Henk Westbroek - Het aardige van de Verenigde Staten en van Canada is dat als je daar bij de bakker komt en je spreekt een algemene begroeting uit, elke bezoeker van die winkel je vriendelijk teruggroet.

Als bezoeker ervaar je daar direct dat je welkom bent en dat maakt het wachten tot je aan de beurt bent aangenamer. Een wederzijdse begroeting neemt ook de terughoudendheid weg om met een wildvreemde een praatje te beginnen. En wat doodt de wachttijd nou beter dan een vrijblijvend gesprekje over het weer, de lustmoord van de dag of het bakproces van het betere brood?

Ruim een jaar geleden ben ik met een publicatie in deze krant de Utrechtse actiegroep “Groeten bij binnenkomst & Groeten bij het weggaan’’ begonnen. Met als enig doel de muur van stilte te doorbreken die je ervaart als je om 2 uur een Utrechtse winkel binnenkomt en de moed hebt om “goedemiddag allemaal“ te zeggen.

Ik gaf ook een paar handige tips voor het geval helemaal niemand of slechts een enkeling u terug zou groeten. Een ervan was om onmiddellijk en goed hoorbaar tegen de winkelier te zeggen: “U heeft het maar getroffen dat u alle doven en slechthorenden van onze prachtstad tot uw klantenkring mag rekenen, niet dan?” 

Bij deze hef ik de actiegroep op. Na ruim een jaar begroetingswerk moet ik namelijk concluderen dat de leden van onze actiegroep geen enkele blijvende indruk op de zwijgende meerderheid wisten te maken. En om nou keer op keer, dag in dag uit bij dezelfde slager met vaak ook nog eens dezelfde klanten boos aangekeken te worden als gevolg van een goedbedoelde begroeting? En om dan elke keer weer een ironisch grapje over die demonstratieve onvriendelijkheid te maken? Deze ezel heeft zich pakweg 400 keer aan dezelfde steen gestoten, en net als bij een suf geslagen bokser gaat de handdoek in de ring. 

Hoe het komt dat ouderen het hebben afgeleerd om vriendelijk te groeten en jongeren dat nooit is aangeleerd zal me worst zijn. Het resultaat klinkt immers hetzelfde. Gelukkig kun je tegenwoordig boodschappen thuis laten bezorgen door een bezorger die - op straffe van ontslag - de instructie kreeg om tot 12 uur “Goedemorgen” te zeggen. En om na het middaguur zijn begroeting aan te passen.

Het bizarre is dat ik in Utrecht de meest expliciete klantvriendelijkheid ervaar bij het filiaal van de Jumbo op de Ina Boudier-Bakkerlaan. In die supermarkt kom ik het liefst omdat de vakken er gevuld worden door mensen die we geen mongooltjes meer mogen noemen omdat ze mensen met mogelijkheden moeten heten. En dat klopt. Want ze maken gebruik van de menselijke mogelijkheid om uitgesproken vriendelijk te zijn tegen alle klanten in de winkel. Als ik er een paar pakken melk ga kopen word ik - net als ieder ander - minstens door 5 vakkenvullers begroet en toegezwaaid.

Van Auke - die ik al van kinds af aan ken - krijg ik meestal een klapzoen op beide wangen. U begrijpt nu ongetwijfeld waarom ik soms wel eens 2 keer per dag naar die Jumbo ga. Het liefste moment is dat waarop ik vraag naar - bijvoorbeeld - de vindplaats van gedroogd bakkersgist. Het kan dan zo maar zijn dat een man van een jaar of dertig me aan de hand meeneemt naar het schap waar dat staat. En het vervolgens voor me pakt omdat het helemaal onderaan blijkt te staan en hij niet wil dat ik op mijn leeftijd nog moet bukken.

Onlangs vertelde een verdrietige vakkenvuller me dat ze per 1 april allemaal ontslagen worden. De subsidie die de werkgever voor hun loontje ontvangt stopt dan. Door de harteloze bezuinigingen in de zorg wordt nu ook het laatste stukje winkelbeschaving dat ik in Utrecht ken volledig uitgeroeid.

(Deze column is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is met toestemming van de auteur overgenomen.)