René van Maarsseveen - ‘Vorige week schreef je op Nieuws030 over Richard van Wijnbergen’, zegt Gerrit, een vriend met historisch besef, ‘de eigenaar van restaurant Richard III aan de Voorstraat’.

‘Ja, hij heeft een boek geschreven over zijn leven’.

‘Wist je dat de echte Richard III in Utrecht is geweest, deze maand precies 555 jaar geleden?’.

Shakespeare

‘Nee, natuurlijk wist ik dat niet. Ik weet dat Richard III korte tijd koning van Engeland was en bekend is geworden door Shakespeare. Hij was toch degene die volgens de beroemdste Engelse schrijver zegt: “A horse, a horse, my kingdom for a horse”? Is het waar dat hij in Utrecht was?’.

‘Het is waar. Veel bewijs is er niet. Volgens Shakespeare was Richard een gebocheld monster, maar dat was niet waar. Ook zou hij zijn twee neefjes hebben vermoord in de Tower’.

‘Moest hij vluchten, bracht dat hem naar Utrecht?’, vraag ik.

‘Nee, hij was negen jaar toen hij hier was. Zijn vader, die ook Richard heette maar niet Richard II, was een belangrijk staatsman en legeraanvoerder. Hij speelt ook een rol in een toneelstuk van Shakespeare, in het derde deel van Henry VI. Maar dat terzijde. Richard van York, de vader, werd gedood op 30 december 1460 tijdens de Rozenoorlog. Edmund, zijn 17-jarige zoon, die ook meevocht werd de dag erop gevangengenomen en vermoord’.

‘Heftig!’.

Veiligheid

‘Ja, dat vond Cicely Nevill, de moeder van Richard III, ook. Toen de Yorkers kort na de dood van haar man een nederlaag leden bracht ze haar jongste zoons, George en Richard, in veiligheid. Ze reisden naar Utrecht’.

‘In maart 1461 dus’.

‘Waarschijnlijk al in februari, maar dat is niet met zekerheid te zeggen’.

‘Is er wel iets bekend over hun verblijf?’.

‘Nee, niet veel. Het enige waardoor we weten dat ze in Utrecht waren, is een notitie in de Utrechtse boekhouding van die periode. Het was toentertijd goed gebruik belangrijke mensen die de stad bezochten te trakteren op een wijnfeest. In de boekhouding, de zogenoemde tweede kameraar, staat in Oudhollands dat op maandag na de derde zondag van de vasten voor de twee zonen van York en hun gevolg 80 kannen wijn werden gereserveerd’.

‘Die twee zonen moesten George en Richard zijn?’

Kort bezoek

‘Ja, want de enige andere nog levende zoon was Eduard. Die was in Engeland en hij werd een paar dagen voor hun aankomst in Utrecht als nieuwe koning erkend. Door die erkenning van hun broer, de latere koning Eduard IV, konden de jongens kort na hun aankomst in Utrecht de stad alweer verlaten’.

‘Leuk zo’n stukje geschiedenis’.

‘Denk je dat het de reden is dat Richard van Wijnbergen zijn restaurant Richard III heeft genoemd?’, vraagt Gerrit.

‘Nee, ik denk niet dat hij het verhaal van Richard III in Utrecht kende. De naam van het restaurant was overigens Richard II en hij noemde het naar zijn zoon, die ook Richard heet, met een verwijzing wellicht naar de door Shakespeare bekend geworden historische Richards’.

Richards

‘Daar zijn er in het verleden inderdaad heel veel van geweest. Niet alleen de vader van Richard III heette Richard. Ook zijn opa, een neef en een oom. Dan had je nog Richard II, die ruim 100 jaar eerder koning van Engeland was en Richard I, die bekend werd als Richard Leeuwenhart. Ook een mooie naam voor een restaurant’.

‘Maar niet in Utrecht. 555 jaar na zijn korte verblijf in Utrecht zou Richard III veel toepasselijker zijn’.

Bovenstaande column is losjes gebaseerd op onderzoek van Fanny Huisman en Erik Tigelaar