Door Bas de Meijer - Zoveel als er veertig jaar geleden aan de start stonden zijn er niet, toch vormen de twaalf tandems die uiteindelijk meedoen met de Utrechtse tandemtocht een mooi bont gezelschap.

Het zag er mooi uit afgelopen weekeinde. Van een oude tandem uit 1901 tot moderne fietsen met elektrische ondersteuning, zolang je maar met twee man kunt trappen mag je meerijden. Of met drie man, zoals de delegatie uit België doet. Zij trekken gelijk de aandacht. Het is voor het eerst dat ze echt met de fiets gaan rijden. Toch heeft de fiets al eerder in deze contreien gereden, getuige het oude vlaggetje aan de fiets.

Een oud vlaggetje van een eerdere tandemtocht.

De tandemtocht die op 31 mei is gereden kent een lange historie. In 1975 werd de tocht voor het eerst gereden, met zo’n zestig tandems. Al gauw werd het een fenomeen, in de daaropvolgende jaren liep het aantal deelnemers op tot 400 en in Nederland was op de tandemdag nauwelijks meer een tandem buiten Utrecht te vinden.

In 1982 werd de laatste tocht gereden. Herbert Kuner en Otto Beaujon, groot liefhebbers van oude fietsen, leek het een goed idee om de tocht weer nieuw leven in te blazen. Veertig jaar na de eerste Utrechtse tandemtocht en in het jaar van de Grand Depart in Utrecht, mooier kan niet.

Nu staat een klein groepje te wachten bij Vroeg in Bunnik. Na een goede koffie is het tijd voor vertrek. De weersverwachting is slecht, toch blijken de weergoden de fietsers goedgezind. Het waait en is niet echt warm, voorlopig blijft het droog. De route voert rondom Utrecht en is zo uitgezet dat de tandemrijders bij slechts zes verkeerslichten hoeven over te steken gedurende de tocht van 40 km.

Het begin van de fietstocht gaat door stedelijk gebied, via Nieuwegein gaat de groep naar cafe Buurten in de voormalige Cereolfabriek voor de eerste stop. Een mooie plek met een rijke geschiedenis, net zoals de fietsen van een aantal deelnemers.

De tweede stop komt al snel. Een korte stop bij Victor, de bijzondere fietsenmaker aan de De Lessepstraat staat op de planning. De deelnemers zijn nauwelijks weg te slaan bij de verzameling fietsonderdelen.

Wim Kok, van de gelijknamige winkel in de Nachtegaalstraat, ontmoet zijn collega Victor.

Als iedereen uiteindelijk toch weer op de fiets zit, wordt koers gezet naar de Maarsseveense Plassen voor de lunch. De wegen die Kuner heeft bedacht zijn prachtig, iedereen geniet van de route. Zelfs voor doorgewinterde fietsers uit Utrecht heeft Kuner nog onbekende wegen kunnen vinden. 

Onderweg wordt volop gepraat. Zo divers als de fietsen zijn, zo divers zijn de deelnemers zelf. Liefhebbers van oude fietsen, een fanatiek ligfietser op een ligtandem, een ouder echtpaar uit Veenendaal, twee stellen met een visuele handicap en gewone fietsers. De gedeelde passie verbindt duidelijk.

Ook al begint het langzaam te regenen, iedereen zit met een lach op de fiets en geniet. Zelfs als de tegenwind onvermijdelijk is. Ondertussen rijdt Beaujon met zijn auto van stop naar stop met de nodige proviand. Bij de laatste pauze voor Fort Blauwkapel komt zelfs het bier tevoorschijn. De regen valt langzaam met bakken naar beneden, nog snel naar het Domplein voor de groepsfoto en dan valt de groep uiteen.

De Utrechters besluiten niet meer naar Bunnik door te fietsen. Alle deelnemers en de organisatie zijn het eens met elkaar, volgend jaar moet weer een tocht gehouden worden. Zo groot als rond de jaren tachtig zal het nooit worden, gelukkig misschien maar.

Een van de weinig verkeerslichten.

Drie belgen op één fiets tegen de wind in.