Door Nico van Laar - Utrechters gaan weinig naar de bios. In vergelijking met andere steden is het bioscoopbezoek hier laag. In 2013 ging de gemiddelde Utrechter 2,5 keer per jaar naar de film. In andere grote steden ligt dat twee keer zo hoog, ofwel rond de vijf keer per jaar. Bioscoopexploitanten en filmdistributeurs hebben dit Utrechtse ‘gat in de markt’ natuurlijk opgemerkt en zoeken de verklaring in het geringe aantal bioscoopstoelen en filmdoeken.

Er zijn nu in Utrecht 3500 bioscoopstoelen op 325.000 inwoners, ofwel ongeveer elf stoelen per duizend inwoners. Ter vergelijking: in Groningen zijn er op 197.000 inwoners 4200 stoelen. Dat zijn ongeveer 21 stoelen per duizend inwoners.

De bioscoopbranche weet dat het bioscoopbezoek direct gerelateerd is aan de aantallen stoelen en doeken. Aanbod schept in dit geval de vraag. Vandaar dat er in Utrecht al jaren plannen worden gemaakt voor nieuwe bioscopen

Megaplex

In 2015 gaat, nu de plannen goedgekeurd zijn, de eerste spade de grond in voor het bioscoopcomplex van Kinepolis op het Jaarbeursterrein. Dit ‘megaplex’ krijgt vijftien zalen en 3300 stoelen. Direct na de opening ervan zullen Camera op de Oudegracht en de Catharijnebioscoop hun deuren sluiten. Per saldo zijn er dan in Utrecht ongeveer 5500 stoelen, ofwel 17 stoelen per duizend inwoners.

Maar ook Leidsche Rijn krijgt z’n megabioscoop. CineMec/Pathé hoopt in 2015 de deuren van zijn Utrechtse vestiging (tweeduizend stoelen) aan de A2 te openen. Tel je deze bioscoop ook mee - en waarom zou je dat niet doen? - dan komt Utrecht op 7500 bioscoopstoelen. Dat zijn 23 stoelen per 1000 inwoners.

De Kade

Er kan nog meer bij. Dat zegt Pim Hermeling, een van de initiatiefnemers van ‘filmtheater De Kade’. Na het voortijdig einde van het bibliotheek-plus-bioscoop ‘Bieb++-project’ op het Smakkelaarsveld hebben enkele private initiatiefnemers een nieuw voorstel ontwikkeld voor een arthouse, voor films buiten het reguliere commerciële aanbod om, op het Paardenveld.

Arthouse de Kade. Illustratie Allard Architecture

‘De Kade’ zou ook het jaarlijkse Nederlands Film Festival onderdak kunnen bieden, alsmede een aantal creatieve opleidingen van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, en mogelijk ook het Filmtheater ’t Hoogt. De nieuwe bioscoop moet zeven of acht filmzalen met in totaal 800 à 885 stoelen krijgen.

Het totale aantal bioscoopstoelen in Utrecht zou daarmee stijgen tot 8300, ofwel 25 stoelen per duizend inwoners, een landelijk record. Om Utrecht op hetzelfde aantal bioscoopbezoeken te laten uitkomen als de meeste andere grote steden – gemiddeld vijf per jaar –, zou het aantal bezoekers moeten verdubbelen van 822.000 naar ruim 1,6 miljoen ...

Ondanks de al geplande spectaculaire groei van het aantal bioscoopstoelen in Utrecht in de komende jaren ziet Pim Hermeling voldoende ruimte voor een bioscoop die zich richt op het arthouse-filmsegment. Hij vindt dat in dit specifieke segment nog onvoldoende aanbod is, met alleen het Louis Hartlooper Complex, het Springhaver Theater en Filmtheater ’t Hoogt.

De gemeente is positief. In haar ‘startnotitie’ staat: ‘Hoewel de stad zeker na de bouw van het Louis Hartlooper Complex relatief veel doeken heeft voor Arthouses (negen zalen), is er geen state-of-the-art filmtheater met ruime, comfortabele zalen en grote filmschermen. Daarnaast zijn de huidige vertoningmogelijkheden voor de grote filmfestivals ondermaats (...). Een groot filmtheater voor kwaliteitsfilms – een centrumfunctie voor de film – ontbreekt in Utrecht.’ De gemeente Utrecht ondersteunt daarom het De Kade-initiatief. In augustus 2015 zou de gemeenteraad zijn zegen aan dit plan moeten geven door de vereiste wijziging van het bestemmingsplan.

