Hoe beleven we Utrecht? In een serie interviews praat Louis Engelman met inwoners over hun stad. Dit keer met Liesbeth Paardekooper.

Ze is 17 jaar als ze staande op de Oudegracht Utrecht leert kennen. Uitkijkend over het water en de werven, met op de achtergrond de Dom die boven statige bomen uittorent, hoort ze jazzmuziek vanuit een winkeltje in een eeuwenoud pand. ‘Wauw, dacht ik. Hier is het leuk. Hier wil ik studeren.’

Liesbeth Paardekooper, opgegroeid in Valkenswaard (Noord-Brabant), is haar fascinatie voor Utrecht daarna nooit meer kwijtgeraakt. ‘Het is echt een stad met veel lagen. Dat voelt aangenaam. Ik proef er de middeleeuwen, ervaar de rust van de grachten en singels, maar geniet ook van de reuring door vele studenten.’

Ze vindt het mooi dat de binnenstad al bijna duizend jaar haar karakter heeft weten te behouden. ‘Zo’n Nieuwegracht, met al die bruggetjes, dat is toch van een ongelooflijke schoonheid. Net zoals de omliggende hofjes. Wanneer je daar naar binnen loopt wordt het per meter stiller. De oudheid ervan pakt je. Daar voel je gewoon de historie van de stad.’

Als ander voorbeeld noemt ze de Jeruzalemstraat. ‘Mijn lievelingsstraat. Dick Bruna had er al die jaren zijn werkruimte. Zo logisch, want het is er altijd rustig gebleven. En dat in een stad die zoveel nieuwe inwoners heeft gekregen.’

Bewust praat Liesbeth niet over de stad als geheel. ‘Ik heb het liever over inspirerende plekken, pareltjes waar je naar toe kunt gaan. En die vind je vooral in de binnenstad, die met haar vele kerken bijna Rooms aanvoelt. In andere wijken is dat niet zo van toepassing. Daar heeft iedere stadsdeel z’n eigen karakter. Oudwijk, waarin ik zelf woon, is weer heel anders.’

Vorig jaar publiceerde Liesbeth het boek ‘Gelukkig Utrecht, op pad met duurzame doeners’. In de titel verraadt ze al hoe zijzelf het begrip ‘geluk’ invult. ‘Ik wilde tonen hoeveel invloed bezielde mensen op de stad hebben. Hoe zij vanuit hun betrokkenheid plekken mooi maken of houden, waardoor je er graag komt en er blij van wordt.’

In 16 hoofdstukken laat ze inwoners van Utrecht aan het woord die duurzaamheid een lokale inhoud geven.  Variërend van eco-bouwen en steun aan een karakteristieke buurtwinkel, tot verhalende muurschilderingen, de strijd voor de monumentale stad en het behoud van Amelisweerd.
Het boek is daarmee niet alleen een gids voor toeristen en voor de inwoners van Utrecht, maar draagt ook een boodschap uit. Liesbeth: ‘Als je er goed naar kijkt zie je hoe kwetsbaar die mooie plekken zijn. En hoe belangrijk het is dat ‘duurzame doeners’ ze proberen te beschermen.’

Tijdens en na haar studies scheikunde en milieukunde groeide bij Liesbeth Paardekooper de interesse voor het behoud van cultuurhistorie in een stad of landschap. Dat gevoel werd versterkt door haar werk voor de VN in ontwikkelingsprojecten in Kenia en Vietnam. Maar pas in het Italiaanse Varese, waarheen ze met man (voor diens werk) en twee kinderen verhuisde, besloot ze die belangstelling in reisgidsen concreet te maken.

‘Ik zag daar zoveel mooie plekken, zowel voor toeristen als voor de Italianen zelf, dat ik die wilde vastleggen. Ik kon dat combineren met mijn al bestaande liefde voor fotografie. Dus begon ik binnen een straal van één uur rondom onze woonplaats allerlei inspirerende plekken te beschrijven.’
Het boek over Varese en het Lago Maggiore kwam in 2008 uit en verscheen zowel in het Nederlands, Italiaans en Engels. Het liep heel goed.’ Schaterend: ‘Waarschijnlijk omdat je toen nog geen Tripadvisor had.’

Twee jaar later produceerde Liesbeth de gids ‘Come diventare un Varesotto/Varesino’ (Hoe word ik een Varesenaar?), gevolgd door ‘Lago Maggiore en Milaan’. Terug in Nederland (‘we hadden gelukkig ons huis in Utrecht nog aangehouden’) bracht ze in 2017 ‘De geluksatlas’ uit waarin ze 50 plekken, landschappen en mensen beschreef. Zelf noemt ze die ‘oplaadpunten’ omdat een bezoek eraan mensen blij kan maken.

In de situaties die ze in ‘Gelukkig Utrecht’ beschrijft gaat Liesbeth weliswaar uit van hetzelfde principe, maar voegt ze daar nog een extra sociaal element aan toe: de samenwerking tussen stadsbewoners om waardevolle plekken niet te laten verdwijnen. In de verdediging van landgoederen Amelisweerd en Sandwijck is dat, vindt ze, duidelijk herkenbaar.

‘Utrecht kent gelukkig heel veel initiatieven op dit gebied van duurzaamheid. Maar het mag voor mij best nog wat groener. Het is zo jammer dat naast Het Groene Dak, het eerste ecologische woonproject in Voordorp, dan toch weer een stenige bebouwing wordt neergezet. Anderzijds is het weer heel leuk dat zoveel mensen elkaar hebben gevonden om bijvoorbeeld de Heuvelrug naar de stad door te trekken. Die andere manier van denken spreekt mij aan.’

Ecologisch woonproject Het Groene Dak. Foto: Liesbeth Paardekooper

Hoewel Liesbeth benadrukt zeer te kunnen genieten van de stilte in de stad ontdekte ze dat de pandemie haar in de afgelopen tijd soms op andere gedachten brengt. ‘Vóór corona vond ik de drukte in Utrecht minder prettig, maar ik merk nu dat het wel héél rustig is. Laat die reuring maar weer terugkomen. Met al die mensen samen in café Orloff of bij Springhaver.’

Samen met voormalig studiegenoot Marion van Amelrooij is Liesbeth, die zichzelf ‘onderzoeker van geluksplekken’ noemt, het projectbureau ‘Geluksplekken’ begonnen. Daarin geven ze ondersteuning aan gedreven mensen die hun woonomgeving willen verduurzamen en vergroenen. ‘Ik vind het hoopvol dat er zoveel bewoners zijn die er met z’n allen aan willen werken om hun stad mooi te maken.’

De boeken van Liesbeth Paardekooper zijn in de boekhandel te verkrijgen en via de website www.geluksplekken.nl

De Oudegracht bij avondlicht. Foto: Liesbeth Paardekooper

Zie ook aflevering 1