Door Jim Terlingen

Aanstaande zaterdag legt de gemeente Utrecht een struikelsteentje voor de moeder van Truus van Lier. Zie dit bericht (vooraankondiging) en dit bericht (de plechtigheid).

Maar waarom? En wie was Derkje van Lier-Wensink?

  
Struikelstenen zijn kleine herdenkingsstenen voor de huizen waar slachtoffers van het naziregime gewoond hebben. Derkje is in januari 1945 in gevangenschap in het Duitse vrouwenkamp Ravensbrück door uitputting gestorven. Het steentje voor haar is de 148e in Utrecht. 

 
Foto’s
Foto’s zeggen vaak meer dan woorden. Zie hoe haar dochters Miek en Truus, die beiden in de oorlog actief waren in het verzet, op haar lijken. Ze hebben dezelfde onverzettelijke uitstraling. 

Van links naar rechts: Miek (1), Derkje (2) en Truus (3) - foto 1 en 2: privéarchief Zegers de Beyl en 3: Utrechts Archief

Gedicht
Hanneke van Eijken van het Utrechts Stadsdichtersgilde heeft speciaal voor de steenplaatsing van zaterdag een gedicht gemaakt, die zij dan ook gaat voordragen.
 

Derkje 

in de ochtend wakker worden en beseffen
ze zijn er allemaal nog
maar buiten breken de dagen als glas 

de sleutel in je hand voelen
de lakens binnen halen bij miezer
haren invlechten, soep koken
de gordijnen sluiten voor het geluid van laarzen
die stampen en knerpen op de laan

het leven steek voor steek losgetrokken zien worden
door een woede die niemand begrijpt
alles valt uiteen in kleine delen
ook voor wie weet hoe alle moleculen elkaar vasthouden

je lacht tegen de grijze lucht
op de foto in je tuin

het licht op je stoep
trekt grove lijnen, een loper naar je huis

 

Levensverhaal
Derkje komt in 1890 als Derkje Willemina Wensink ter wereld op de 2e Daalsedijk. Ze is de vierde dochter op rij in het gezin van een hoofdwerktuigkundige bij de Spoorwegen en zijn vrouw. 

Het gezin is officieel Nederlands Hervormd, maar Derkje groeit niet-gelovig op. Ze is slim en gaat naar de Utrechtse universiteit. Daar studeert ze chemie. Als ze de joodse advocaat Wim van Lier ontmoet is ze beheerder van het Organisch Chemisch Laboratorium aan de Catharijnesingel.
 

Derkje en Wim (foto: privéarchief Zegers de Beyl)

Ze trouwt met hem in het voorlaatste jaar van de Eerste Wereldoorlog, in 1917, en samen gaan ze wonen op de Willem Barentszstraat 4, een zijstraat van de Biltstraat. Daar worden haar twee kinderen geboren. Miek in 1917, precies negen maanden na het huwelijk, en in 1921 Truus. 

Het huis op Prins Hendriklaan 48. Foto: JT

Datzelfde jaar vertrekt het gezin naar Prins Hendriklaan 48. Toen stond naast dat huis trouwens nog geen Rietveld-Schröderhuis. Gerrit Rietveld ontwierp dat woonhuis in 1923-1924 en in 1925 ging mevrouw Schröder er pas wonen. Vader Wim van Lier vond het maar “een lelijk modernistisch bouwsel dat met smakeloos contract tegen zijn huis was aangezet.”

Als Truus één jaar oud is, gaat Derkje weer aan het werk bij het Chemisch Laboratorium. Maar vijf jaar later, in 1927, breekt ze haar carrière af omdat ze thuis nodig is. Ze kiest voor de zorg voor haar kinderen en de zorg voor haar man Wim. Wim is na een operatie aan een hersentumor echt niet meer de oude. 

Het gemengd-gehuwde stel Derkje en Wim geven hun dochters Miek en Truus geen geloof mee. Ze gaan niet naar de synagoge en niet naar de kerk. Het is een welgesteld, hoogopgeleid, cultureel geïnteresseerd en politiek geïnteresseerd gezin.

In maart 1939 sluit Derkje zich aan bij de Utrechtse afdeling van het recent opgerichte Vrouwelijk Vrijwilligerscorps. Dat is een organisatie die vrouwen op een mogelijke oorlog wil voorbereiden. Ze organiseren als onderdeel van de mobilisatie praktische cursussen: EHBO, typen, stenografie en huishoudelijke hulp. Derkje leidt cursusleidsters op.

Dan breekt de oorlog uit. In de vroege ochtend van 10 mei 1940 is het complete gezin thuis. 

Derkje tekent in oktober 1940 de ariërverklaring, die verplicht is om actief te blijven voor het Vrouwelijk Vrijwilligerscorps.

