John Noy exposeert: 'Een overzicht van 2000 tot heden...' in gebouw Hoog Hiemstra aan het Hooghiemstraplein 51 vanaf woensdag 19 december t/m zondag 23 december tussen 14.00 en 17.30 uur. Entree gratis.

Door Ton van den Berg - Een kunstenaar is altijd op zoek, vindt John Noy. Hij legt zich niet neer bij één stijl en hanteert niet iedere week op dezelfde manier de kwast. Nee, Noy gebruikt zelfs meer dan een kwast. Hij pakt een paar pastelkrijtjes en wrijft ermee op de achterkant van een schilderij. “Kijk, de structuur van het linnen bepaalt wat je te zien krijgt en als ik twee kleuren meng krijg ik weer nieuwe kleuren.”

In zijn atelier draait hij het schilderij om. De voorzijde is helemaal volgeverfd met alle kleuren van de regenboog, voor een leek lijkt het geklieder. “Dit wil ik gebruiken als basis om een portret op te schilderen. Dat is ook nieuw voor mij. Ik schilder geen herkenbare gezichten, maar vanuit deze geabstraheerde achtergrond wil ik dat toch gaan proberen. Het is zo leuk werken. Je begint gewoon heerlijk, los. Er staat eerst helemaal niks en dan wordt het wat. Vanuit de chaos naar de orde.”

Noy pakt zijn mobieltje erbij waarop hij een aantal van zijn schilderijen digitaal bewaart. Een van de schilderijen laat het hoofd van de filmfiguur de Peetvader (Marlon Brando) zien. “Zie je, hier heb ik die techniek ook al gebruikt. Het bevalt me wel. Het is mooi als zoiets mooi uitpakt. Maar het mag ook best fout gaan. Waar het om gaat is dat ik op zoek ben naar vormen. Ik schilder ook veel abstract omdat ik dat nodig vind voor mezelf. Daar heb ik gewoon plezier in. Ik weet niet of ik ooit zo’n abstract werk ook verkocht krijg. Maar dat zie ik dan wel.”

John Noy is in Utrecht en omstreken een bekend kunstenaar. Maar het is alweer een tijdje geleden dat hij een grote expositie had. "Ergens in 2006", zegt hij. Tijd dus voor een overzicht van zijn werk vanaf het jaar 2000 tot nu in het gebouw Hoog Hiemstra. Waarom niet in het Centraal Museum? Noy lacht: “Natuurlijk zou ik het leuk vinden als een van mijn schilderijen in een museum zou komen te hangen, maar ik heb het voor mijn levensgeluk niet nodig. Ambitie om een of andere top te halen heb ik dan ook niet. Dat moet vanzelf gaan en niet doordat ik iedere dag opnieuw daarmee bezig ben.”

John Noy. foto: Ton van den Berg

Grafische School

“Op school kon ik wel aardig tekenen,” vertelt Noy. Maar dat maakt nog geen kunstenaar. De eerste voorzichtige stappen die kant op maakt hij op de Grafische School aan de Jutfaseweg waar hij een opleiding reclametekenaar volgt. Hij komt er in aanraking met kunstenaars zoals Wout Maters en Henk Hester die er les geven. “Ik kwam die mannen ook weer tegen in Galerie de Reiger waar de moeder van een vriendinnetje van mij, Annetje de Nijs, de eigenaresse van was.”

Noy tekent in zijn vrije tijd stillevens en portretten, maar loopt daar niet mee te koop. Hij werkt hier en daar om aan zijn brood te komen. Een baan als reclametekenaar wordt niks, dat is zijn ding niet. Als hij een klus heeft als antiekrestaurateur in de Oude Pijpenlade aan de Oudegracht ontmoet hij de tekenaar van erotische afbeeldingen Jan de Haas. Die krijgt inzage in de tekeningen van Noy en moedigt hem aan om naar de Rietveld Academie in Amsterdam te gaan.

“Voor Jan de Haas heb ik ook mijn eerste betaalde klus gedaan. Hij mocht in Utrecht het Boekenbal opfleuren en hij vroeg mij om koeien te schilderen. Een hele boel koeien. Zoveel dat ik de hulp ingeroepen heb van leerlingen van de Nimeto, de etaleerschool in Utrecht, die mij geholpen hebben met het inkleuren van die vellen vol met koeien. Jan de Haas zelf beschilderde allerlei etalagepoppen met erotische afbeeldingen. Samen met Annetje hebben we na afloop van het Boekenbal nog zo’n etalagepop mee naar huis genomen. Die ging op z’n kop door het open dak van een Fiatje 500. Dat was een prachtig gezicht zoals we daar door Utrecht reden met die benen van die pop erbovenuit.”

Noy maakte de Rietveld Academie niet af. “Het was voor mij een moeilijke tijd. Ik was een gevoelig kereltje in die tijd. Mijn vader was overleden toen ik 15 was en ik ben nog met mijn moeder meeverhuisd naar een gehucht in Brabant waar ze met een nieuwe vriend een café begon. Dat werd helemaal niks daar. Die Brabanders moesten niets van die Hollanders. Ik voelde me er ook helemaal niet thuis en ik ben naar Utrecht teruggegaan en ging op kamers wonen. Ik was net 18 en eigenlijk was ik nog veel te jong om alleen te zijn. Ik ben dan ook heel lang op zoek geweest naar een gezinsleven, naar gezelligheid. Ik was een vogeltje dat te vroeg uit het nest gevallen was. Dat nog niet kon vliegen.”

