Xander van Asperen - Het schoolbestuur van de basisscholen in Utrecht (SPO) doet Zwarte Piet in de ban. Op maandag 30 november besteedt het AD/UN hier uitgebreid aandacht aan.

Verschillende partijen komen aan het woord: oud-schooldirecteuren, andere belangrijke Sinterklaasorganisaties, de politiek en vooral de ouders. Niet aan het woord komt SPO. Dat is niet omdat het AD/UN hun niet de gelegenheid biedt. Integendeel, SPO geeft aan pas later in de week te communiceren.

SPO is niet in staat de pers te woord te staan over een besluit dat al rond de zomervakantie is genomen. Als PR-man (dat is mijn beroep) gruw ik hier van, vakmatig. Als burger van deze gemeente ben ik verontwaardigd. Een zo belangrijke organisatie in onze gemeenschap die niet met de Utrechtse gemeenschap communiceert, ervaar ik als erg arrogant.

Communiceren is niet het sterkste punt van SPO. Uit alle communicatie tot nu toe valt op dat SPO niet alleen niet met ouders communiceert, maar ook niet met de groep waarvoor zij zegt op te komen. Ik heb nergens vernomen dat SPO in gesprek is geweest met vertegenwoordigers van de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap in Utrecht. Voorzover ik heb kunnen achterhalen, zijn die gesprekken er ook niet geweest.

Pratend met mensen uit die gemeenschappen ontstaat er een heel ander beeld dan wat SPO schetst. Natuurlijk worden er verhalen verteld over de pijn die mensen voelen als ze op grond van hun huidskleur gediscrimineerd worden. Helaas gebeurt dat in Utrecht vele malen, iedere dag. Er is de herinnering aan het tijdperk van de slavernij, dat leeft. Het is een deel van hun geschiedenis. Dat wordt niet ervaren als een witte bladzijde, om het vriendelijk te zeggen.

Er wordt ook een ander verhaal verteld. Het verhaal dat in die gemeenschap het maar om een zeer kleine groep gaat die Zwarte Piet als pijnlijk ervaart. Sinterklaas kwam ook in Willemstad en Paramaribo aan, met pieten. Niemand die dat als een probleem ervoer.

In een recent gesprek maakte een Surinaamse mevrouw mij ook attent op een andere kant van de actie van SPO. In haar beleving, en daar valt ook wat voor te zeggen, communiceert SPO dat zwart niet mag. Juist door het zo krampachtig wegwerken van Zwarte Piet in alle uitingen wordt de boodschap uitgezonden dat het bestaan van zwarte mensen iets vreemds zou zijn.

Kinderen worden immers meteen buiten het schoolplein geconfronteerd met Zwarte Pieten, op tv, in winkelcentra en thuis. Dan wordt juist op een heel belangrijke plek voor kinderen, de school, Zwarte Piet ontkend, onzichtbaar gemaakt. Het is niet ondenkbaar dat dit het omgekeerde effect heeft en racisme in de hand werkt. Wat de school doet, is namelijk erg belangrijk. Juffen en meesters zijn autoriteiten in het leven van kleinere kinderen.

Hoe nu verder met SPO? Dat is een heel belangrijke vraag. Het is zeker belangrijk SPO nu niet in de steek te laten en alleen te laten doormodderen. Dat heeft al genoeg commotie en problemen veroorzaakt.

Voor de hand ligt dat de wethouder van onderwijs de regie neemt en het gesprek met alle partijen gaat organiseren. Logischerwijs zouden ouders en de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap daarin leidend zijn als meest betrokkenen. SPO, andere schoolbesturen en Sinterklaasorganisaties hebben dan duidelijkheid over de juiste koers en heel Utrecht, niemand uitgesloten, kan weer samen een mooi feestje vieren.