In het Stadskantoor zijn vrijdagmiddag in de publiekshal (boven de receptie) twee Stadscitaten onthuld. Het betreft een strofe uit een gedicht van Guillaume van der Graft en een antwoord daarop van dichter (en stadsgildemeester) Alexis de Roode. 

De Stadscitaten zijn een initiatief van de voormalige Stadspartij Leefbaar Utrecht, die als afscheid aan de stad de kosten op zich nam. De laatste fractievoorzitter van die partij hield een speech, hieronder wat hij had voorbereid.

Door Vincent Oldenborg - Stationsgebied, cultuur en openbare ruimte. Drie onderwerpen die onlosmakelijk verbonden zijn met de inzet van Leefbaar Utrecht in de lokale politieke arena en die samenkomen in de stadscitaten die wij hier vandaag gaan onthullen.

De gang van zaken rond het voormalige UCP was één van de voorname triggers die leidde tot de oprichting van de partij in 1997. Meer invloed van de Utrechtse bevolking op de vormgeving van hun stad en hun directe leefomgeving was daarin van begin tot eind de rode draad.

Wat het stationsgebied betreft, werd dat gestalte gegeven in het referendum in 2002. Ik zal vandaag niet ingaan op visie A en 1 en de strijd om bij alle belangenafwegingen,  de uitspraak van de Utrechtse kiezers boven tafel te houden. Ieder heeft daar zo zijn eigen beeld bij en de gekozen dichtregels van Van der Graft, het pseudoniem van Willem Barnard, verwoorden in ieder geval op een uitstekende wijze het gevoel dat zo af en toe bovenkomt als ik mij op de fiets door de bouwput slinger.

Waar het cultuur betreft heeft het door Leefbaar Utrecht aangedragen en moeizaam bereikte compromis tussen het “meer koopzondagen” van de VVD en het “heiligen van de zondagsrust” van het CDA, in de collegeonderhandelingen van december 2000, de culturele zondagen opgeleverd die inmiddels niet meer weg te denken zijn uit het Utrechtse culturele leven.

Dat we daarbij mede, met de steun van anderen, ook de literatuur als onderdeel van een bruisend cultureel leven een niet meer weg te denken plaats in de Utrechtse scene hebben kunnen geven, beschouw ik als een mooi gezamenlijk succes, wat straks op deze plek ook een mooie blijvende verbeelding krijgt.

Tot slot de openbare ruimte. Het feit dat mogelijk ergens in de verre toekomst een student of promovendus bij een studie over de lokale politiek, zich vertwijfeld zal afvragen wat in vredesnaam de term “Oldenborggelden” mag betekenen, daar kan ik mij nu al op verheugen. De overtuiging dat een goed onderhouden en aantrekkelijke openbare ruimte bijdraagt aan het gevoel van welbevinden en veiligheid bij de gebruikers, samengevat in het containerbegrip Leefbaarheid, is al die jaren één van de drijfveren geweest voor ons politieke handelen.

Daarom was de keuze voor een bestemming van de restanten van het verkiezingsfonds, nadat wij besloten hadden dat de rol van Leefbaar Utrecht in de Utrechtse politiek was uitgespeeld, niet zo moeilijk. Het moest bijdragen aan een verfraaiing van de openbare ruimte en dan bij voorkeur in het Stationsgebied. Daarbij dienden het gedicht van Crone bij de overgang van de donkere, naar de lichte gaard ,ik citeer: “'Later stond hij in de Lichte Gaard naar de sterrenhemel te kijken, nu had hij bij zijn verdriet nog de hik gekregen'”, maar ook het fragment uit “Het nieuw Utrechts ambtsgebed” van Ingmar Heytze in hal van het Stadhuis als inspirerende voorbeelden.

De dichtregels van Guillaume Barnard.

De reactie van Alexis de Roode.

Wij danken Michael Stoker voor het idee  om dichtregels van een “oude” en helaas overleden dichter te combineren met dichtregels van één van onze huidige dichters, verzameld in ons Stadsdichtersgilde.

Wij danken Alexis de Roode dat hij de opdracht om een antwoord op de regels van Van der Graft te schrijven, wilde accepteren.

Wij danken de familie Barnard, dat zij wilde toestemmen in het gebruik van de regels van hun vader.

Wij danken Abel Derks voor de vormgeving en Eline Janssens voor productie en realisatie. Wij danken Hans Goedkoop, Nico Janssen en Fred Nuwenhuis voor het meedenken over een geschikte locatie en voor hun suggestie om de teksten te plaatsen in de openbare ruimte van het Stadskantoor en bovendien voor alle inzet om het idee te laten landen in de ambtelijke organisatie en voor de coördinatie van het project.

Wij danken het vorige College en dan met name Frits Lintmeijer en Victor Everhardt voor de enthousiaste wijze waarop ze dit idee hebben omarmd en de huidige wethouders Margriet Jongerius en Viktor Everhardt dat zij de regels willen onthullen.

Ik wil besluiten met de wens uit te spreken dat deze Stadscitaten het begin moge zijn van een mooie traditie waarbij Utrechtse organisaties die iets bijzonders te vieren of te gedenken hebben, onder de deskundige hoede van het Literatuurhuis, de stad zullen blijven verrijken met mooie regels in ons aller openbare ruimte.

En nu weg met dat doek."

(De dichtregels zijn door het bedrijf Signs and More uit Houten op acrylaatplaten gezet en tegen de wand van de publiekshal bevestigd)