Een circa 12 eeuwen oud zwaard is vanaf vandaag te zien in de vitrines van de afdeling Erfgoed in het oude Stadhuis. De bijzondere vondst werd al in 2004 gedaan in de Kromme Rijn, maar verdween in een schuurtje en was bijna vergeten.

Door Ton van den Berg - "'Kijk een zwaard', riepen we nog toen we een stuk ijzer rechtop overeind in een hoop modder zagen staan. Lachen, we hadden al eerder brandkasten gevonden, leeg hoor, en toen dit stuk ijzer. We hebben het nog weken aan boord gehad en daarna heb ik het mee naar huis genomen."

Het is 2004 als Mark Jongerius in dienst van aannemersbedrijf Peek een duwboot bestuurt die als taak heeft slib af te voeren dat wordt opgebaggerd uit de Kromme Rijn. Ter hoogte van de Herculesbrug bij stadion Galgenwaard steekt het stuk ijzer uit het slib. Het valt Jongerius op en hij haalt het eruit en houdt het apart. "Het was een bonk oud ijzer, maar je kon er een zwaard in zien. Ik dacht nog: wat moet je ermee, maar heb het toch maar meegenomen."

Jongerius neemt de 'bonk ijzer' later mee naar huis, wikkelt het in een handdoek en legt het op een stelling in een schuurtje waar het in de vergetelheid raakt. "Ja, en dan een paar jaar later gaan we verhuizen en kom ik dat stuk ijzer pas weer tegen. Het was ook al erg aan het roesten. Maar die vorm van een zwaard zette me toch wel aan het denken en toen heb ik er foto's van gemaakt en die opgestuurd naar de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed om te vragen of zij er iets van konden maken."

Bij de Rijksdienst in Amersfoort is archeoloog Jan van Doesburg blij verrast met de vraag en de foto's en is twee uur later bij Jongerius thuis om het ijzer met eigen ogen te aanschouwen. "We krijgen wel vaker meldingen van vondsten en ik ben ook wel eens een zwaard tegengekomen dat zo van een carnavalswagen is gevallen, maar dit was toch echt bijzonder. Ik kon wel zien dat dit een echt oud zwaard was en dat het beslist gerestaureerd moest worden om verder verval te voorkomen."

Jongerius draagt zijn 'oud ijzer' over aan de Rijksdienst en die gaat er mee aan de slag na overleg met de afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht, de vindplaats van het zwaard. De gemeente betaalt voor de restauratie die enige tijd in beslag neemt. Onder meer worden er röntgenfoto’s gemaakt van het ijzer en daarna wordt het zorgvuldig schoongemaakt, geconserveerd en gerestaureerd.

Het parelmotief.

Als alle roest is verwijderd blijft een glanzend zwaard over, en aan het bovenstuk ervan - dat versiert is met messing draad met parelmotief - kan worden vastgesteld dat het gaat om een slagwapen uit de 9e eeuw, zegt Herre Wynia van de afdeling Erfgoed. Een vergelijkbaar zwaard is ooit in Elst gevonden en daarbij is ook vastgesteld dat het gaat om een wapen dat gemaakt werd in smederijen in het Duitse Rijngebied toen Karel de Grote aan de macht was.

In Nederland zijn er nu twee van deze zwaarden bekend, andere exemplaren die er ook op lijken werden gevonden in Ierland, Zweden, Noorwegen, Duitsland en Kroatië. "Maar dit exemplaar heeft zes inkepingen bovenop het handvat en de meeste voorbeelden die we kennen hebben er vijf of zeven", merkt Van Doesburg op. "Dat maakt dit exemplaar toch wel uniek."

Hoe het in de Kromme Rijn is terecht gekomen, daar zijn wat theorieën over, zegt Wynia. "In ieder geval was er op die plek in de 9e eeuw ook echt een loop van de rivier De Rijn. Het kan vanaf een boot in het water zijn gevallen, maar we denken dat het daar is ingegooid als een offer. Dat gebeurde wel vaker in die tijd. De schede moet er toen nog omheen hebben gezeten want we hebben op het ijzer resten van hout teruggevonden."

"Het is fantastisch", merkt Jongerius als hij het zwaard even mag vasthouden. Samen met zijn vrouw en kinderen is hij naar het oude stadhuis gekomen om na 10 jaar 'zijn' zwaard weer terug te zien. "Ook geweldig dat het nu in vitrine komt zodat iedereen het kan zien." Heeft hij geen spijt het weg te hebben gegeven? "Wat moet ik er mee? Een buurman die ik het vertelde verklaarde me nog wel voor gek, dat ik het nooit meer terug zou zien, maar bij mij zou het alleen maar verder zijn gaan roesten. Dan ben ik hier heel blij mee. Het is echt fantastisch."

Over een naam voor het zwaard denkt Herre Wynia nog even na. Op een toelichting bij de vitrine in het stadhuis staat dat het een vikingzwaard betreft maar dat klopt niet: "Nee, we houden het nu op een Karolingisch zwaard, uit de tijd van Karel de Grote. Maar we kunnen het ook het Jongeriuszwaard noemen, naar de vinder."

Mark Jongerius met het zwaard. Foto: Ton van den Berg