Deze zondag was er om 12.00 uur een korte herdenking bij het Utrechtse namenmonument voor het Spoorwegmuseum in verband met Holocaust Memorial Day. Daarbij waren ongeveer 70 mensen aanwezig. 

Het was voor het eerst dat deze dag in Utrecht op deze manier werd herdacht. De organisatoren, twee holocaustonderzoekers uit Utrecht, besloten pas deze week dat deze herdenking er moest komen. Politie en handhaving waren zo vriendelijk op stel en sprong hun roosters om te gooien. Niet dat het achteraf nodig bleek, trouwens.

De opzet van de bijeenkomst was simpel. Doete Regts, één van de organisatoren, hield een toespraak, daarna was er twee minuten stilte en vervolgens was er gelegenheid tot het leggen van een bloemetje of een steentje. Er heerste een waardige, intieme sfeer.

Sinds 2005
Holocaust Memorial Day is op 1 november 2005 ingesteld door de Verenigde Naties door het aannemen van een resolutie (nummer 60/7).

Op deze dag worden wereldwijd de slachtoffers van de holocaust herdacht. De resolutie spoort de lidstaten aan om educatieve programma’s voor jongeren te ontwikkelen zodat de holocaust niet wordt vergeten en genocide in de toekomst voorkomen wordt.  

De toespraak

Welkom iedereen die aanwezig is bij deze eerste Holocaustherdenking in Utrecht.

Mijn naam is Doete Regts en ik ben een bewoner van onze mooie stad.

Vandaag vindt de jaarlijkse Nationale Holocaust Herdenking plaats bij het Spiegelmonument ‘Nooit Meer Auschwitz’ in het Wertheimpark in Amsterdam. 

Internationaal worden de slachtoffers van de holocaust herdacht op Holocaust Memorial Day, dat is morgen op 27 januari. Er werd gekozen voor deze dag omdat op 27 januari 1945 het concentratiekamp en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau door het Rode Leger werd bevrijd. Het kampencomplex bij Auschwitz was de grootste in zijn soort. De nazi’s vermoordden alleen in dit kamp al tijdens de Tweede Wereldoorlog meer dan een miljoen joden, roma en sinti. 

Vier dagen geleden werd ik gebeld door journalist en Utrechter Jim Terlingen. Stichting Vlam, een kleine Utrechtse club, benaderde hem met het idee om op de website Nieuws030 een oproep te plaatsen dat mensen bloemen kunnen plaatsen bij dit monument ter gelegenheid van de Holocaustdag. Geïnspireerd door dit idee benaderde Jim mij of wij samen een stapje verder konden gaan en een echte herdenking konden organiseren in Utrecht. We hadden weinig tijd en middelen tot onze beschikking, maar vonden het te belangrijk en besloten het gewoon te gaan doen. We zijn dan ook bijzonder blij met deze opkomst. 

Tijdens de oorlog werden door de Holocaust meer dan 100.000 mensen die zich in Nederland bevonden omgebracht. 60.000 Nederlandse joden en 245 roma en sinti werden vanuit Nederland naar Auschwitz gedeporteerd. De meesten van hen werden direct na aankomst in de gaskamers vermoord. 

Auschwitz is hét internationale symbool van de Holocaust. Voor de systematische moord op miljoenen joden, roma, sinti, politieke tegenstanders, homoseksuelen, en anderen die door het naziregime als 'onwaardig' werden beschouwd. Het was een plaats van uiterste vernedering, van fysiek en geestelijk lijden, en van vernietiging van menselijk leven.

We herdenken op Holocaust Memorial Day de miljoenen mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog het slachtoffer werden van de gruweldaden van het naziregime. We staan hier ook stil bij de bevrijding van Auschwitz, precies 80 jaar geleden, op 27 januari 1945. Het is een moment om te reflecteren op het onvoorstelbare leed dat daar plaatsvond, en op de verschrikkelijke realiteit van de Holocaust als geheel.

Belangrijk dat wij ook in Utrecht herdenken, want ook Utrechtse joden werden gedeporteerd en vermoord. Achter mij op het namenmonument, hier bij het voormalige station Maliebaan, staan 1239 namen. 

