Het is en blijft een wonderlijk museum: Museum Catharijconvent. Soms letterlijk, want de vorige expositie (naast de vaste tentoontenstelling) was die over wonderen.

Nee, wat telkens zo verwonderlijk is, is de schat aan kunstvoorwerpen waarover het beschikt met eeuwenoude religieuze beelden, schilderijen en kostuums. Een schat waar conservatoren zo nu en dan in mogen duiken en daar dan de inspiratie vinden voor weer een nieuwe bijzondere expositie. 

De nieuwe tentoonstelling met de Engelse titel Body Language (lichaamstaal) is zo'n goed voorbeeld van creativiteit die je in het Catharijneconvent steeds weer tegenkomt. Gastconservator Wendelien van Welie-Vink (docent middeleeuwse kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam) nam het initiatief eens beter naar de beeldtaal uit de Middeleeuwen te kijken. Dat deed ze samen met conservator Annabel Dijkema van Museum Catharijneconvent en zagen hoe belangrijk in de Middeleeuwen religieuze kunst was als beeldtaal.

Een taal die in onze moderne tijd vreemd overkomt want Maria die melk uit haar borst laat spuiten of het tonen van wonden in de vorm van vagina’s en wandelende heiligen zonder hoofd tot Jezus die als een druif wordt uitgeperst.

Dat is volgens Dijkema en Welie-Vink 'de intrigerende belevingswereld van de middeleeuwer'. Het lichamelijke werd in die periode (wat de expositie betreft tussen 1300 en 1500) namelijk op een totaal nieuwe manier afgebeeld.

Jezus in een wijnpers, uit atelier van de Meester van het altaar van Bartholomeus, ca 1510. Foto: Ton van den Berg

Voor ons nu vreemd maar in die tijd een manier om te communiceren, bijvoorbeeld dat goddelijke figuren als Jezus en Maria ook gewone mensen waren, mensen van vlees en bloed. Kunstenaars probeerden die boodschap, bijvoorbeeld van de monnik Bernardus van Clairvaux (1090-1153), uit te beelden. De monnik is in diverse schilderijen te zien als in een visioen Maria zich aan hem openbaart als moeder van Jezus en zij moedermelk op zijn lippen spuit.

Maria geeft melk aan Bernadus van Clairvaux, Vlaanderen, 1480. Collectie Het Grand Curtius.

Er ontstond een intrigerende beeldcultuur waarin het lichaam en de lichaamsdelen van heilige figuren een hoofdrol speelden. De kunst diende als hulpmiddel bij gebed en meditatie, waarbij inleving van groot belang was. De schilderijen, miniaturen en beelden werden daarom steeds extremer: bloederiger, hariger, smartelijker. Een uniek verschijnsel waarbij kunstenaars hun creativiteit de vrije loop lieten. Verwonderlijk is bijvoorbeeld het schilderij over vlijtige engelen die het bloed van Jezus opvangen uit een kraan of over Maria die haar melk met een ferme straal in een fontein spuit.

Detail drieluik uit Antwerpen ca 1520. Foto: Museum Catharijneconvent

De laatmiddeleeuwse kunstwerken die nu misschien met ongemak en onbegrip kunnen worden bekeken, zijn door Museum Catharijneconvent bijeen gebracht. Veel uit eigen collectie, maar het museum stapt ook graag altijd uit haar eigen bubbel en zocht ook in andere internationale topcollecties naar voorbeelden. Zo zijn er zeldzame kunstwerken uit Musée du Louvre, Musée de Cluny en het Rijksmuseum eenmalig samen te zien.

Enkele absolute topstukken zijn een houten sculptuur van Christus met okselhaar (ca.1400 -1450) en een spectaculair marmeren beeld van de heilige Valérie (ca.1475- 1510) die haar afgehakte hoofd in haar handen heeft. Het beeld staat in een donkere ruimte en heeft daardoor iets spookachtigs. Waarmee meteen opvalt dat over de vormgeving van de tentoonstelling ook goed is nagedacht. Zaken die gaan over bloed zijn te vinden in een bloedrode zaal en alles over het naakte lichaam is bijeen gebracht in een zaal met doeken die de kleur van (een blanke) huid hebben.

De heilige Valérie. Foto: Ton van den Berg

Body Language. Het lichaam in de middeleeuwse kunst  (25 september 2020 t/m 17 januari 2021) in Museum Catharijneconvent. 

www.catharijneconvent.nl