Door Ton van den Berg - Utrecht en de fiets. Ja, dat is er eentje. Of kwartetje, eigenlijk. 1: Het eerste fietspad van het land (en misschien wel van de wereld?) in 1885: in Utrecht. 2: De oprichting van de ANWB in 1883 toen het nog een wielrijdersbond was: in Utrecht. En meer recent: 3: De bouw van de grootste fietsenstalling ter wereld: in Utrecht. 4: Het hoogste fietsgebruik op de korte afstand in de grote vier steden: in Utrecht.

Vier redenen die al voldoende zijn om uit te pakken met een expositie over de ontwikkeling van de fietscultuur in Utrecht. Maar laten we niet vergeten reden 5, heel belangrijk, is natuurlijk binnenkort de start van de Tour de France: in Utrecht.

Het Utrechts Archief en de ANWB vonden elkaar in de expositie Utrecht Fietsstad die ook de steun krijgt van Le Tour Utrecht. In de Hamburgerstraat kunnen bezoekers zien (en horen) hoe de fiets als vervoermiddel zijn eigen weg vond in de stad, symbolisch voor de ontwikkeling in de rest van het land.

Eind 19e eeuw was de fiets vooralsnog een apparaat dat vooral bedoeld was als hobby voor mensen met geld. Een fiets, een bi heette dat toen nog, met zo'n hoog voorwiel kostte wel meer dan 300 gulden. Daar zag je alleen heel elitaire jochies op voorbij fietsen en op en neer flaneren door de straat. Ze wilden gezien worden en gingen er mee op de foto, zoals uitslovers nu met hun Porsche of Jaguar zich zouden laten vereeuwigen.

Dat de fiets een luxe was blijkt ook wel uit de straf die stond voor fietsendiefstal in die tijd: 3 jaar cel!

"Nadat de veiligheidsfiets was uitgevonden, de fiets met twee gelijke wielen, kettingaandrijving, luchtbanden, een fietsbel en licht, spatborden en soms ook vering, toen ging het hard", zegt Hans Buiter, de ANWB-verenigingshistoricus. "De terugtraprem deed zijn intrede in 1895 en de fiets werd goedkoper omdat er meer vraag naar kwam. De prijs zakte naar 75 gulden. De welvaart nam door de industrialisatie ook toe en het werd eenvoudiger voor iedereen een fiets te kopen. Rond de Eerste Wereldoorlog reden er al 10.000 fietsers in Utrecht rond, van dokters tot postbestellers, iedereen ging op de fiets."

"De lijn die je in de tentoonstelling ziet", zegt directeur Chantal Keijsper van Het Utrechts Archief, "is de ontwikkeling van iets dat eerst alleen voor de welgestelden was en nu een gebruiksvoorwerp is dat we allemaal heel gewoon vinden. Niemand die op het moment dat hij zijn fiets van het slot haalt dat bijzonder vindt."

Fietsers weggedrukt naast het autoverkeer op de Nobelstraat in 1959. Foto: HUA

Bijzonder was de fiets wel in de begintijd, benadrukt Buiter. "De populariteit van het fietsen is van de mensen gekomen die daarvoor geijverd hebben. Niet omdat ons land plat is en daardoor fietsen eenvoudig is, maar omdat er mensen waren die voor goede faciliteiten en veilgheid bleven strijden. Dat waren bestuurders en de fietsers zelf natuurlijk. In de jaren zestig en ook zelfs zeventig nog van de vorige eeuw voorspelden verkeersdeskundigen dat de fiets zou verdwijnen, maar elke keer als er verkeerstellingen waren werden ze gelogenstraft."

Om zijn verhaal te onderbouwen zegt Buiter dat in de jaren zestig fietsen op het Vredenburg van oost naar west (en vice versa) onmogelijk was gemaakt om zo ruimte te bieden aan de auto, het belangrijkste vervoersmiddel, dacht men toen.

De fiets is gekomen, gaat nooit meer weg en het aantal fietsers lijkt alleen maar toe te nemen. Keijsper: "Dat kan zijn, maar de straten vol met fietsen is een beeld dat er ook al 90 jaar geleden was. We hebben oude foto's en filmbeelden van Utrechtse straten vol met fietsers, net als nu." "Een gekkenhuis", zegt Buiter, "Toen en nu. Ook toen waren er in de jaren twintig al campagnes om fietsers discipline bij te brengen want het was soms een chaos op de weg."

De expositie Utrecht Fietsstad - met veel foto- en filmmateriaal, fietsvoorwerpen en natuurlijk een aantal historische rijwielen - is (gratis) te zien van 22 mei tot en met 18 oktober in Het Utrechts Archief, Hamburgerstraat 28 in Utrecht. Meer informatie op: klikhier. 

Een verkeersbeeld van de Neude in 1963. Foto: HUA