Bijna 50 belangstellenden kwamen donderdag naar de informatieavond over de bomenkap in het Cremerpark in de omgeving van de Cremerstraat en de Galjoenstraat. Kees van Oosten sprak de zaal toe, dit keer niet als voorzitter van de Utrechtse Bomenstichting (UBS), maar in een andere rol; “Ik weet niets van bomen; ik ben jurist.”

In de buurt is het verzet groeiende tegen de plannen om voor de aanleg van een warmteleiding in de groenstrook meer dan 150 bomen te kappen. Dat is noodzakelijk zodat energieleverancier Eneco de leiding kan leggen.

Van Oosten heeft zich opgeworpen als juridisch vertegenwoordiger en pleitte ook tijdens de informatiebijeenkomst voor zoveel mogelijk machtigingen, zodat hij namens de bewoners een procedure kan starten tegen de kap. “De weg naar de rechter is niet zo zwaar als hij lijkt, maar machtig de Bomenstichting vooral, zodat ik bezwaar kan maken voor u als belanghebbenden. Hoe meer namen, hoe imposanter en doeltreffender het zal zijn.”

Kees van Oosten spreekt de zaal toe.

Van Oosten heeft nog tot 21 november om het bezwaarschrift uit te breiden, te bundelen en in te dienen. Daarna kan de gemeente haar besluit - de uitgegeven kapvergunning - in heroverweging nemen, maar Van Oosten acht die kans wel klein. 

“Nooit eerder is er een aanvraag voor een kapvergunning afgewezen door de gemeente; de meeste aanvragen, komen dan ook echter van de gemeente zelf. Dat betekent niet, dat het indienen van het bezwaarschrift totaal zinloos is; vooral bij de bestuursrechter is er een kans dat de belanghebbenden hun gelijk krijgen en dat de kap voorkomen kan worden.”

In de omgeving van het Cremerpark blijkt niet alleen de bomenkap de gemoederen bezig te houden; ook de verbreding van het spoor door Prorail en de gemeentelijke plannen om van de Cremerstraat een fietsstraat te maken, houden de buurt bezig.

Van Oosten wil de komende maanden vaker in de buurt aanwezig zijn. Niet alleen de vertegenwoordiging van de buurtbewoners inzake de bomenkap gaat hem aan.
“Momenteel gaat het alleen om de bomenkap, maar in een volgende bijeenkomst wil ik graag de zaak over het tracébesluit (de verbreding van het spoor) en de daarbij behorende waardedaling van de aangrenzende huizen behandelen. Daarna kunnen we ons ook nog eens richten op de fietsstraat; wat mij betreft, is dat een achterlijk idee.”