Door Louis Engelman

SP-raadslid Tim Schipper is geschrokken van de kwestie Rachmaninoff die Nieuws030 gisteren onthulde. Hij spreekt van ‘een schimmige zaak, waarin het er sterk op lijkt dat de gemeente door de ontwikkelaars in de maling is genomen’.

Schipper stelt dat dit zeker zal leiden tot raadsvragen van zijn kant. ‘De rol van de genoemde kandidaat-notaris, het verdwijnen van het voorbehoud tegen bebouwing, de onnatuurlijke enorme prijsstijging, het zijn allemaal dingen die een sterke geur van list en bedrog afgeven.’

SP-fractievoorzitter Tim Schipper. Foto: gemeente Utrecht

‘Nog afgezien”, vervolgt Schipper, ‘van de vraag of bebouwing daar wenselijk is. Zeker in dit volume en wat er uiteindelijk voor woningbouwprogramma uitrolt. Minimaal 50 procent vrijesector betekent sowieso alweer dat het niet gaat bijdragen aan de realisatie van de gemeentelijke woonvisie.’

Dat de partijen al wel eerder in gesprek zijn geweest over woningbouw ter plaatse bleek tijdens de informatiemarkt van 8 juli op het terras van restaurant Kantien aan de Ravellaan. Daar vertelde Bob Sanders van initiatiefnemer Mooi Ontwikkelt dat Rachamninoffhuis bv (Egeria) bij de verkoop van het parkeerterrein in juli 2019 aan Bouwinvest zou hebben bedongen ‘iets te mogen doen’ als er ook mogelijkheden waren voor een ontwikkeling anders dan parkeren. ‘Dan kon ook worden gedacht aan het recht op terugkoop’, aldus Sanders. Wel voegde hij er aan toe dat in dat geval de gemeente het ‘kettingbeding over parkeren’ zou moeten beëindigen, waarna een wijziging van het bestemmingsplan nodig was.

Misleiding

Vertegenwoordigster Irene Sinteur van het ‘Belangenoverleg Buurt Welgelegen’ kan bij dit alles het gevoel niet wegdrukken ernstig door de gemeente te zijn misleid. Zij herinnert zich zelf in dat kader nog de gesprekken in april 2018: ‘Toen werd ons duidelijk dat zowel Egeria (Rachmaninoffhuis bv) als de gemeente er veel aan gelegen was om onze bezwaren tegen de kap van bomen in het Hommelbos van tafel te krijgen. Dat had te maken met het feit dat er met beleggers werd gesproken die onrustig zouden worden van onze bezwaarprocedures.’

Irene Sinteur. Foto: Louis Engelman

Dat er uiteindelijk een akkoord over de bomenkap werd gesloten beschouwde ze lange tijd ‘als één van de successen in de bewonersparticipatie’. Dat de andere partij zich in 2020 over de uitvoering niet aan de afspraken hield bleek achteraf een teken aan de wand. ‘Pas na een formele klachtenprocedure kregen we van de gemeente te horen dat het om een communicatiefout zou gaan.’

Maar het feit dat er nu door gemeente en projectontwikkelaar wordt gesproken over de mogelijke bouw van een torenflat in dit gebied, zet die ervaring voor haar in een heel ander perspectief.

Uit de dossiers over de ontwikkelingen in het Rachmaninoffplantsoen diept Irene Sinteur tot haar eigen verbazing de anterieure akte op waarvan sprake is in de koopovereenkomst tussen gemeente en Rachmaninoffhuis bv. Volgens een woordvoerster van het college moest deze akte geheim blijven. Maar nu blijkt deze na raadsvragen in maart 2021 toch openbaar te zijn gemaakt.

Sinteur: ‘Daarin staat dat bij elke doorverkoop aan een andere partij (en dus in dit geval aan Bouwinvest) het college het concept van de notariële akte krijgt om te controleren of deze aan de gemaakte afspraken voldoet. De gemeente is in die zin dus wel degelijk partij in de doorverkoop.’

Als vertegenwoordigster van de omwonenden voelt Irene Sinteur steeds meer argwaan opborrelen over de ontwikkelingen. ‘Het zorgt voor een terugkerend gevoel dat je als bewoners wordt misleid. Dat wordt versterkt door wat er nu naar boven komt. Vertrouwen in de overheid en in de politiek is essentieel voor onze democratie en is urgenter dan ooit. Hier moet dan ook de onderste steen boven komen.’

Ook de Utrechtse vastgoedondernemer Broos Schnetz heeft over de kwestie z’n bedenkingen. ‘In de hele aanpak zie ik wel degelijk betrokkenheid van de kant van de gemeente bij de deals. Feitelijk verschuilt men zich achter het feit dat het hier een transactie betreft tussen twee externe private partijen. Maar de gemeente werkt wel mee aan het omzetten van een bestemming die de grond aanmerkelijk meer waard maakt.’

‘Of de gemeente heeft hier liggen slapen’, stelt Schnetz, ‘of er spelen zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. In elk geval zouden wij er in onze tijd van Leefbaar Utrecht bovenop zijn gesprongen.’

(Morgen mijn commentaar: 'Geloofwaardigheid in geding')