Een beeld van een paus in Utrecht, dat staat er nu aan de Pausdam. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de toenmalige paus nog zowat uit Utrecht weggehoond, maar voor onze enige eigen Utrechts/Nederlandse paus is een plekje gevonden bij het huis, Paushuize, dat hij ooit voor zichzelf liet bouwen, maar dat hij nooit gezien heeft.

Van Paus Adrianus VI, die leefde tussen 1459 en 1523, heeft Utrecht nu een heus standbeeld. De burgemeester onthulde het donderdagmiddag in bijzijn van diverse genodigden waaronder de Commissaris van de Koning.

Het beeld is er gekomen dankzij een gulle gift van het Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht dat daarmee het 75-jarig bestaan van het Cultuurfonds viert. In samenwerking met de Vereniging Oud-Utrecht kwam het beeld tot stand.

Adrianus Florisz werd in 1459 in Utrecht geboren en volgens de Vereniging Oud-Utrecht en het Prins Bernhard Cultuurfonds geldt hij 'als de meest invloedrijke Utrechter uit de geschiedenis'.

Adrianus was hoogleraar theologie in Leuven, leermeester van de nog jonge Karel V, diens regent in Spanje en van augustus 1522 tot zijn dood in september 1523 de eerste en enige Nederlandse paus. Hij streefde naar een sobere en rechtvaardige kerk en hij was de eerste die publiekelijk misstanden in de kerk erkende.

Adrianus gold als een wijs, eerlijk en rechtvaardig man die zijn hele leven verbonden zou blijven met zijn geboortestad. Om daar terug te keren liet hij in 1517 Paushuize bouwen, maar Adrianus overleed voor hij er kon intrekken.

Beeld

Het beeld van Adrianus VI is gemaakt door Anno Dijkstra in brons en staat op een klassieke sokkel. Adrianus draagt een sobere mantel en heeft in zijn linkerhand een eenvoudige stok. Voor zijn gezicht stond vooral het beroemde portret door Jan van Scorel (1523) model. Het hele beeld, dat ongeveer drie meter hoog is, staat op vier hardhouten wiggen. Voor de meeste toeschouwers was dat laatste even wennen omdat het er met die wiggen op lijkt dat het beeld zometeen wordt weggetakeld.

Volgens een persbericht ziet beeldhouwer Dijkstra paus Adrianus als de belichaming van soberheid, dapperheid, rechtvaardigheid en transformatie. 'Door het beeld een stevig fundament te geven en tegelijkertijd op wiggen te plaatsen, wordt het bevroren in een fase tussen verleden en toekomst en roept het vragen op over de actuele betekenis van vereren en herdenken.'

Het beeld is een geschenk van het Cultuurfonds en werd officieel overgedragen aan de stad Utrecht door de voorzitter (en Commissaris van de Koning) Willibrord van Beek.

De ceremonie werd opgeluisterd met een uitzonderlijke klokluiding van de Domklokken - waaronder de Adrianusklok - door leden van het Utrechts Klokkenluiders Gilde. Els van Stalborch, lid van het Utrechts Dichtersgilde, droeg een gedicht over Adrianus VI voor.

Paus Adrianus VI

Een glimlach op de Pausdam

als een zonnig plekje waar je

nooit meer kwam. Je dwaalde

tussen woorden op papier en

lag vergeten op de zolder van

ons geheugen. Nu word je

afgepoetst en opgetuigd als

beeld en komt terug in je

geboortestad na eeuwen.

-

In de Brandstraat werd je groot,

tussen opgewaaid verdriet,

leerde hoe te overleven en

te weten wat te weten was. Je

beklom de Olympus van je tijd.

Je naam kreeg vleugels en

streek neer op de lippen van

Maximiliaan en in het hart

van zijn kleinzoon Karel .

-

Toen Karel keizer en jij regent

van Spanje duisterde je ziel.

Je was alleen en vreemde.

De Santa Gunta prikte gaatjes

in je huid, je vroeg ontslag.

Je paste niet. In de weelderige

ruimte van kerken en paleizen

verlangde jij naar de sobere

kantelen van je lage land.

-

Toen werd je paus en jouw wit

gewassen woorden wekten

slangen onderhuids en wat je

wilde viel in slaap in een rimpel

van de tijd en werd na eeuwen

wakker. Jij overleefde niet.

Je kon niet weten dat jouw strijd

nog alle weelderige tongen splijt

en Utrecht jou niet is vergeten.

-

Een glimlach op de Pausdam

als een zonnig plekje waar jij

terug, witte woorden op je rug,

die nog altijd spreken.

Jouw geboortestad omhult je

als een deken. Jouw beeld

van eerlijkheid en moed is

uit de tijd gestapt, in brons

gegoten en vereeuwigd.

  

Els van Stalborch

Els van Stalborch leest haar gedicht voor. Foto: Ton van den Berg