Op de muur staat bijvoorbeeld de naam van Aaltje van Blijdestijn-Jakobs. Ze werd 70 jaar oud. Ze heeft in de straat gewoond waar ik nu woon, in de Bucheliusstraat in Tuinwijk, samen met twee dochters. In totaal had ze vier kinderen. Vlak voor de oorlog verhuisde ze naar een straat verderop met haar dochter Leen. Dochter Til, 29 jaar, trouwde met Jo en verhuisde naar Amsterdam. 

Aaltje had zich vrijwillig aangemeld in de overtuiging dat ze zou gaan werken in Duitsland. Op 27 augustus 1942 werd zij met een stadsbus, onder begeleiding van de Nederlandse politie, thuis opgehaald. Ze stond hen op de stoep voor haar woning op te wachten, in haar mooie zwarte jurk en met een tas in de hand. Voordat ze in de bus kon stappen moest ze haar huissleutels overhandigen aan de politie. Haar buren keken machteloos toe. 

De bus haalde die dag nog meer joden op in de wijk, zoals het echtpaar Siegmond en Dientje Noach die één straatje van Aaltje woonden op de Willem Arntszkade. En de drie gezusters Elisabeth, Saartje en Cato Kuyt uit de Nieuw Koekoekstraat. Bij deze dames woonde Mosis van Blijdenstijn, de zoon van Aaltje. 

Aaltje, het echtpaar Noach en de gezusters Kuyt werden naar dit station gebracht, waar zij op de trein gingen naar Westerbork. De dag erna moesten zij allen op transport naar Auschwitz waar zij werden vergast op 31 augustus 1942.

Er zaten precies vier dagen tussen het moment dat Aaltje en de anderen thuis werden opgehaald en het moment dat zij werd vermoord.

Op het moment dat de gezusters Kuyt opgehaald werden, die 27e augustus, was Mosis, de zoon van Aaltje, verdwenen. 'Vertrokken Onbekend Waarheen'. Meestal betekende dit de onderduik. Mosis van Blijdenstijn werd op 14 mei 1943 vermoord in Sobibor, op 36-jarige leeftijd. 

Dochter Leen was niet thuis toen haar moeder opgehaald werd. Zij dook onder. Leen van Blijdestijn werd gepakt en op 8 september 1943 vermoord in Auschwitz. Net iets meer dan een jaar na haar moeder. Leen werd 33 jaar oud. 

Kort na een razzia in Amsterdam doken dochter Til van Blijdestijn met haar man onder in Haarlem. Hun dochtertje Mirjam werd opgevangen in een pleeggezin in Zwolle. Zij allen overleefden de oorlog. Til met een levenslang schuldgevoel, omdat zij haar moeder er niet van had weten te overtuigen om onder te duiken. Til overleed in 1980 en heeft nooit geweten dat haar moeder werd vermoord in Auschwitz. 

Op het monument achter mij, dat tien jaar geleden werd geplaatst, staat bij Aaltje nog ‘datum en plaats van overlijden onbekend’. Helaas zijn er op dit monument ook andere dingen niet goed gegaan. Aaltjes dochter Leen staat bijvoorbeeld niet op. Ze was over het hoofd gezien, net als bij het namenmonument in Amsterdam.

Inmiddels is ze in Utrecht online toegevoegd. Het bordje op het monument verwijst naar de website waar de correcties te vinden zijn. En vorig jaar is haar naam verschenen op het namenmonument in Amsterdam. Het is belangrijk dat ook haar naam herinnerd wordt.

Een paar jaar geleden waren de namen achter mij de namen van onbekenden. Inmiddels ken ik van een aantal hun verhalen en hun familieleden (en dat geldt natuurlijk ook Jim en andere onderzoekers die hier aanwezig zijn). 

Het leed van de Tweede Wereldoorlog is na tachtig jaar nog steeds voelbaar. En dat is de reden dat ik hier vandaag sta.

Laten we vandaag, in de schaduw van dit monument, aan elkaar beloven om te blijven herinneren, te blijven leren, en te blijven strijden voor een wereld waarin de lessen van de Holocaust ons leiden naar een toekomst van vrede, gerechtigheid en menselijkheid voor iedereen.
  

Vorig jaar  
Collega-organisator van Regts, Jim Terlingen, mopperde vorig jaar op Nieuws030 nog over het feit dat Utrecht geen holocaustdag-herdenking heeft. Nu ondernam hij actie.