Op 29 april 1941 dient Derkje een verzoek tot echtscheiding in. Ze schrijft dat haar man ‘vleselijke gemeenschap’ heeft gehad met andere vrouwen. Maar dit is niet de ware reden. Derkje en haar joodse man hebben besloten dat het gezin beter beschermd is als het stel officieel gescheiden is. Hun huis wordt daarna overgeschreven op de naam van Derkje. 

Publicatie in de Staatscourant, 1941.

Miek en Truus gaan zich daarna bemoeien met verzetsactiviteiten. Terwijl Miek met haar man op een gegeven moment naar het buitenland vluchten, blijft Truus hier actief.

Dan die speciale Utrechtse datum: 3 september 1943. Truus schiet in de Walsteeg, vlakbij de Catharijnesingel, de Utrechtse NSB-politiebaas Kerlen dood. Het is een actie die is bedacht door verzetsgroep CS6.

Elf dagen later wordt Truus in Haarlem gepakt. Derkje hoort dán pas dat haar dochter degene is die Kerlen heeft vermoord. 

Als ze verneemt dat Truus vastzit in het Huis van Bewaring in Amsterdam (Amstelveenseweg) gaat ze er een periode lang elke week daar naartoe. Totdat plotseling Derkje daar wordt gearresteerd. Vermoedelijk denken de Duitsers dat zij moet hebben geweten van de aanslag op Kerlen.

Op 26 november 1943 komt ze in kamp Vught aan. Daar wordt ze geregistreerd als politieke gevangene. In Vught ontmoet ze Mies Boissevain, de moeder van twee van Truus' mede-verzetsleden, die ook gevangen zit.

Derkje maakt zich in Vught zorgen over haar dochter Truus, blijkt uit een brief die vader Wim na de oorlog krijgt van de moeder van de omgekomen verzetsstrijdster Reina Prinsen Geerligs:

"Mevrouw Couperus heeft in Vught uw vrouw gekend en heeft mede geleefd met haar toen ze ongerust was over Truus."

  
Op 1 maart 1944 wordt Derkje overgebracht van Vught naar vrouwenkamp Ravensbrück, waar ze op 15 januari 1945 aan uitputting overlijdt (volgens de officiele gegevens - meerdere bronnen melden echter 17 januari). Ze is 54 jaar geworden.

Van het gezin-Van Lier overleven haar man Wim en haar dochter Miek. Truus is op 27 oktober 1943 gefusilleerd in Sachsenhausen. De drie oudere zussen van Derkje overleven haar.

 
Bronnen voor dit verhaal
Archief HUA, toegangsnummer 802, inv.nr. 42
Archief Arolson
Archief Kamp Vught
Krantenarchief Delpher
Utrecht Time Machine-pagina 
Boek: Truus van Lier - Het leven van een verzetsvrouw (2022) van Jessica van Geel
Boek: Truus van Lier - Van schoolmeisje tot verzetsvrouw (2022) van Kees van Domselaar en Michiel van Diggelen

 
Onderzoek vereist
Het leven van Derkje staat het uitgebreidst beschreven op de Time Machine-pagina èn in het boek van Jessica van Geel. Daarvoor verdienen ze beide een compliment. Ik heb me hierboven voor negentig procent op hun werk gebaseerd. Maar daarmee begeef ik me ook op glad ijs.

De Time Machine-pagina vermeldt geen documenten of bronnen uit de eerste hand, dus ik ben geneigd deze - op zoek naar de waarheid - niet zo serieus te nemen. Op welke oorspronkelijke bron is bijvoorbeeld de zin gebaseerd "Wel is zeker dat Derkje in 1943 is gearresteerd toen ze de gevangenis bezocht"? Er staat helaas ook geen naam bij van de persoon die het stuk geschreven heeft. (Nagekomen bericht, 26 april: inmiddels is de pagina op bepaalde punten aangepast) 

Het boek van Van Geel geeft meer bronnen, maar deze ontbreken volledig voor het verhaal van Derkje vanaf de oorlogstijd. Dit geldt onder meer voor haar bezoeken aan de gevangenis, de arrestatie en waar ze daarna naartoe ging. Dat maakt ook geen sterke indruk.

Ik was onder meer op zoek naar bronnen vanwege 'een gat in de tijd’. Die bedraagt minstens een maand er als je ervanuitgaat dat Derkje is gearresteerd rondom een bezoek aan Truus in de gevangenis en Truus op 27 oktober in Duitsland is gefusilleerd (twee beweringen van Van Geel) en Derkje pas op 26 november in kamp Vught aankomt (daar zijn meerdere bronnen voor).
 

 
Er is meer op te merken over het boek van Van Geel, op zich een knap boek, maar dat past niet in dit stuk over Derkje. Wellicht later.