Peter Oostveen - “Neem het eerste thema, de vernieuwing van de lokale democratie. We werken als gemeenten hard aan nieuwe vormen om mensen te betrekken bij het lokaal bestuur. Het moet echt anders, want veel mensen voelen zich nu niet gehoord of vertegenwoordigd”. Aldus burgemeester Van Zanen in januari 2017 in het tijdschrift van de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

De burgemeester had een paar jaar geleden al een profetische blik. Aan het begin van de zomer van 2019 lag het gemeentebestuur met een groter aantal belanghebbenden in de clinch dan ooit tevoren. Zo waren daar onder andere: de tegenstanders van “Het Nieuwe Zandpad”, van de komst van jonge asielzoekers naar een opvang in De Meern, van de plaatsing van windmolens in de Rijnenburgpolder.

Zo waren er ook nog mensen boos over de sluiting van het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Bewoners van Zuilen drongen aan op nakoming van de onder andere met de gemeente gemaakte afspraak dat Motorcrossvereniging Utrecht een geluidswal zou krijgen. Er was ook veel te doen over verkoop van opnieuw sociale huurwoningen in de binnenstad, Zuilen en de Oosterbuurt. Bewoners vrezen voor de opbouw en sociale samenhang in de wijken door de komst van “yuppen”.

Mensen waren boos en verontwaardigd dat bestuurders geen oog en oor hadden voor hun belangen, maar ondertussen wel vervielen in schaamteloze ijdeltuiterij: “we hebben kei- en keihard gewerkt aan het Vredenburgplein (met mozaïek)”; “we hebben de Vuelta in huis”; “we hebben de allergrootste fietsenstalling ter wereld”; “we hebben een Domtoren in de steigers (met een lift!!!!!)”.

En wat geen enkele gemeente in ons land in de zomer voor elkaar krijgt lukt onze Utrechtse bestuurders wel. Terwijl de bestuurders op zomerreces zijn en het gemeentehuis uitgestorven zie je gewoon kans nieuwe branden aan te wakkeren. Tegen de zin van omwonenden in mag er op de begraafplaats van St. Barbara een crematorium komen. Omwonenden keren zich tegen de plannen voor een autovrije Maliebaan en zijn ouders ongelukkig met het voorgenomen vertrek van een Montessorischool van Overvecht naar de binnenstad.

De eerste helft van oktober gaat de Commissie Mens en Samenleving praten over de beleidsnota “Samen stad maken op de Utrechtse manier”. De nota van wethouder Anke Klein waarin uiteengezet wordt hoe zaken als burgerparticipatie (inspraak) in Utrecht voortaan vorm zullen krijgen. Er wordt bijvoorbeeld voorgesteld om de nu bestaande wijkraden te vervangen door wijkplatforms.

Het stuk barst vanzelfsprekend uit z’n voegen van alle zalvende en roerende intenties: “ruimte voor iedereen; de kracht van iedereen; alleen ga je sneller, maar samen kom je verder; samen wijzer worden; maatwerk leveren; kracht, kennis en kunde van de stad benutten; kwaliteit verhogen door kennis en kunde te ontwikkelen”.

En ook: “zonder de creativiteit, kennis en energie vanuit de stad missen we kansen. We zoeken nieuwe vormen om mensen te betrekken, zodat nog meer Utrechters kunnen meedenken en meebeslissen over onderwerpen die hen aangaan. De belevingswereld van alle inwoners staat centraal en we richten ons ook op het bereiken van Utrechters die niet snel uit zichzelf meedoen en meepraten”.

Het heeft er de schijn van dat de raadsleden de nota van mevrouw Klein (hoewel deze zomer al naar de raadsleden gezonden) nog niet gelezen, of in ieder geval nog niet “verinnerlijkt” hebben. In de eerste week van september mochten zij zich uitspreken over het burgerinitiatief van de heer Al Kandoussi. De heer Al Kandoussi vroeg, gesteund door een 4.000 keer ondertekende petitie, de gemeenteraad de plannen voor Het Nieuwe Zandpad niet door te zetten. Althans, niet op de nu beoogde locatie tussen Overvecht en Zuilen. Het burgerinitiatief werd door de raadsleden verworpen en de heer Al Kandoussi en zijn mede ondertekenaars hadden het nakijken.

“Samen stad maken op de Utrechtse manier”. Voor de bühne zullen onze raadsleden de beleidsnotitie in oktober (ruimhartig) omhelzen. Achter de schermen echter zullen ze zich een slag in de rondte lachen. Burgerparticipatie okay, maar het blijft toch gewoon “op de Utrechtse manier”.