat de wethouder waarschijnlijk voor de zoveelste keer, met zijn hand op zijn hart, zal beloven.

Misschien dat er nog wel een poging gewaagd kan worden om het afmaken van de Catharijnesingel, water terug, nu toch echt naar de eerste fase te schuiven want het valt niet aan de stad te verkopen dat we nog tig jaar op die geheel open singel moeten wachten, laat staan dat die zou sneuvelen in de nieuwe heroverweging.