De stadsbuitengracht in Utrecht is weer helemaal rond en daarmee is een eeuwenoude situatie hersteld. Maar hoe zat het ook alweer met die singel die bijna 900 jaar geleden werd aangelegd? Die vraag stelde conservator stadsgeschiedenis René de Kam zich al een aantal jaren geleden en besloot dat er een expositie en boek over moest komen en dat onder de titel: De ommuurde stad.

De opening van de expositie was eigenlijk eerder dit jaar gepland maar corona gooide roet in het eten, maar wat kan het bommen want de tentoonstelling gaat nu open voor het publiek op dezelfde dag alsdat de singel officieel wordt geopend.

De singel kwam er omdat Utrecht 900 jaar geleden steeds belangrijker werd en voor zijn verdediging ommuurd moest worden. Een singel hoorde daarbij om het eventuele vijanden moeilijk te maken om de stad aan te vallen.

De Kam dook in de historie en de archieven en zocht uit hoe het zat met honderden jaren ommuurde stad. "De tentoonstelling laat de zoektocht van de mens naar veiligheid en bescherming zien en de rol die stadsmuren daar eeuwenlang in speelden" zei hij tijdens de perspreview donderdagochtend. Hij merkte ook op dat Utrecht de eerste Nederlandse stad was die een ommuring mocht aanleggen.

Aan de hand van historische wapens, 3D-reconstructies, animaties, miniaturen, video’s, tekeningen, schilderijen en archeologische vondsten wordt het verhaal over de Utrechtse verdedigingswerken verteld. Daarin zijn er volgens de conservatori twee rode draden te vinden: de mens en de wapenwedloop die door de jaren heen plaatsvond. De laatste maakte uiteindelijk ommuringen onnodig omdat muren niet meer voldoende zijn om een vijand tegen te houden.

De Kam maakte voor de expositie veel gebruik van de eigen collectie van Het Centraal Museum dat talloze afbeeldingen bezit van de stad in vorige eeuwen zoals schilderijen van Joost Cornelisz. Droochsloot. En Het Utrechts Archief leverde de originele en zeer bijzondere tekeningen die Herman Saftleven in de 17e eeuw maakte. Maar ook musea in het buitenland stuurden bijzondere schilderijen waaronder die van Salomon van Ruydael. Wie van Utrecht houdt moet alleen al voor dit onderdeel naar de expositie gaan omdat je goed kunt zien hoe ons Utrecht er eeuwen geleden uitzag.

conservator stadsgeschiedenis René de Kam. Foto: Ton van den Berg

-

Persbericht Centraal Museum:

Het begin van de strijd: wapens en bescherming

Lange tijd werden er door de mens wapens gebruikt, die eigenlijk voor iets anders waren bedoeld, zoals bijlen, speren of pijl-en-boog. Zo’n vierduizend jaar geleden wordt in de bronstijd voor het eerst een wapen gemaakt dat specifiek is bedoeld tegen de mens: het zwaard.

Als eerste, echte gevechtswapen staat het bronstijdzwaard daarom in de tentoonstelling symbool voor het begin van de wapenwedloop. Maar ook meer ceremoniële wapens uit de prehistorie worden getoond, waaronder het beroemde zwaard van Jutphaas dat in 1947 bij Utrecht is gevonden. Dit zeer kostbare zwaard, waarvan maar zes vergelijkbare exemplaren bekend zijn, vertelt veel over de betekenis van strijd en strijders in de toenmalige samenleving. Daarnaast zijn er Romeinse en vroegmiddeleeuwse wapens te zien, waaronder een recent gevonden strijdbijl uit de 9de eeuw.

Zwaard van Jutphaas. Bron Rijksmuseum voor Oudheden, Leiden

Middeleeuwen: grootse bouwwerken en gilden
In 1122 krijgen de Utrechters stadsrecht van de Duitse keizer Hendrik V. Rondom de nieuwe stad wordt een stadsverdediging aangelegd van maar liefst vijf kilometer lang, bestaande uit een gracht en een aarden wal met tufstenen muren en torens. Na de uitvinding van de baksteen rond 1200 worden er steeds meer onderdelen van dit veel goedkopere bouwmateriaal gemaakt. Na enkele grote bouwcampagnes telt de Utrechtse stadsverdediging in de 15de eeuw maar liefst vijftig torens, muren van ruim tien meter hoog, verschillende waakhuisjes en vijf grote poorten.

Reconstructie Tolsteegpoorten omstreeks 1500. (c) Daan Claessen, Erfgoed UtrechtHet laatmiddeleeuwse Utrecht is dan ook een echte vestingstad die maar moeilijk in te nemen is. Dat ondervinden zowel graaf Willem IV van Holland als Maximiliaan van Oostenrijk als zij respectievelijk in 1345 en 1483 de stad belegeren. Zelfs met de dertien enorme slingerblijden of ‘trebuchets’ die Willem IV meeneemt, is Utrecht niet gemakkelijk op de knieën te krijgen.

Tijdens de tentoonstelling is een slingerblijde op ware grootte te bekijken in de museumtuin. Met dergelijke immense apparaten slingerden belegeraars zware stenen en brandende takkenbossen de stad in om de belegerden tot overgave te dwingen. Met deze trebuchet is in 2004 een wereldrecord gebroken: hij schoot een bowlingbal maar liefst 412 meter weg.

Vanaf 1304 was de bewaking van de stad in handen van de 21 gilden; de tentoonstelling toont onder meer gildezegels van deze beroepsverenigingen van handelaren en ambachtslieden waar vrijwel iedere Utrechter verplicht lid van was. Ze waren verantwoordelijk voor de bewaking en het onderhoud van de hun toegewezen gildeslag.

