Jeroen Wielaert - De Tour de France is in de herfst van 1902 bedacht als stunt die een noodlijdende sportkrant moest redden: L’Auto. Het idee kwam van wielerredacteur Géo Lefèvre; zijn baas Henri Desgrange stemde aarzelend in.

De eerste editie van 1903 werd een jubelverhaal, met sterk stijgende oplagen. De rest is geschiedenis: een succesvol marketingproject waarin talloos veel miljoenen omgaan. Ik moest daar aan denken bij lezing van de Nieuws030-column van Louis Engelman - proza dat als een dominee op me af kwam. Kan het AD/UN nog wel objectief berichten, vroeg Louis zich af. Ik zou zeggen: het is ze geraden.

Het heeft overigens weinig gescheeld, of ze waren al na 1904 met de Tour gestopt. Dan zou hij nooit in Utrecht zijn gestart. De tweede editie werd een bende met heethoofdige supporters in het zuiden van Frankrijk die voor hevige opstootjes zorgden. Desgrange concludeerde somber: ‘De Tour sterft door zijn succes, door de blinde hartstochten die hij heeft ontketend, de hoon en de verdachtmakingen die ons zijn toegevoegd door dommeriken of slechteriken.’ In Parijs besloten ze door te gaan, na een aantal aanpassingen. L’Auto moest verkocht worden. Juist die ophef was goed voor de cijfers.

L’Auto is aan het eind van de Tweede Wereldoorlog verboden wegens collaboratie met de Duitsers. Desgranges’ opvolger Jacques Goddet zette de Tour de France voort als hoofdredacteur van de nieuwe krant L’Équipe – sindsdien de huiskrant van de ronde. Het is nooit een slaafs propagandablaadje geweest, integendeel, vooral als het over doping ging. Ze houden zich graag aan de waarheid, ook over fraude. Lance Armstrong heeft het geweten.

De NOS heeft al jaren de uitzendrechten voor de Tour de France en is in die zin een vaste mediapartner. Ze zenden uit wat door Franse regisseurs wordt bepaald: de pelotons, de kopgroepen, de bergen, de kastelen, de kathedralen. Toen Mart Smeets nog vaste commentator was haalde hij naast Jean Nelissen bij voorkeur zijn neus op voor de toeristische beelden. Hij zat daar niet om reclame te maken. Bij de NOS hechten ze tegenwoordig vooral aan de kale feiten – ook over doping. Herbert Dijkstra is wel wat meer geneigd om voor te lezen uit het zogenaamde kastelenboek dat alle volgers van te voren uitgedeeld krijgen.

Het Utrechts Nieuwsblad heeft vanaf 2002 ook al heel feitelijk bericht over de Utrechtse Tourlobby. Eenmaal veranderd in AD/UN schreven ze er kritisch genoeg over toen in 2012 de ene na de dopingbekentenis werd gedaan en de Rabobank afhaakte als sponsor voor het evenement. RTL en de Volkskrant grepen naar het instrument van de WOB (Wet Openbaarheid Bestuur) om te graven naar financiële malversaties inzake de Tour. Tevergeefs. Ze konden geen gesjoemel aantonen, laat staan corruptie op FIFA-schaal.

Louis Engelman stelt dat de burger die meebetaalt aan de vier miljoen die de Tour Utrecht kost recht heeft op objectieve informatie over de besteding van het geld. Ik begrijp zijn zorg, maar vraag me af of die ook niet al te principieel is. Prudhomme is er de man niet naar om tegen Nils de Kruijff te zeggen: ‘Gij zult zwijgen over het geld.’ En als het AD/UN dat toch doet, zullen concurrenten als De Telegraaf en de Volkskrant op malversaties duiken.

Zelf ben ik het meest benieuwd naar de opbrengst van de Utrechtse miljoeneninvestering. Rotterdam boekte in 2010 een omzet van 33 miljoen euro. Het is een uitdaging voor AD/UN om als eerste de winstcijfers van Utrecht te publiceren. Ook omdat de oplage van de krant door de komst van de Tour sterk is gestegen.