Jeroen Wielaert - Snel open: Collectie Centraal. Het heeft twee jaar gevergd. Utrechtse kunstschatten uit de collectie van het Centraal Museum, bijeengebracht op een nieuwe looproute over twee verdiepingen. Zaterdag 16 december is het open dag. Dan kan iedereen (gratis entree en tot in de avonduren) de keuze zien van 430 stukken uit het totaal van meer dan 60.000, samen het kunstbezit van alle Utrechters. In sterk veranderde samenhang oogt het even herkenbaar als nieuw.

Het Centraal Museum is als gemeentelijk expositiegebouw het oudste van Nederland. Het begon in 1838 in het oude stadhuis als een oud-Hollandse stadsverzameling. Sinds 1921 is het museum gevestigd in het middeleeuwse Agnietenklooster. Corona betekende in onze tijd een ernstige tegenslag, maar het herstel kwam snel: van 125.000 bezoekers in 2021 naar 239.000 in 2022.

De expositie over de Bentvueghels, een groep wilde laaglandse schilders uit de 17-de eeuw werd de hit van het voorjaar van 2023. Ondertussen was gewerkt aan de vernieuwde presentatie van de collectie.

Grote uitdaging voor artistiek-directeur Bart Rutten naast de actuele wisselexposities: een rijkdom aan verzamelde werken hebben, waar de mensen niet massaal op af komen. Al geweest, al gezien, niet verrassend, geen potentie als blockbuster.

De museumcollectie moest worden wakker geschud als openbaar Utrechts kunstbezit. De bezoekers waanden zich voorheen in een doolhof. Dat vereiste een andere route over twee verdiepingen, met oude doeken en objecten in samenhang met nieuw werk en recente aanwinsten. Nieuwe lagen voor het verhaal van de collectie. 

De perspresentatie trok deze week alle belangrijke nationale kranten. Het gaf iets aan over de nieuwe status van het Centraal Museum. Bart Rutten legde uit: "Het is geen tentoonstelling, maar een collectieopstelling. We hebben gekozen voor een IKEA-parcours. Daarvoor zijn doorgangen doorgebroken."

"Het is een ongelooflijk brede collectie en daar zijn we trots op. We willen graag vieren dat we die veelzijdigheid hebben. Het past in de tijdgeest van nu, waar we op zoek zijn naar nieuwe verhalen. We integreren de actualiteit van deze tijd in de collectieopstellling. Die is het hart van het museum, het is je geweten, je kompas, je anker."

De eerste zaal oogt als een samenvatting van Ruttens betoog, onder de titel Oog op de Collectie. Middenin vallen de geknikte Dream Journal stoelen van Jon Rafman op, ze nodige uit om te gaan zitten en naar de andere werken te kijken.

Het beeld van een bisschop. Het grafmonument van een ridder. Een bundeling van gestapelde laden, de Chest of Drawers van Tejo Remy, Droog Design. Een jurk uit de collectie Escapism van Iris van Herpen. De overgave van de stad Utrecht aan de Franse legers op 24 juni 1672, schilderij van Lambert de Hondt II. Assist: Three squared at half scale, een beschilderde installatie van staal en aluminium met een spanband van Jessica Stockholder.

Meest opvallend is het grote schilderij de Nieuwkomers van Jan van de Pavert, groepsportret, geïnspireerd op de allochtone bevolking van Kanaleneiland uit de tentoonstelling Dromen in Beton (2019, 2020).

Schilderij Nieuwkomers van Jan van de Pavert en riddergraf. Foto: Gert Jan van Rooij

Rechts achterin is de ingang naar een kleinere zaal, vol altaarstukken en schilderijen met geweldige afbeeldingen over de middeleeuwse stad, alles onder de noemer Panorama Utrecht. Het is een worsteling met ruimte, maar ook een compact beeld van de mengeling van geloof en geld waardoor Utrecht vanaf het jaar 1000 uitgroeide tot een internationale handelsknoopppunt met grote allure. Het is een van de zalen waarin de collectieopstelling puur Utrechts is.

