Jeroen Wielaert - Utrecht wordt bedreigd door een ernstig verschijnsel: trots. De midden-Nederlandse provinciestad moet hier dringend van verlost worden. De afgelopen tijd heb ik daarover zware waarschuwingen gelezen van bezorgde stedelingen, bekend uit lokale media: de columnisten Wouter de Heus (AD/UN) en Kees van Oosten (Nieuws030).

Als dit waakzame duo niet bestond zou Utrecht helemaal gaan zwelgen in eigendunk. Wat denkt Utrecht wel!

Zelf ben ik een en al naïviteit. Ik ben geboren in Veenendaal, om eens een dorp te noemen. In 1975 ben ik in Utrecht begonnen als student en nog steeds niet afgestudeerd in de gecompliceerde psychologie van de stad. De kern van de problematiek is het onvermogen om trots te zijn op Utrecht. Het is een kwaal die inmiddels ook een naam heeft gekregen: Impotentia Altus Ultrajectum, in het Nederlands beter bekend als het Heus-van Oosten-complex.

Als Utrechter kom ik graag in steden als New York, Parijs, Londen en Barcelona en niet omdat ik wel eens een betere stad wil bezoeken dan Utrecht. Ik reis erheen als gretige bezoeker, met honger naar hun straten, pleinen, gebouwen en sfeer. Steden vol trots.

Utrecht is veel minder beroemd, maar opent zich als geheime parel voor bezoekers uit Barcelona, Londen, Parijs en New York. Het moet een verademing zijn voor deze mensen om niet zoveel toeristen tegen te komen als in eigen stad. In Barcelona zelf hebben bewoners onlangs massaal betoogd tegen de steeds maar toenemende toeristenstroom. Om het dichterbij huis te houden: ik heb vrienden uit Amsterdam die de stad hebben verlaten, omdat ze meenden in een overstroomd openluchtmuseum te wonen.

Media als CNN en Lonely Planet hadden het al eerder opwekkend gesignaleerd: Utrecht is een aantrekkelijk, geheel verborgen Nieuw Amsterdam. Het begon al even voor de aankondiging dat de stad in 2015 wereldstad van de Tour de France wordt. Nu het eindelijk zover is, werkt het des te beter, met extra propaganda van The Guardian – toch niet het eerste de beste toeristenblaadje. Mijn enige zorg is dat Utrecht ook echt zal worden overspoeld. Dan zal het echt een wereldstad zijn geworden.

Het is heel leuk om trots te zijn op je eigen stad. Reden genoeg: een mooi oud centrum, met iconische grachten en toren, fijne stadsparken, karakteristieke wijken met hun eigen architectuur, veel uitgaansvariatie, compleet met een fantastisch muziekpaleis – allemaal bijeen in passende compactheid, met een levendige sfeer. Dat is Utrecht.

Wouter de Heus en Kees van Oosten houden het liever klein, met veel zebrapaden. Natuurlijk is er bestuurlijke problematiek, maar dat hoort bij elke gemeente. Die twee moeten vooral doorkankeren, want dan zijn ze het gelukkigst, als ware Utrechters. Maar ze zeuren wel over een stad van vroeger.