Van Jan Jansen, die deze week afscheid heeft genomen van zijn lezerspubliek, was één interview nog niet geplaatst op Nieuws030: 'De kapitale nalatenschap van Van Baaren voor Utrecht'.

                         
Het zou een uit de hand gelopen hobby genoemd kunnen worden, de enorme kunstverzameling uit de eerste helft 20e eeuw van Van Baaren. De collectie is sinds het overlijden in 1964 van Lambertus van Baaren in beheer bij de Van Baaren Stichting.

Interview door Jan Jansen  

In het Centraal Museum is een aparte grote zaal ingericht voor de kunstcollectie Van Baaren. Weinig bezoekers weten iets over de achtergrond van de gepassioneerde kunstverzamelaars Van Baaren. Net als de familie Singer en mevrouw Kröller-Müller had Lambertus van Baaren de wens om na zijn dood de collectie bij elkaar te houden in een op te richten museum in zijn woonhuis Oudegracht 317 waar hij van zijn geboorte tot zijn overlijden woonde.

Iedereen dacht dat het een echtpaar was dat in het voorname grachtenpand woonde. Maar ze waren broer en zus. Lambertus (1888-!964) en Josephina (1890- 1959) van Baaren bleven hun hele leven ongehuwd en bewoonden samen tot hun dood het ouderlijk huis. Ze waren enthousiaste kunstverzamelaars en hebben een imposante verzameling Nederlandse en Franse schilderijen uit de laat 19e en vroeg 20e eeuw, waaronder schilderijen van Vincent van Gogh, nagelaten. Ze hadden geen nakomelingen als erfgenaam. Tezamen met het onroerend goed is er sprake van een groot vermogen waarvan de beschikbare middelen door de Van Baaren Stichting ingezet moeten worden voor het lenigen van noden in de Utrechtse samenleving. 

Ze groeiden op in een streng katholiek milieu en bewoonden ieder een eigen deel van het grote huis. Lambertus was aannemer en succesvol handelaar in onroerend goed. Hij was zijn vader, die een aannemersbedrijf had opgebouwd, opgevolgd en wist het vermogen verder uit te breiden door de aankoop van panden. De huuropbrengsten hiervan vormden een vaste bron van inkomen voor broer en zus. Beide hadden grote interesse in kunst maar verder een sobere leefwijze. Vanaf 1925 begonnen ze met het verzamelen van schilderijen, ieder naar eigen smaak. Ze volgden daarbij adviezen op van een kunstkenner, die ook mevrouw Kröller-Müller adviseerde bij het samenstellen van haar collectie. Totaal hebben ze 420 kunstvoorwerpen van grote waarde verzameld. Broer en zus woonden temidden van de schatten in hun huis. De muren van de hal, het trappenhuis, de gangen en kamers hingen vol met schilderijen, vaak boven en naast elkaar. In de salon hingen de topstukken. 

Josephina trad weinig in de openbaarheid. Ze speelde piano en was geïnteresseerd in bloemschikken en beeldende kunst. Ze was lid van de vrouwenvereniging St. Elisabeth, die tot doel had zieken te verzorgen en armen voedsel, huisvesting, onderwijs en een goed christelijk voorbeeld te geven. Zij ondervond hoe moeilijk het was voor kwetsbare mensen hun leven goed op de rit te krijgen.  

Overeenkomstig de wens van Lambertus van Baaren werd in 1966 door de stichting het museum aan de Oudegracht 317 geopend. Bij de inrichting werd getracht zoveel mogelijk de huiselijke sfeer te bewaren. De werkkamer van Lambertus en het boudoir van Josephina werden geheel intact gelaten. De salon met de topstukken werd het centrum van het museum. Zo vormde het museum een goed voorbeeld hoe twee rijke Utrechtse burgers overeenkomstig hun stand woonden. Bezoekersaantallen vielen echter tegen. Het museum moest daardoor al snel de deuren sluiten waarna het Centraal Museum de collectie in beheer kreeg.           

Rob van Warmerdam en Joep Receveur . Foto: J. Jansen

Joep Receveur (76), voorheen notaris in Houten, was 29 jaar bestuurslid waarvan 5 jaar voorzitter van de Van Baaren Stichting. In 2016 is hij opgevolgd door Rob van Warmerdam (52), advocaat. “De stichting heeft ten doel de beschikbare middelen in te zetten om noden te lenigen voor kwetsbare mensen in Utrecht,” vertelt Receveur. “De voorkeur gaat daarbij uit naar projecten waarbij met professionele partners wordt samengewerkt. Giften zijn eenmalig, projecten kunnen meerdere jaren bestrijken. Een voorbeeld van één van de vele projecten is dat jarenlang eens per maand via een zorginstelling ouderen vanuit een verzorgingshuis met een busje opgehaald worden om geheel verzorgd een bezoek te brengen aan een museum in de stad. Verder zijn bijdragen verstrekt aan een organisatie voor daklozenopvang. In de vorm van eenmalige giften waren er bijvoorbeeld bijdragen voor de inrichting van gemeenschappelijke ruimtes in woon/zorgvoorzieningen. Ook op het gebied van kinderopvang, gezondheidszorg, onderwijs en culturele activiteiten versterkt de stichting financiële ondersteuning.”

Door de terugtredende overheid komen kwetsbare mensen eerder in de knel. Rob van Warmerdam: “We willen initiatieven ter voorkoming daarvan ondersteunen maar moeten er wel voor zorgen dat we als stichting niet de rol van de overheid overnemen. We richten ons met projecten vooral op bevordering van cohesie in de samenleving. Vooral bij ouderen is vereenzaming een groot probleem mede doordat ze  tot zeer hoge leeftijd zelfstandig thuis moeten blijven wonen. Ouderen die met elkaar activiteiten ondernemen zijn gelukkiger en blijven gezonder. Samen koken en eten geeft voldoening en is prettig voor contacten. Zo steunen we bijvoorbeeld ook een organisatie, die buurtmaaltijden organiseert.”

Josephina en Lambertus van Baaren wilden met hun nalatenschap een bijdrage leveren aan de cultuur in Utrecht en aan het verbeteren van leefomstandigheden van kwetsbaren in de samenleving. De fraaie kunstcollectie is te bezichtigen in het Centraal Museum. Aanvragen voor eenmalige giften of projecten bij de Van Baaren Stichting kunnen worden gedaan via de website.