Jeroen Wielaert - Onderin Tivoli is Het Gegeven Paard veranderd in een broeierige saloon. Er is een stel vreemde predikers binnengekomen die de sfeer ernstig bederven, onder wie een donkere vrouw. Een van hen loopt naar de bar en roept: ‘Het is een grauwe eeuw! Cowboys brengen indianen om zeep! En u geeft die cowboys te drinken. Dat moet afgelopen zijn!’ Van de andere kant van de bar staat een man met een cowboyhoed op. Hij zegt: ‘Wat is dit voor nonsens? Ik heb nog nooit een indiaan gedood. Het is uitkijken dat ze ons niet doden!’

De eerste Utrechtse Western ooit is begonnen…

Er zit een goed boek in over het vermoorden van alle onschuld in een hardnekkige jacht op oude iconen. Uit mijn eigen cowboy- en indianentijd kan ik me geen moment herinneren dat ik een indiaan wilde ombrengen, laat staan dat ik neerkeek op hun huidskleur.

Later zag ik m’n eerste westerns en documentaires, las boeken, bezocht Amerikaanse musea. Genoeg voor het vorderende inzicht dat niet cowboys, maar Amerikaanse regeringen bruut slagersbeleid maakten van het elimineren en verdrijven van de oorspronkelijke bevolking. Prachtstof voor een volwassen debatavond in Tivoli, na een nieuwe, vrolijke wildwest-middag voor de kids. Betrek er desnoods de slavernij bij en laat de jeugd eerst genieten van Sjors en Sjimmie. In Tivoli zijn ze voorlopig nog niet klaar met het dubieuze vertoon van indianenliefde.

Deze problematiek was afgelopen woensdag in het geheel geen issue op een bijeenkomst van de Utrechtse boekenbranche. Er was iets veel belangrijkers te bespreken: Utrechts nieuw verworven status als Unesco City of Literature. Michael Stoker was uitgenodigd om daar een verhaal over te houden, als directeur van het Literatuurhuis.

Hij vertelde een mooie cowboystory over zijn eenzame tocht naar Parijs om daar Utrecht onder de aandacht te brengen bij de Unesco. Hij trof er een ondoordringbare burcht aan, mocht zijn bidboek aan een balie achterlaten. Dat liet Michael zich niet zeggen, blufte zich een aantal gangen en deuren verder en geraakte zo bij een passende ambtenaar. De rest is geschiedenis.

Directeur van het Literatuurhuis, Michael Stoker

Stoker greep de gelegenheid aan voor een literaire pub-quiz, om de immense literaire betekenis van Utrecht te benadrukken. Ik citeer een aantal vragen, met de door Michael zelf gegeven antwoorden.

Over welke stad gaat het volgende citaat van de Franse filosoof Victor Cousin? ‘Hier stinken de grachten minder dan in Amsterdam. Ik moet bekennen dat ik blij was een stad aan te treffen waar ik vrij kon ademhalen, wellicht met een klein gevaar voor mijn longen, maar met minder gevaar op beschadiging van mijn neus.’

- Utrecht!

In welke stad zag Martin Walser in december 1946 Jean Paul Sartre op een bankje van het Centraal Station?

- Utrecht! Tussen de perrons 3 en 7.

Over welke stad schreef Vincent van Gogh: ‘Ik zag den Dom nog en een andere oude kerk en het academiegebouw, dat heeft zeer veel weg van de Cloisters bij Westminster Abbey.’

- Utrecht!

Waar werd de later beroemd geworden schrijver en filosoof Desiderius Erasmus tot priester gewijd?

- In Utrecht, 1492.

Waar werd de eerste Nederlandse dichtbundel, geschreven door een vrouwelijke dichter uitgegeven?

- Utrecht, Suster Bertken, 1516.

Waar schreef René Descartes de beroemde zin ‘Ik denk dus in ben’?

- In Utrecht, op de Maliebaan 36.

Waar is de grootste Nederlandse bestsellerreeks, met 85 miljoen verkochte exemplaren vertaald in meer dan 50 talen, bedacht, geschreven en geïllustreerd?

- In Utrecht, Dick Bruna’s Nijntje.

Waar werd in 1943 uitgeverij De Bezige Bij opgericht?

- In de Van Limburg Stirumstraat in Utrecht.

Waar vindt zich sinds 1980 het grootste poëziefestival van Nederland met 2000 bezoekers op één avond plaats?

- In Utrecht, De Nacht van de Poëzie.

Wat zou eigenlijk de hoofdstad van Nederland moeten zijn?

- Utrecht.

Wat ís de literaire hoofdstad van Nederland?

- Utrecht.

Tot zover Michael Stoker.
Ik voeg er de vraag aan toe: was Karl May ooit in Utrecht?