Ook zijn er wapenrustingen te zien van deze middeleeuwse burgersoldaten en een hoorn waarmee de nachtwakers elkaar konden waarschuwen bij onraad. En om een idee te krijgen van wat de gildeleden hadden te bewaken, zijn er nauwkeurige 3D-reconstructies gemaakt van de ommuring in de late middeleeuwen.

Reconstructie vierkante tufsteen muur met toren 12de eeuw. Daan Claessen Erfgoed Utrecht.

Nieuwe muren
De introductie van kanonnen in de 15de eeuw zorgt ervoor dat de stadsmuren moeten worden verlaagd en verstevigd met een grote aarden wal aan de binnenzijde. In 1529 wordt in opdracht van keizer Karel V kasteel Vredenburg gebouwd, waarvan de meeste kanonnen vooral op de stad zelf zijn gericht. Met die dwangburcht wil het nieuwe Habsburgse bestuur een einde maken aan de onderlinge verdeeldheid in de stad, die al eeuwenlang gaande is.

De keizer zorgt er ook voor dat de gehele stadsverdediging onder leiding van de Utrechtse architect Willem van Noort wordt gemoderniseerd met geschutstorens en zeer geavanceerde bastions. Niet zonder reden, want de aartsvijand van de Habsburgers, de Franse koning Frans I, was lange tijd bondgenoot van het vlakbij Utrecht gelegen hertogdom Gelre.

Onder meer kanonskogels, schilderijen en tekeningen van Joost Cornelisz Droochsloot, Abraham Bloemaert en Jan van Bijlert, maar ook delen van een beeld dat boven de hoofdpoort van Vredenburg stond, scheppen een beeld van de roerige tijd vanaf de vijftiende eeuw. Bovendien is er een 3D-animatie te zien waarin wordt uitgelegd hoe de moderne bastions functioneerden.

Verval
Wanneer het leger van de Franse koning Lodewijk XIV in het rampjaar 1672 voor de Utrechtse poorten verschijnt, is de stadsverdediging niet goed bruikbaar meer. Als vervolgens kapitein-generaal Willem III met zijn Staatse leger de stad in de steek laat en zich terugtrekt achter de Hollandse Waterlinie, geeft het Utrechtse stadsbestuur zich vrijwel gelijk over aan de Fransen. Het schilderij De overgave van de stad Utrecht aan de Franse legers op 24 juni 1672 van Lambert de Hondt II, door het museum aangekocht in het najaar van 2018, brengt de overgave in beeld.

Lambert De Hondt II. De overgave van Utrecht in juni, 1672. Foto: Centraal Museum

Tijdcapsule
Honderden kunstenaars hebben zich in de loop der tijd laten inspireren door de Utrechtse ommuring. Salomon van Ruysdael plaatste markante Utrechtse verdedigingstorens in gefantaseerde landschappen. Joost Cornelisz Droochsloot gebruikte de muren en poorten als een bijzonder decor voor zijn schaatsers op de singel. En Herman Saftleven was zo gefascineerd door de Utrechtse muren dat hij daar jarenlang vele uren doorbracht om alles minutieus vast te leggen. Zijn tekeningen vormen een geweldig tijdsdocument dat het mogelijk maakt om vierhonderd jaar later nog steeds een wandeling te maken over de Utrechtse omwalling van de 17de eeuw. Ruim veertig van zijn tekeningen uit acht verschillende collecties zijn in De ommuurde stad te bekijken.

Herman Saftleven, Servaashek met op de achtergrond bastion Manenburg, jaartal onbekend. Collectie: Het Utrechts Archief.

Verbinding met het heden

In de tentoonstelling zijn vier korte films te zien waarin verschillende specialisten die reageren op de historische onderwerpen en die verbinden met het heden. Het gaat daarbij om Denker des Vaderlands Daan Roovers, Commandant der Strijdkrachten Rob Bauer, planoloog en hoogleraar Zef Hemel en historicus en hoogleraar Beatrice de Graaf.

Muren van nu
Verspreid door de tentoonstelling zijn er ook veel hedendaagse invalshoeken van de geschiedenis van de stadsverdediging. Geïnspireerd door Trijn van Leemput, die in 1577 deed wat veel Utrechters wensten en met de sloop van de gehate dwangburcht Vredenburg begon, worden er in de tentoonstelling portretten en verhalen getoond van tien Utrechtse vrouwen die vandaag de dag - figuurlijk - muren afbreken. Ieder op hun eigen manier. De foto’s zijn gemaakt door Zilveren Camera winnares Ilvy Njiokiktjien (Utrecht, 1984). Na afloop van De ommuurde stad reizen de portretten naar diverse wijken in Utrecht.

Corrie Huiding is een van de vrouwen die op de foto is gezet door Ilvy Njiokiktjien.

Podcast
Ook buiten het museum kan men nagenieten van de tentoonstelling. Conservator stadsgeschiedenis René de Kam trok er met oud-NOS verslaggever Jeroen Wielaert op uit om een zestal podcasts te maken over bijzondere, historische plekken in de stad Utrecht en daarbuiten. Zo gaan ze op zoek naar de plek bij Westbroek waar in 1481 een enorme veldslag plaatsvond, waarbij zo’n duizend Utrechters om het leven kwamen. De podcasts zijn te vinden op www.centraalmuseum.nl.

De ommuurde stad is te zien t/m 17 januari 2021, kaarten via www.centraalmuseum.nl

Het boek Ommuurde Stad van Rene de Kam is een uitgave van Spectrum en verkrijgbaar via de boekhandel.

J.C. Droochsloot,.Het beleg van het kasteel Vredenburg te Utrecht in 1577, 1646. Foto: Centraal Museum