In de Volkskrant van 29 december beklagen een viertal bewoners van de Haagse Schilderswijk zich over hoe de media geobsedeerd op zoek gaan naar negatieve incidenten als het om Turken en vooral Marokkanen gaat.

Toen ik nog werkte bij het Utrechtse Communitytheater heb ik diverse malen meegemaakt hoe dat werkt. 

In februari 2002 maakten we met zes jongeren van een Utrechtse VMBOschool uit Zuilen het theaterstuk Krulletjes waarin ze heel direct en dapper hun eigen - niet misselijke - ervaringen en dilemma’s op de planken brachten.

“Marokkanen bekennen nooit”, kopte een Utrechtse krant boven een positieve recensie met daaronder een foto van twee spelers. Als gevolg van deze smeuïge kop werden de jongeren in Zuilen door andere jongeren aangesproken: “Waarom zijn jullie bezig Marokkanen zwart te maken met toneel?” Sommige spelers wilden daarop niet meer verder. Die kleine ramp konden we op het nippertje voorkomen.

Toen het gratis treinblad Metro belangstelling toonde voor het stuk, spraken we met de betreffende redacteur af dat die combinatie van foto en kop zich niet opnieuw mocht voordoen. Metro hield zich niet aan die afspraak: “Krullen zijn niet te vertrouwen”, stond er boven het artikel; daaronder een foto van een van de speelsters. Die stopte toen de druk van haar familie haar teveel werd. (Familie die zich trouwens nauwelijks liet zien op premières of andere voorstellingen).

De swing raakte uit de groep. Een zorgvuldig werkproces van maanden werd zo met een paar regels kapotgemaakt. ‘Zó zien we die mensen, dus zo láten we ze zien.’ Het heeft niets te maken met journalistiek en oprechte nieuwsgierigheid. Sinds die tijd begrijp ik heel goed waarom veel Marokkanen een hekel hebben aan de media.

Jos Bours