Door Hans van Echtelt - Het gebeurde vlak na de winnende goal van Go Ahead Eagles. Mijn buurman Ton maakte me attent op een jonge supporter die naast ons op Vak P zat. Hij begon te snikken en moest door zijn moeder getroost worden. Spontaan verdriet van een ware FC-fan, ik schatte hem op nog geen twaalf jaar oud. 

Zo kun je ook je teleurstelling uiten. Niet uit frustratie de boel kort en klein slaan, maar stil verdriet omdat je favoriete club op het nippertje het ultieme doel niet heeft gehaald. Ik hoop hem volgend seizoen weer geregeld terug te zien naast me op rij 43, stoel 3. Alleen zal het niet in de eerste competitiewedstrijd zijn, want ook de echte supporters mogen dan niet naar binnen.

Ik weet niet of ook Frans en Gonnie van Seumeren zondagavond een traantje weggepinkt hebben. Ik zou het kunnen plaatsen. Wel kreeg ik een dag later een bericht van hen via de mail ‘dat ze er nog steeds goed ziek van zijn, zo ontzettend jammer allemaal’. En dat is natuurlijk ook het gevoel bij al die hondstrouwe supporters die de club afgelopen seizoen door dik en dun hebben gesteund. Vanaf de bodem van de eredivisie naar de finale van de nacompetitie. 

Ooit heeft Frans van Seumeren in een gesprek met mij gezegd dat hij onmiddellijk zou stoppen met zijn geldelijke ondersteuning wanneer FC Utrecht-fans ‘het voetbal kapot zouden maken’. Hopelijk komt het nooit zover, al is glashelder dat de verschrikkelijke uitbarstingen van geweld nu echt definitief tot het verleden moeten behoren. Verliezen op de valreep is zuur, maar de kunst om verlies te accepteren, is mooi.