Peter Oostveen - Oh ja hoor, ’t zal in ’t gemeentehuis best wel wat wenkbrauwen hebben doen fronsen, maar het is ‘m wel gelukt: 'onze Marcello' staat gewoon op de kieslijst voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Driewerf chapeau, een welverdiend resultaat van bevlogenheid en doorzettingsvermogen. Zelfs als ’t Marcello niet lukt om in de gemeenteraad te komen, is het voor mij nu al de ultieme monsterzege voor de lokale democratie die alle eventuele andere overwinningen bij voorbaat compleet van het slagveld wegvaagt.

En natuurlijk, links was er laatdunkend gegniffel, rechts was er gehoonlach. Bij mij toverde ’t nieuws ook een glimlach op m’n gezicht, maar wel om een heel andere reden. In mijn column 'Van aangeschoten wild tot gewillig stemvee' achreef ik al dat mijn aandrang om voor onze gemeenteraad de gang naar ’t stemlokaal te maken tot een ijzig nulpunt was gedaald. En nog steeds vervloek ik de dag dat de stempas van de gemeente in mijn brievenbus zal worden gedeponeerd. Maar door de kandidatuur van Marcello ligt die baksteen al stukken minder zwaar op m’n maag.

Of Marcello een goed bestuurder zal zijn weet ik niet, maar met de homogene samenstelling van onze huidige raad (hoog opgeleid, welgesteld en regentesk) in m’n achterhoofd vind ik dat op dit moment niet zo heel erg belangrijk.

Utrecht kan van Marcello zeggen wat ’t wil, maar niet dat hij geen mens van vlees en bloed zou zijn, niet dat hij geen passie zou hebben, niet dat hij zijn missie licht zou opvatten, niet dat hij geen doorzettingsvermogen zou hebben. Hij is en hij heeft ’t allemaal. Te midden van de technocraten die onze stad de afgelopen vier jaar in een verstikkende wurggreep hebben gehouden, zou Marcello fungeren als een sprankelende voorjaarsschoonmaak die met zijn zeemlap alle vensters in één klap uit de sponningen zou drukken. De benodigde frisse wind.

En dan, helemaal los van de persoon van Marcello, een partij zoals die hem voor ogen staat wordt in onze huidige raad node gemist. Marcello wil “opkomen voor mensen die in ’t verdomhoekje zitten”. Zijn criticasters stellen dat hij daarmee de schijn van een one issue partij over zichzelf afroept. Voor mij juist een inzicht dat getuigt van zeer hoog realistisch en strategisch gehalte.

Een partij die zich ten doel stelt op te komen voor de mensen “in ’t verdomhoekje” zal niet veel tijd over hebben voor andere raadsonderwerpen. Immers, een gemeente die noodkreten van burgers stelselmatig negeert, zich slechts een half jaar voor de verkiezingen bewust wordt van ’t fenomeen “inspraak” en ’t verrekt om hun bezwaarschriftencommissies te laten bemensen door onafhankelijke derden, is een bestuurlijke hel waarvan je mag hopen dat de “verdoemden” zich tijdig voor de poorten ervan weg kunnen slepen.

Velen is dat niet gegeven. Denk terug aan mijn oude tante Janet die geen trapliften vergoed kreeg en wat de gemeente betreft haar vertrouwde habitat kon inruilen voor een gelijkvloerse woning in een voor haar onveilige omgeving. Denk terug aan de gehandicapte, zieke en dakloze Bart de Vries die van de gemeente geen urgentie kreeg voor adequate huisvesting. Voor deze mensen zou een partij zoals Marcello die voor ogen staat fungeren als een paradijselijke oase in een dor woestijnlandschap. Een veilige haven te midden van een orkaan. Een hemellichaam te midden van de Apocalyps.  

Ik weet niet of ’t Marcello gaat lukken om in de gemeenteraad te komen. En, als ’t hem lukt weet ik ook niet of hij een goed bestuurder zal zijn. Desondanks is de partij van Marcello “Rex Willem Alexander” voor mij nu al het imposante boegbeeld van de Utrechtse gemeenteraadsverkiezingen 2018.

En wat mij betreft ook een waardig eerbetoon aan alle markante Utrechters die onze stad maken tot de unieke plaats die ’t altijd geweest is: een lijn die loopt van de oude meneer Dick Oostveen die in ’t verleden op de stationstraverse op Hoog Catharijne zijn mandoline zat te bespelen tot de huidige meneer in het witte pak die dagelijks langs de Oude Gracht loopt te flaneren, de getinte meneer met zijn prachtige hippiefiets met ’t hoge stuur en de headbangende krullenkop (met walkman) in zijn blote torso. En vanzelfsprekend ook de mysterieuze heer Singh die een onuitwisbare indruk achtergelaten heeft.

Een gemeenteraad die de geest van deze unieke Utrechters niet uit ademt, mag wat mij betreft het predicaat 'volksvertegenwoordiging' niet dragen.