Door Vincent Oldenborg

“Alle ballen voor de pot en de ambulance bij de poort”

Bovenstaand citaat van voormalig FC Utrecht-voorzitter Theo Aalbers is opgetekend in het boek “Oorlog in de zestien” van de Utrechtse schrijver Rob van Scheers dat vrijdag in café Engelenburch in de wijk Hoograven werd gepresenteerd.

De ondertitel van het boek luidt: “Het succes van de Utrechtse voetbalschool”, en twee roemruchte vertegenwoordigers van dat succes, Willem van Hanegem en Joop van Maurik, mochten uit handen van de schrijver het eerste exemplaar in ontvangst nemen. Overigens ging de presentatie bijna mis want Joop van Maurik had in zijn agenda 29 juli staan en was afwezig, maar kon nog op tijd opgespoord worden om naar zijn eigen cafe te komen.

Wim van Hanegem krijgt het eerste exemplaar als Joop van Maurik nog afwezig is. Foto: Ton van den Berg

Van Maurik en Van Hanegem, die samen hun voetballoopbaan begonnen onder trainer Daan van Beek bij Velox, zijn mooie voorbeelden van wat de term oorlog in de zestien inhoudt. Voetballers die tot het gaatje, en soms er voorbij,  gaan in het strafschopgebied met als enig doel… winnen.

Mannen met van die echte Utrechtse koppen, zoals de schrijver dat noemt. Het boek behandelt de geschiedenis van het Utrechtse betaalde voetbal vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw tot en met de playoffs van FC Utrecht in het afgelopen seizoen.

Aan de hand van vaak vermakelijke anekdotes, foto’s, citaten en handige lijstjes met feiten worden een aantal roemruchte Utrechtse voetbalgeneraties besproken die het hart van menig Utrechts voetbalfan sneller lieten koppen.

Roemruchte wedstrijden komen voorbij zoals het landskampioenschap van DOS in 1958. De “schandalige” 3-3 van Elinkwijk, met zijn Surinaamse parels, tegen Ajax in 1966. Natuurlijk ook het EK van ‘88 waar de “Utrechtse as” bestaande uit Hans van Breukelen, Jan Wouters en Marco van Basten het favoriet geachte Duitsland in Hamburg de das om deden en de steeds weer terugkerende strijd tegen het degradatiespook.

“DOS kan niks, zelfs niet degraderen” of een spandoek met de tekst “Wij zijn hier niet voor het voetbal” zijn sprekende voorbeelden van de typisch Utrechtse galgenhumor.

In het boek wordt Wesley Sneijder opgevoerd als het, voorlopig, laatste product van die typische Utrechtse voetbalschool. Van die echte Utrechtse straatschoffies.

Volgens de beschrijving van Jan Wouters: “Spelers uit Utrecht pik je er zo uit. Ze staan bij een muurtje nooit met hun handen voor het kruis en kijken de schutter aan met een blik van: Waaag het eens!!! - We weten je te vinden, hoor! “.

Oorlog in de zestien is een goed geschreven, leuk en informatief boek dat ik iedere rechtgeaarde Utrechtse voetbalfan kan aanbevelen. Al was het maar om alle kommer en kwel rond het Nederlandse mannenvoetbal, juist in deze zomer even te vergeten.