Hyperventilatie

De vrijheid van de jaren zeventig die de studenten aan de Rietveld Academie genieten, kan Noy niet aan. Hij komt er Theo Mackaay tegen die er een geweldige tijd heeft, maar Noy bezorgt het alleen maar hyperventilatie en last van zijn maag. “Ik ben er gestopt en ben voor mezelf begonnen als schilder. Ik ging zoeken naar een thema. Dat was niet eenvoudig. Het duurde even dat ik ontdekte dat zoiets helemaal niet nodig is. Dat je vanuit vorm, kleur en compositie ook kan schilderen.”

In Amsterdam volgt Noy nog wel een lerarenopleiding aan de Academie voor de Beeldende Kunst. “Ik dacht, als ik geen kunstenaar wordt kan ik altijd nog les geven.” Die opleiding, waar studenten veel minder vrijheid genieten, maakt hij wel af en wordt later ook docent op de avondschool van het Grafisch Lyceum, de plek waar hij zelf als leerling in de schoolbanken zat. Helaas voor hem, maar vooral voor zijn leerlingen schrapte het Grafisch Lyceum de opleiding enkele jaren terug.

Terug naar hoe het verder ging met Noy. Via het inloopatelier van Jan Boon aan de Bemuurde Weerd leert Noy steeds zelfstandiger te werken. Als Boon overlijdt neemt hij het met twee andere kunstenaars het atelier over. “In die tijd ging het abstracte voor mij over in het meer figuratieve. Ik liet dat eerst weg. Die poppetjes beklemden mij. Ik wist ook niet wat ik er mee moest. Ik had geen boodschap in mijn schilderijen. Nog steeds niet. Wat een ander er in ziet vind ik allemaal goed. Voor mij draait het om de spanning, de kleuren en de compositie. Dat zijn mijn thema’s. Een geabstraheerde figuratie is mijn stijl. De harmonie van vorm en kleur. De figuren moeten ook kloppen in dat geheel. Ik bedoel dat niet anatomisch want daarin eigen ik mij veel vrijheid toe. Een hand of been klopt anatomisch vaak niet, maar het past zonder dat het opvalt in de vorm. Daarom ook werk ik zonder modellen want daardoor zou ik vast komen te zitten aan de anatomie.”

Dat veel van zijn werk vrouwen uitbeelden is niet verwonderlijk, zegt Noy. “Vrouwen, dat is mijn absolute thema. Ik raak er helemaal ontroerd door want wat je op een doek met een vrouwenlichaam allemaal kan doen is prachtig. Nee, het gaat niet alleen om erotische gevoelens. Het gaat erom dat je de figuratieve abstrahering op een vrouw heel goed kun loslaten. Je kunt het haar opsteken of laten hangen. Je kunt haar lichaam een heel aparte vormen meegeven. Ik schilderde veel volumineuze vrouwen, maar nu zijn ze weer heel slank. Die vrouwen komen toch wel heel dichtbij wat ik persoonlijk als archetype van een vrouw zie.”

Zelfverzekerd

Noy schenkt nog eens een kopje koffie in en biedt een chocoladekoekje aan. Zijn lange blonde haar schudt hij uit zijn ogen. Hij ziet er zelfverzekerd uit. Is dat ook, zegt hij. “Ik ben niet meer dat onzekere kereltje. Ik heb geborgenheid en veiligheid bij mezelf gevonden. Na mijn scheiding, ben ik veel gaan mediteren en heb de spirituele kanten in mezelf gezocht. Het boek van Eckhart Tolle ‘Nieuwe Aarde’ is daarbij voor mij een bijbel op mijn nachtkastje. Ik was altijd op zoek bij een ander om me veilig te voelen, maar die heb ik nu definitief bij mezelf gevonden. Ik was ook op mezelf teruggeworpen, iets waar ik heel bang voor was eerst. Maar ik eiste van mezelf dat ik de verantwoordelijkheid die dat met zich meebracht moest dragen. Die veranderingen hebben ook invloed gehad op mijn werk. Ik durf meer. Abstract schilderen doe ik omdat ik dat zelf wil en omdat ik daar nog meer in kwijt kan dan in het figuratieve. Ik weet ook nu wat Karel Appel bedoelde toen die eens zei dat hij zijn werk ging afkijken. Dat betekent voor mij dat als je een abstract werk hebt gemaakt er nog eens rustig van afstand naar gaat kijken en dan goed oplet of er spanning in zit, de compositie goed is, het kleurgebruik en of het je er een goed gevoel bij hebt.”

John Noy exposeert: 'Een overzicht van 2000 tot heden...' in gebouw Hoog Hiemstra aan het Hooghiemstraplein 51 vanaf woensdag 19 december t/m zondag 23 december tussen 14.00 en 17.30 uur. Entree gratis.

Portret van de acteur Simon Pegg. Illustratie John Noy