Dik Binnendijk – Het nieuwe jaar is nog geen week oud en ik sta al voor een probleem: mijn rijbewijs verloopt. Moet ik die nu wel of niet gaan verlengen. Half september vorig jaar herinnerde de RDW me daar al aan in een brief. Omdat ik over een paar weken 75 jaar word, moet ik een Gezondheidsverklaring Rijbewijs 75+ invullen en daarna een bezoek brengen aan een keuringsarts. De beoordeling of ik op mijn 75ste nog wel rijvaardig ben, kan vier tot vijf maanden duren. Dus ik ben al rijkelijk aan de late kant. 

Ik was negentien toen ik mijn rijbewijs in één keer haalde. Ik heb zelf nog nooit een auto gehad. De auto van mijn ouders kon ik altijd lenen. Ik ben ook nooit een groot liefhebber geweest van autorijden. Ik weet nog wel dat ik vaak met klamme handen het stuur vasthield. Die zweethanden zijn pas verdwenen toen ik begin jaren ’80 met vier vrienden in de Alfa Romeo van mijn broer Wim naar het kanton Ticino in het Italiaanssprekend Zwitserland ben gereden voor een korte wintervakantie. Ik heb toen het meeste gereden en vooral ook in de bergen. 

In 1969 verhuisde ik naar Utrecht. Mijn kamer in de Bellamystraat (Vogelenbuurt) was net buiten het centrum van de stad. Alles was lopend en op de fiets goed bereikbaar. Bovendien werd ik in 1970 actief binnen de milieugroep Aktie Strohalm. Als Strohalmers waren we niet echt grote voorstanders van autobezit en autorijden. Als je ver moest deed je dat bij voorkeur met de trein of bus. In 1986 ben ik naar Wijk C verhuisd en als het verkeer meezit, sta ik in vijf minuten op het station. Dus in de stad een auto voor de deur, is voor mij nooit zinvol geweest. 

Toch ben ik één keer op zoek gegaan naar een tweedehandsauto. Dat was in 1989. Ik werkte als freelance bureauredacteur in Hilversum bij de toenmalige actualiteitenrubriek ‘Echo’ van KRO-radio. De naam zegt het eigenlijk al: vanachter je bureau doe je het voorwerk voor de nieuwsonderwerpen die worden uitgezonden. Na een jaar bureauwerk kwam er bij Echo een plek vrij om als verslaggever aan de slag te gaan. Een auto is dan onmisbaar.

Ik was één van de kandidaten, maar helaas kreeg een andere bureauredacteur de baan van verslaggever; hij werkte al wat langer bij de KRO. Gelukkig was ik nog steeds op zoek naar een redelijk tweedehandsje en ben er daarna onmiddellijk mee gestopt. Na Echo heb ik nooit meer in de ‘hete’ nieuws- en deadlinejournalistiek gezeten. Bijna alles was goed te doen met het openbaar vervoer.

Deel van het RDW-schema 'rijbewijs verlengen'

De vraag is: wil ik nog wel in een auto rijden? De laatste keer dat ik gereden heb, is vijftien jaar geleden. En eigenlijk was dat een kort ritje. Peter een vriend van me verhuisde die dag van zijn flat in Overvecht naar een huis in Zuilen. Hij heeft geen rijbewijs, dus Peter vroeg aan mij of ik een verhuisbusje kon huren. In feite heb ik alleen gereden van het garagebedrijf naar Peters flat. Zijn neef wilde daarna graag voor chauffeur spelen. Ik vond dat prima. 

Diezelfde Peter verhuist dit weekend opnieuw. Hij gaat naar een nieuwbouwappartement in Ondiep. Ik heb Peter gezegd dat ik niet meer ga zorgen voor een verhuisbusje en dat ik ook geen auto zal besturen. Na vijftien jaar niet-rijden ben ik te onzeker van mezelf. Ben ik nog wel alert genoeg? Het verkeer is zoveel drukker geworden. De weinige keren dat ik in een auto zit, rij ik met iemand mee.  

In feite gebruik ik mijn rijbewijs alleen als identiteitskaart. Met een ID-kaart kan ik hetzelfde doen. Net zoals voor het rijbewijs moet ik dan ook naar het Stadskantoor. Toch voelt het niet-verlengen van het rijbewijs, alsof ik opnieuw een stukje van mijn leven afknip: weer een stap dichter bij het eind. Verleng ik mijn rijbewijs wel, dan blijf ik de mogelijkheid behouden om een auto te besturen. Maar of ik dat ooit nog zal doen betwijfel ik. Dus, wat is dan de zin van dat verlengen. Dat is mijn eerste dilemma in 2024!