Weer drie struikelsteentjes geplaatst in Tuinwijk

Gepubliceerd: vrijdag 25 oktober 2024 14:04
Door Jim Terlingen - Vanochtend zijn struikelsteentjes geplaatst voor drie voormalige joodse bewoners van de Willem Arntszkade in Tuinwijk. Siegmond Noach, Dientje Noach-Bino en hun dochter Lygia Noach woonden daar op nummer 35 bis.
Alledrie zijn ze in concentratiekampen vermoord. Siegmond en Dientje in Auschwitz en Lygia in Sobibor. Op de foto hieronder zijn ze te zien, tezamen met dochter Erica die in 1939 op 25-jarige leeftijd overleed aan een longonsteking.
Er waren vandaag ongeveer 30 aanwezigen. De steentjes zijn betaald door de Nederlandse Spoorwegen, waar Siegmond werkte.
Hun verhaal (in het kort)
Sinds september 1922 verhuist het gezin Noach van Amsterdam naar de bovenwoning aan de Willem Arntszkade. Van huis naar zijn werkplek bij de Spoorwegen in de net nieuwe Inktpot is Siegmond op de fiets acht minuten onderweg.
In 1938 verhuist dochter Lygia terug naar Amsterdam. Ze is dan 26 jaar oud en gaat werken bij een leerhandel als stenotypiste. Ze woont in bij haar opa Hartog Lindeman, de stiefvader van haar vader, op de Van Woustraat.
Op 1 maart 1941, na 42 jaar in dienst te zijn geweest bij de NS, wordt Siegmond als joods personeelslid ontslagen op last van de Duitsers.
Eind augustus 1942 geven Siegmond en Dientje gehoor aan de oproep tot deportatie. Vlak voordat een bus ze komt ophalen om ze te vervoeren naar het Maliebaanstation, nemen ze afscheid van hun onderburen, de familie Spelde.
Ze geven hen een paar spulletjes in bewaring: het gezinsportret (zie hierboven), een 'jaartijdlichtkalender' van hun dochter Erica en een theekistje. Vanuit Westerbork worden ze vrijwel direct doorgestuurd naar de plek waar ze meteen worden vergast.
In Amsterdam is Lygia inmiddels gaan werken als leerling-verpleegster in het Nederlandsch Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe Keizersgracht. Door deze functie hoeft ze zich een poos niet te melden voor 'de werkverruiming in het oosten', zoals de nazi's de deportaties noemen.
Er worden daar echter regelmatig patiënten of personeelsleden geselecteerd voor deportatie. In juli 1943 is het voor Lygia zover. De 6e komt ze aan in Westerbork. Een week later wordt ze gedeporteerd naar Sobibor, waar ze direct na aankomst wordt vermoord.
De plechtigheid
Vanochtend sprak voor Willem Arntszkade 35 bis ook een familielid van de Noachs, Jos van Klaveren. Zijn oma was een zus van Siegmond. Jos (1941) zat zelf als kind ondergedoken in Oog in Al. Zijn directe familie in Amsterdam werd verraden, gedeporteerd en vermoord.
Hij groeide op in zijn Utrechtse pleeggezin. Johannes en Bertha van Eck, zijn pleegouders, kregen voor het redden van een joods kind een Yad Vashem-onderscheiding. Dat gebeurde vrij recent, in 2014.
(Met grote dank voor het uitzoekwerk aan Doete Regts, die de bijeenkomst heeft georganiseerd)