Zaal 3 draagt de titel Denk aan mij, gewijd aan Jan van Scorel en tijdgenoten. Van Scorel (1495-1562) was een van de eerste Utrechtse kunstenaars die verre expedities ondernam, naar Rome en Jeruzalem. Hij schilderde de portretten van twaalf leden van de Utrechtse Jeruzalembroederschap. Van hem is ook het Drieluik met de intocht van Christus in Jeruzalem.

Zo zijn er meer van dit soort bijbelse luiken te zien. Er hangt ook een portret van verzetsvrouw Trijn van Leemput. Als modern contrast is er het portret van de zwarte Sojourner Truth van de Surinaamse Iris Kensmil (1970). Truth werkte als slavin voor Nederlandse eigenaars. Ook van deze tijd is de neontekst van Steve McQueen: Remember Me. 

Denk aan mij-zaal. Foto: Gert Jan van Rooij

Zaal 4, Pracht en Prijs, is volgepakt met rijkdom uit de 17-e eeuw, alles wat verre handelsreizen de Utrechtse burgerij aan luxe bracht, ten koste van slaven en andere arme sloebers. Mooi stuk, die verweerde globe. En een lust voor het oog, de doeken vol wild en gevogelte, naast de bloemstukken met exotisch flora. Tussen dit alles keert ook het rijkelijk gevulde poppenhuis terug, een publiekslieveling uit de collectie, compleet met een trapje.

De zaal met de poppenkast (midden). Foto: Gert Jan van Rooij

Zaal 5 heet Meesterlijk. Hier draait het om de 16-e eeuwse grondleggers van de Utrechtse schilderkunst. Feest van herkenning, de doeken van Abraham Bloemaert, Joachim Wtewael en Paulus Moreelse. Het hedendaagse contrast komt van die andere lieveling, Marlene Dumas, met onder andere het portret van voormalig conservator Marja Bosma. Er is aandacht voor tekeningen en prenten uit die periode. De bezoekers worden uitgenodigd om zelf een tekening te maken aan een tekentafel.

Grenzen verleggen is het thema van Zaal 6. Centraal staat de 17-e eeuwse rock&roll van die andere reizigers, de Utrechtse Caravaggisten. Kijk, daar hebben we de Vrolijke Drinker van Hendrick ter Brugghen en de Luitspeler van Dirck van Baburen. Twee voorstellingen van Granida en Daifilo hangen er naast elkaar, grote doeken met deels ontblote geliefden in sensuele vereniging. De ene is van  Dirck van Baburen, de andere van Gerard van Honthorst. Het gebeurt in het landschap, Daifilo heeft vieze voeten. Bij eerste vertoning waren ze al heel populair in Utrecht.

Het is de trap op naar de latere tijd. In zaal 9, Smaken Verschillen, kan het bezoek zich vergapen aan de verzameling van Josephina en Lambertus van Baaren, kinderen uit een vermogende Utrechtse aannemersfamilie. Het is een grote variatie aan stijlen, sterk aan hun tijd gebonden. Ze haalden Charley Toorop, Vincent van Gogh, Isaac Israels en Piet Mondriaan in huis.  

In zaal 10, Stoel op een voetstuk, 11, Ruimte voor Rietveld en 12 Dwarsdenkers is er alle ruimte voor de 20-ste eeuwse revolte van grootheden als Theo van Doesburg, Erich Wichman, Gerrit Rietveld, Pyke Koch, Jacoba van Heemskerck en Joop Moesman. Fel omstreden, maar opnieuw heel feestelijk.

Het is een ode aan de rijke Utrechtse collectie en vooral aan al die Utrechtse kunstenaars die grensoverschrijdend werk hebben gemaakt dat hier mooi thuis is gebleven.

Ga kijken, zaterdag. Anders dan met de IKEA zit alles goed in elkaar.