Door Ad van Liempt - Er hing een sensatie in de lucht, dat idee hebben we dagenlang in ons hoofd gehad: na de thuisnederlaag tegen Sparta leek FC Utrecht kansloos voor de finale van de playoffs, maar een beetje supporter houdt hoop en waarom ook niet? Er is geen club beter in playoffs dan de FC.

De ware optimisten werden tijdens de wedstrijd gesterkt in het geloof in die strohalm. In de negende minuut raakte een doorgeschoten Sparta-voorzet de paal, en kopte Lauritzen tien seconden later tegen de andere paal. Als je zoveel geluk hebt, dan kun je toch haast niet meer verliezen?

Utrecht speelde een beroerde eerste helft (‘Pap in de benen’, zei aanvoerder Nick Viergever na afloop), maar het geluk bleef, ook na rust. De VAR adviseerde een Sparta-doelpunt af te keuren, dat er behoorlijk zuiver uitzag, maar als je de herhaling een keer of acht had gezien was er inderdaad wel sprake van een overtreding op Boussaid.

Daarna voelde je de wanhoop het Kasteel binnensluipen. En ja, daar was na 80 minuten de 0-1. Nick Viergever stond op de goede plaats toen een voorzet van Bozdogan werd doorgekopt. De sensatie leek naar beneden te komen. Nauwelijks een minuut later bijna 0-2, na een flitsend schot van Taylor Booth, dat Sparta-keeper Nick Olij met een ongekende reflex tegenhield. Weer die Olij, die donderdag Utrecht ook al zo hard dwarsgezeten.

Utrecht haalde met matig voetbal, maar met een indrukwekkende vechtersmentaliteit het eindsignaal. Toornstra hinkte meer dan een kwartier geblesseerd over het veld: hij mocht niet meer vervangen worden, hoewel Utrecht nog een wissel overhad. Je mag maar drie keer wisselen, en de technische staf had z’n beurten opgebruikt – een blunder die je, met vier trainers op de bank, niet voor mogelijk houdt. 

De verlenging was wat Utrecht betreft niet om aan te zien, maar vechtend bleef de ploeg overeind. En ook het geluk bleek nog niet op. In ongeveer de laatste seconde leek Kitolano te scoren, de bal had een soort backspin meegekregen waardoor hij niet over de lijn wilde. Hidde ter Avest zou ‘m wegrossen, maar raakte z’n eigen doelpaal, en daarna zichzelf, en daarna het net – aan de buitenkant. Na zo’n lot uit de loterij stond het voor de supporter, die al dagen een sensatie in de lucht had zien hangen wel vast: door die penalties zwijnen we ook wel heen.

Daar leek het wel op. Toen Utrecht met 4-3 achterstond, miste Brouwers en kon Sparta-aanvoerder Auassar de wedstrijd beslissen, maar hij knalde onbeheerst over. Het zat Utrecht weer ongelooflijk mee. Maar bij 5-4 voor Sparta kwam er een eind aan het fortuin. Mike van der Hoorn, die als leeuw had staan verdedigen, zag zijn penalty gestopt. Door Nick Olij, de held van het Kasteel.

En dus is die sensatie er niet gekomen. Het zou ook wel een beetje te veel van het goede zijn geweest. Sparta speelde een beter seizoen dan FC Utrecht, dat geweldige wedstrijden (AZ uit bijvoorbeeld) afwisselde met povere vertoningen. En als je dan, na een bloedstollende wedstrijd, toch uitgeschakeld moet worden, dan maar door Sparta. En door Nick Olij. Ze verdienen het.