René van Maarsseveen - Iedereen heeft een verhaal en de meeste mensen hebben zelfs verhalen. Dat vertelde een vriend me ooit. Hij was kort daarvoor de website ‘Mijn levensverhaal’ begonnen. Een journalist gaat daarvoor iemand meerdere keren interviewen. Uit die interviews wordt het levensverhaal van de persoon opgetekend. Tenslotte wordt er een boekje van gemaakt dat de ‘klant’ kan weggeven of verkopen aan familie, vrienden en geïnteresseerden.

Hij heeft allerlei mensen als klant gehad. Het verhaal van de topman van een multinational is niet meer of minder interessant dan dat van een vuilnisman. Het hangt helemaal van de persoon af of het een serieus, anekdotisch of herkenbaar, kortom aantrekkelijk, verhaal wordt.

Mijn ooms

Anderhalf jaar geleden schreef ik op Nieuws030 al eens over het boek dat ik vond van een oom. Hij groeide als jochie op in Utrecht, was bevriend met Rijk de Gooijer en samen met nog wat vrienden uit de buurt maakten ze Utrecht onveilig met hun kattenkwaad.

Twee andere ooms, uit dezelfde familie van mijn moeders kant, hebben de zelfgekozen hoogtepunten uit hun leven ook vastgelegd in boeken en schriften. De een deed dat in een afwisselende mix van gedichten, liedjes en korte verhaaltjes.

De andere oom is inmiddels aan zijn derde multomap bezig. Daarin beschrijft hij het Utrecht uit zijn jeugd niet alleen als objectieve beschouwer, maar geeft hij ook commentaar vanuit zijn gedachten van toen en zijn kennis van nu. Zijn eerdere multomappen rouleren in de familie. Ze uitgeven in boekvorm, wat ik een aantal keren suggereerde, wil hij niet.

De Oud-Utrechter

Toen ik met Ton van den Berg sprak over het krantje De Oud-Utrechter, kort voor hij betrokken was geweest bij het initiatief om dit in Utrecht uit te geven, hadden we het over het belang van orale geschiedschrijving. Niet alleen een schrijver heeft immers kennis van een tijd. De meeste kennis zit bij de massa. Maar die massa kan of wil niet schrijven.

Ik moet altijd denken aan Marco Polo. De meeste mensen noemen hem een ontdekkingsreiziger. Maar hij was eigenlijk een schrijvende handelaar, die tezamen met duizenden andere handelaren zijn geluk zocht in Azië en het nabije Oosten. Hij schreef. Hadden we ook de verhalen van de andere handelsreizigers gehad, dan hadden we een veel getrouwer beeld gehad van die tijd.

Mijn vader

Mijn vader vertelde na het beëindigen van zijn werkzame leven anekdotes over zijn jeugd, de oorlog en voorvallen uit zijn winkeltijd. Ik gaf hem, de man die nog nooit met computers had gewerkt, een PC. Serieus ging hij aan de slag. Hij behaalde zelfs een diploma bij een computercursus die voor ouderen was opgezet door een bank. Het computeren stond hem helaas meer tegen dan het plezier zijn verhalen vast te leggen. Al na een paar weken stond de binaire rekenmachine stof te happen.

Richard van Wijnbergen

Een straat verderop, in de Voorstraat, zat echter een ondernemer die wel doorzette. Richard van Wijnbergen, van voormalig restaurant Richard II, zette zijn verhaal op schrift. Het werd een mengeling van herinneringen waarin familiegeschiedenis, zakelijke beslissingen en anekdotes elkaar afwisselen. Het verhaal van een boerenjochie, zoals hij zelf schrijft, tot horeca-ondernemer.

Van zijn herinneringen is een boekje gemaakt, ‘Kleine Rijk’. Het is te koop bij Broese boekhandel en Kees Visser boekhandels.

Moderne tijd

Vroeger was het allemaal beter, laat elke oudere de jongere generatie weten. Het zou leuk en waardevol zijn dat mooie verleden te bewaren. In ieder geval voor de geslachten na ons.

Vroeger was alles beter, maar deze tijd heeft meer handige media om herinneringen vast te leggen. Dus oudere, er is geen excuus meer. Leg uw anekdotes, herinneringen, inzichten en ideeën vast op schrift, op band, video of desnoods in een verzameling oude foto’s met bijschrift. Verspreid het op internet, in boekvorm of anderszins. Jongeren zullen er opmerkingen over maken en wellicht klagen, maar eens komt er een dag dat ze zelf ...