Door Lotte Grimberg - Het Utrechtse basisonderwijs is gebaat bij het lesproject Rouw en Verlies in Verschillende Culturen. “Zo’n project is nodig om kinderen voor te bereiden op verlies”, aldus psycholoog en bedenker van het project Ineke Wienese.

Wienese presenteerde haar plannen tijdens een speciale workshop Afscheid Nemen (voor een verslag daarvan klikhier) dat onlangs voor kinderen werd georganiseerd door SENS-uitvaarten in de bibliotheek in Oog in Al. Ze wil onderzoeken of het project op scholen een kans kan krijgen.

Het lesproject Rouw en Verlies in Verschillende Culturen draait volgens Wienese momenteel op volle toeren in Den Haag. Hier blijkt het een waar succes te zijn. “Kinderen zijn enorm nieuwsgierig naar het onderwerp afscheid en verlies en hebben ook helemaal geen moeite om erover te praten”, vertelt Ineke Wienese.

Het idee om van afscheid nemen een basisschoolvak te maken, is bij Ineke Wienese ontstaan tijdens het schrijven van ‘Kun je internetten in de hemel’. “Het viel mij op dat het onderwijs zich over het algemeen vasthoudt aan het Christendom. Leraren staan er meestal niet stil bij, dat leerlingen anders over doodgaan kunnen denken. De ene gelooft in de hemel en de ander in reïncarnatie. Ieder moet op zijn eigen manier begeleid worden en kinderen moeten de kans krijgen om samen over de dood te praten”, aldus Wienese.

“Het idee is dat als kinderen over afscheid nemen praten, ze voorbereid zijn als ze echt een keer wat verliezen. Dit verlies kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Van het verlies van een opa tot het verliezen van een knuffel”, vertelt kinderfilosoof Vivienne Janssen, die de afscheidsworkshops begeleidde.