Op dinsdag 31 maart vindt op Fort De Bilt een bijeenkomst plaats voor docenten in het MBO en HBO over wat te doen bij radicalisering jongeren, het signaleren daarvan en het bespreekbaar maken. Organisator is het Fort van de Democratie Utrecht en medewerker Jan Durk Tuinier schreef onderstaand opiniestuk.

Door Jan Durk Tuinier - Het kon niet lang uitblijven na de aanslagen in Parijs. Zoals bij nagenoeg elk maatschappelijk probleem, kijken politici naar de scholen die moeten bijdragen aan de oplossingen. Staatssecretaris Sander Dekker stelt bij de presentatie van de Veiligheidsmonitor, dat scholen radicalisering harder moeten aanpakken. Dat is niet alleen makkelijker gezegd dan gedaan, heel veel scholen in het beroepsonderwijs zijn al jaren actief bezig om radicalisering te voorkomen.

Er is in Nederland de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan om radicalisering van jongeren te voorkomen. In de interactieve tentoonstelling De Democratiefabriek die momenteel met Huis van De Jeugd door Nederland reist, verdiepen jongeren zich in de beginselen van democratisch burgerschap.

Democratie wordt door de meeste mensen ervaren als vanzelfsprekend. Het tegendeel is waar. Jongeren ontdekken dat zij zelf een bijdrage aan de democratie kunnen leveren. Sterker nog, zonder hun inzet is de democratie incompleet. Ontdekken wat je eigen plek in een democratie kan zijn, is een effectief middel om radicalisering te voorkomen of tegen te gaan. Dat is nog het gemakkelijkst op de eerste trede van de radicaliseringladder, de fase van het idealisme en de maatschappelijke verontwaardiging vanwege onrecht. Jongeren zijn nog bereid om in discussie te gaan, maar dan moet er wel geluisterd worden.

We zullen het proces van radicalisering moeten begrijpen, voordat we iets over democratie en haar spelregels, nadelen en kansen kunnen delen. Kennen we de leerlingen onvoldoende of vinden deze gesprekken niet plaats, dan klimmen jongeren hoger op de ladder, luisteren niet meer naar andere meningen, laten geen twijfel meer toe en sluiten zich af van de school en de democratie. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we vanuit de hoek van de educatie niet veel meer voor deze jongeren kunnen betekenen.

Het is niet vreemd dat veel jongeren de eerste trede van de radicaliseringladder proberen. Het onderzoeken van grenzen, kan leiden tot nieuw bewustzijn en betrokkenheid bij democratie. We moeten ons er dan wel mee bemoeien. Niet moraliserend, maar altijd zoekend naar motieven en argumenten. De woedende uitroep: ‘Jouw democratie is niet mijn democratie’, kunnen we dan opvatten als een signaal dat aandacht en nabijheid vraagt.

Het is wellicht niet de harde benadering die Staatssecretaris Dekker voor ogen staat, het werkt wel. Dat blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek dat in de tentoonstellingen is uitgevoerd. Jongeren ontwikkelen democratischer opvattingen en met name jongens nuanceren hun standpunten, bijvoorbeeld ten aanzien van vrijheid van meningsuiting. Instellingen kunnen geen garanties geven dat geen enkele jongere zal radicaliseren. We kunnen wel ervaringen delen en elkaar bemoedigen om jongeren in het radicaliseringsproces te begrijpen en te motiveren om alleen democratische middelen in te zetten voor hun idealen en af te zien van geweld.

Jan Durk Tuinier werkt als sociaal pedagoog bij de Stichting Vredeseducatie en het Fort van de Democratie. Dit opinieartikel verscheen eerder in De Gelderlander.

Dat vrijheid geoefend kan worden laat een videofilm van het Fort van de Democratie zien.