Miljoenen euro's, bestemd om te worden uitgegeven, liggen bij de gemeente soms jaren 'op de plank'. Hoe kan dat, vraagt Vincent Oldenborg zich af. 

Deze week begon de bespreking in de raadscommissies van de jaarstukken 2013 en de voorjaarsnota 2014. Uren vergaderen over het huishoudboekje van de gemeente en over de plannen en het beschikbare geld voor volgend jaar, wat uiteindelijk moet resulteren in  de begrotingsvoorstellen voor 2015.

Als raadsfracties volgend jaar nieuwe of andere dingen willen dan het college voor ogen staat, dan doen ze er verstandig aan om dat nu te melden. Die wensen kunnen dan een plaats krijgen in de begroting. Omdat alleen de zon voor niets op gaat, betekenen wensen altijd een zoektocht naar geld.

Door die zoektocht ontdekt je soms dingen die je, vreemd genoeg, nooit eerder zijn opgevallen. Zo bleek vorig jaar dat er ruim 500 miljoen gepland investeringsgeld op de plank lag te wachten op besteding zonder dat het de raad duidelijk was hoe het zat met die investeringen. Een deel lag er zelfs al meerdere jaren zonder dat er ogenschijnlijk iets mee gebeurde.

Tegelijkertijd keurde de raad elk jaar, bijna automatisch, bij de begroting zo’n 100 miljoen aan nieuwe investeringen  goed, die vervolgens voor een deel aan die voorraad op de plank werden toegevoegd.

Natuurlijk kunnen er hele goede redenen zijn waarom een geplande investering vertraagd wordt.  Juridische procedures van burgers, die maken dat je moeten wachten op een uitspraak van de rechter. Problemen bij een aanbesteding waardoor je later kunt starten. Vertraging bij medefinanciers zoals Europa, rijk of provincie. Maar als er na twee jaar of langer voor een geplande investering nog nauwelijks een stuiver is uitgegeven, dan wordt het tijd om je achter de oren te krabben en na te gaan of je dat geld misschien beter voor iets anders kunt gebruiken.

Op verzoek van de raad is het college afgelopen winter die hele stapel wachtend geld doorgelopen en heeft daar nu een overzicht van gegeven. Dat is een goede zaak. Niet dat die actie opeens miljoenen euro’s heeft opgeleverd. Voor bijna elke euro is er een goede reden dat hij nog op de plank ligt en er soms ook nog even moet blijven liggen.

Wat het wel heeft opgeleverd, is het besef dat besturen wellicht vooral vooruit zien is, maar dat je wel regelmatig  even achterom moet kijken om te zien hoe het staat met de nut en noodzaak  van eerdere plannen die nog op uitvoering wachten.

De afspraak om de raad, en daarmee de bevolking, jaarlijks te rapporteren over de vertraagde investeringen en de eventuele noodzaak om het geld gereserveerd te houden, is weer een belangrijke stap op weg naar een heldere verantwoording  van de besteding van ons gemeenschapsgeld. Een mooie bijvangst van de zoektocht naar geld. 

Vincent Oldenborg

(oud-raadslid Leefbaar Utrecht en politiek commentator)