Wijk C

Een deel van bioscoop De Kade komt volgens de plannen binnen de grenzen van bestemmingsplan Oude Stad ‘deelplan Wijk C’ waar de bestemming ‘Openbaar Groengebied’ is. De bewoners van Wijk C zien bij verwezenlijking van dit plan een gedeelte van hun groenvoorziening verloren gaan. Het Wijk CKomitee is daarom fel gekant tegen het project. Het Komitee en bewoners van Wijk C vrezen bovendien extra druk op de wijk door om te beginnen alweer een nieuw bouwproject, en later extra verkeer, meer straatlawaai en extra parkeerdruk. Wijk C zit niet te wachten op deze ‘verlevendiging van de wijk’, en als het bestemmingsplan wordt gewijzigd, overweegt het daartegen in beroep te gaan bij de Raad van State.

Nadat het Bieb++-plan in de gemeenteraad was afgeserveerd, is de destijds nog lopende bezwaarprocedure bij de Raad van State doorgezet, en in zijn uitspraak van 15 oktober 2014 achtte de Raad van State de bezwaren gegrond. In een eventuele nieuwe bezwaarprocedure rond bioscoop De Kade zal het vooral gaan over de aantasting van de groenvoorziening van de wijk, de toename van het aantal noodzakelijke auto- en fietsparkeerplaatsen en de vermeende behoefte aan een culturele voorziening in dit deel van de stad.

’t Hoogt

Filmtheater ’t Hoogt is de enige door de gemeente gesubsidieerde bioscooponderneming. ’t Hoogt biedt bijzondere films en activiteiten in een sfeervolle en kleinschalige setting. Medio 2018 zal ’t Hoogt de huidige locatie moeten verlaten. Het huurcontract met de eigenaar, het Utrechts Monumenten Fonds, eindigt dan en het UMF zal de huurovereenkomst niet verlengen. Samenwerking met filmtheater De Kade ligt voor de hand. Of misschien beter gezegd: ’t Hoogt onderbrengen bij De Kade lijkt voor ’t Hoogt een van de weinige opties om zijn bestaan na medio 2018 te continueren.

City Theater

Het City Theater op de hoek van de Drift heeft zo’n vijfhonderd stoelen. De eigenaar is (en blijft) Wolff, de bekende bioscooponderneming. De huidige exploitant van City is Kinepolis, maar dit bedrijf zal zijn activiteiten in City beëindigen wanneer de megabioscoop bij de Jaarbeurs zijn deuren opent.

De Citybioscoop als arthouse - Illustratie RHAW Architecture

City, gebouwd in 1925 in de stijl van de nieuwe zakelijkheid, is van grote waarde voor de architectuur in de stad. Het is dan ook een rijksmonument. Jos Stelling, de eigenaar van Springhaver en het Louis Hartlooper Complex, zou graag de nieuwe exploitant van het City Theater worden. Hij heeft zijn zinnen gezet op de herontwikkeling van het zich nu in matige staat bevindende theater. Wolff en Stelling werken samen aan een financieel plan, en er is geen bestemmingswijziging nodig. Dit nu wat morsige gedeelte van de Voorstraat zou door de opwaardering van City een mooie impuls krijgen. Om geen concurrent van de megabioscoop achter het station te worden, zal in de programmering van het nieuwe City de nadruk vooral liggen op de kunstzinnige en commercieel kwetsbare films.

Overkill

Ook het nieuw geplande filmtheater De Kade richt zich op dit filmsegment. Arthouse-films bedienen maar een klein gedeelte (zes tot zeven procent) van het bioscooppubliek. Bij verwezenlijking van én Filmtheater De Kade én het nieuwe City zal er een overkill aan stoelen voor het arthouse-segment ontstaan. Verdraagt de arthouse-film zich überhaupt met ‘nieuw en groot’? Jos Stelling zegt dat als De Kade doorgaat, de ontwikkeling van City zinloos wordt en het Louis Hartlooper Complex gevaar loopt. Schiet de gemeente weer in de overtreffende trap van ‘grootst’ met het De Kade-project?

(Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit de Binnenstadskrant januari 2015)