Op zaterdag 13 september is het in Utrecht weer tijd voor de jaarlijkse Open Monumentendag. Traditiegetrouw zetten monumenteneigenaren in heel Europa in het tweede weekend van september hun deuren open voor publiek.

Het is een van de grootste en populairste culturele evenementen van Nederland, maar wel een met een bijzondere missie: de waarde van monumenten uit te dragen.

De Open Monumentendag laat ieder jaar weer indrukwekkende getallen zien. In Utrecht trekt de Open Monumentendag meestal zo’n 15.000 bezoekers. Landelijk ligt het bezoekersaantal tussen de 800.000 en 900.00, en in heel Europa gaat het zelfs om 20 miljoen.

Zo’n 80 tot 85 procent van alle Nederlandse gemeentes neemt deel aan de Open Monumentendag. In het gemeentelijk beleid speelt de Open Monumentendag een steeds belangrijker rol, in de vorm van citymarketing en promotie voor de regio. En dit alles grotendeels op vrijwillige basis van medewerkers en monumenteneigenaren.

Zo vanzelfsprekend is de aandacht voor monumenten niet altijd geweest. De Open Monumentendag is in het leven geroepen als reactie op de aanloop naar de Monumentenwet van 1988. Met de invoering van deze nieuwe wet werd de monumentenzorg gedecentraliseerd, en daarmee een zaak van gemeentes in plaats van het rijk. Daarmee kwam de monumentenzorg ook dichter bij de burgers te staan, maar hoe betrokken waren zij bij hun monumenten?!

De ingrijpende wijzigingen in wetgeving zorgde voor onrust: was er wel voldoende draagvlak onder de bevolking om monumenten te willen behouden? Vanuit particulier initiatief werd, in navolging van Frankrijk, de eerste Open Monumentendag georganiseerd in 1987.

Het bleek een groot succes: op laagdrempelige wijze werd een breed publiek geïnteresseerd voor het lokale erfgoed. Door eens achter de normaal gesloten deuren te mogen kijken werden mensen zich bewust van de waarde van monumenten. Zo werd het draagvlak vergroot en uiteindelijk de instandhouding van monumenten bevorderd. Een geslaagde formule, die ruim vijfentwintig jaar later nog steeds staat als een huis.

Zo liep het in 2011 storm in Villa Jongerius, waar op dat moment nog volop gestreden werd voor het behoud van de ernstig vervallen villa. Mensen kwamen uit het hele land om het eigenzinnige ontwerp uit 1938 van de Utrechtse zakenman Jan Jongerius van binnen te bekijken. Helaas is de Villa dit jaar niet open tijdens de Monumentendag.

Dankzij de thematische opzet van de Open Monumentendag komt elk jaar een andere groep monumenten voor het voetlicht. Zo stond de afgelopen jaren onder andere religieus erfgoed en groen erfgoed op het programma – doorgaans kwetsbare monumenten, die wegens veranderende of wegvallende functies nogal eens in de verdrukking komen te staan.

Het thema van 2014 is ‘Op reis!’. Onze transportmiddelen zijn in de afgelopen eeuwen sterk veranderd en daarmee is ook veel verloren gegaan. Toch zijn er gasthuizen, brughuisjes, koetshuizen en garages bewaard gebleven die tijdens de Open Monumentendag in Utrecht opengesteld worden.

In de U.T.A.M.-garage aan de Ridderschapstraat, een voormalig koetshuis dat in 1917 werd verbouwd tot garage van de ‘Utrechtse Taxameter en Automobiel Maatschappij’, worden de hele dag toelichtingen gehouden over de bijzondere geschiedenis van dit gebouw. En dat dankzij omwonenden die zich sterk hebben gemaakt om de garage in goede staat te behouden en zich in de geschiedenis ervan te verdiepen.

De UTAM-garage in de Ridderschapsstraat. Foto: Ton van den Berg

Open Monumentendag is een dag van gluren bij de buren, van het beleven van lokale geschiedenis en het verbazen om verborgen schatten in de stad. Maar is ook een dag van stilstaan bij de waarde van monumenten: door aandacht te schenken aan bijzondere gebouwen kan de Open Monumentendag hieraan een steentje bijdragen.

Froukje van der Meulen

Werkgroep Open Monumentendag Utrecht