Raymond Taams -  'Zo'n festival voelt tegenwoordig als een financiële verkrachting', denk ik terwijl ik in Park Transwijk een optreden van Suzan & Freek bekijk. Het zangduo is een van de attracties op het Central Park Festival. Eigenlijk heb ik niks met de Nederlandse artiesten die hier deze zondagmiddag optreden, maar leuke mensen vroegen of ik meeging. Bij binnenkomst worden we gecontroleerd op meegebrachte eet- en drinkwaren. Zelfs een lege waterfles mag niet mee het terrein op, volgens de organisatie om te voorkomen dat plastic doppen in het gras terechtkomen.  

'Flesjes met een dop erop zijn gevaarlijk om mee te gooien en nog gevaarlijker voor de enkels als deze op de grond belanden', staat op de website. Gelukkig koop je voor twee munten de speciale Central Park-waterzak, een simpel prul van dun plastic, die onbeperkt kan worden bijgevuld bij tappunten op het terrein. Eén munt kost drieënhalve euro. Natuurlijk wil ik op zon- en feestdagen niet zeuren over geld, er bestaat echter een punt waarop geldklopperij zo obsceen wordt, dat je jezelf dom begint te voelen.

Suzan & Freek hoor ik weleens op de radio. Als voormalig discjockey heb ik een zwak voor hun zorgvuldig geproduceerde, aalgladde liedjes. Ik stel me dan voor hoe ik - zeer mannelijk ronkend - het intro van zo'n nummer volpraat op bijvoorbeeld Q-music. Live klinkt het repertoire nogal vlak en saai, merk ik algauw. "Gospel, het is gewoon gospel", categoriseert de vriend naast me, waarop ik geschrokken vaststel dat Suzan & Freek de moderne uitvoering van Gert & Hermien zijn. Hopelijk verloopt hun leven minder tragisch dan dat van wijlen de vertolkers van 'Duiven op de Dam'.

Tijdens een korte regenbui besluiten we te schuilen bij de overdekte wijnbar. Omdat we per ongeluk de verkeerde ingang nemen, worden we bij binnenkomst afgeblaft door een bewaker. Er zijn veel beveiligers op het terrein, ze dragen zwarte laarzen onder zwarte uniformen. ‘Ontspanning mag wat kosten, desnoods je eigenwaarde’, houd ik mezelf voor. Over een uur speelt Krezip nog.