Oud CDA'er Willem Aantjes is donderdag op 92-jarige leeftijd thuis overleden. Dat heeft zijn echtgenote Ineke Ludikhuize bekendgemaakt.

Jan Jansen had in 2012 voor De Oud-Utrechter een interview met de oud-politicus, dat we hieronder in zijn geheel plaatsen.

Hij woont vanaf zijn rechtenstudie in 1945 in Utrecht. Is voormalig fractievoorzitter van de ARP en medeoprichter van het CDA. Is als fractievoorzitter van het CDA afgetreden nadat gepubliceerd werd dat hij lid zou zijn geweest van de SS.

Interview door Jan Jansen

Hij heeft op het CDA-congres in Arnhem, waar leden instemming gevraagd werd een kabinet van VVD en CDA te vormen met gedoogsteun van de PVV, indringend betoogd daar niet voor te kiezen. “Maar ik constateerde met veel andere oudere CDA-prominenten: als ze het met je eens zijn, ben je een oude, wijze man maar als ze het met je oneens zijn, ben je bezig seniel te worden”, zegt de 89-jarige Willem Aantjes. “Ik heb daarna voor het eerst niet op het CDA gestemd maar op Arie Slob.”

Willem Aantjes in 2012. Foto: Jan Jansen

Willem Aantjes is sinds 12 jaar getrouwd met de 34 jaar jongere Ineke Ludikhuize na een huwelijk van 40 jaar met Gisela Braun, met wie hij vier kinderen heeft. “Ik ben geboren en opgegroeid in Bleskensgraaf, in de Alblasserwaard. Mijn gymnasiumopleiding heb ik gevolgd in Rotterdam. Mijn vader werkte bij de PTT en was lid van de ARP. Hij was politiek actief als raadslid, als wethouder en later als burgemeester.”

Na zijn gymnasiumdiploma in 1942 wilde Aantjes naar de universiteit. “In de oorlog moest je een loyaliteitsverklaring tekenen voor de bezetter. Dat heb ik geweigerd. Door contacten van mijn vader kon ik een baantje krijgen als postbode bij de PTT en werd ik vrijgesteld van de Arbeitseinsatz. In juli 1943 moest de landelijke PTT vijftig postbodes aanwijzen om naar Duitsland te worden uitgezonden. Alle jonge mannen werden daar voor het leger opgeroepen. Ik was in het district Dordrecht er één van omdat ik het laatst in dienst was gekomen en geen gezin had.”

Ruim een jaar lang bracht Willem Aantjes post rond in Duitse dorpen. “Moeders wachtten met grote spanning op de postbode omdat ze op brieven hoopten van hun zonen aan het front. Over een getuigenverklaring kreeg ik een conflict met een felle nazi. Ik moest naar Nederland zien te vluchten. Maar hoe? Over straat of met de trein was te gevaarlijk. Ik zou gearresteerd worden. Daarom koos ik een andere vluchtweg. Ik meldde me in Hamburg aan bij de Germaanse SS, een niet-militaire organisatie die jonge mannen als politieagent opleidde om naar Nederland uitgezonden te worden.”

“Ik dacht: als ik eenmaal terug ben, ga ik naar een kerkelijke organisatie en kan ik onderduiken. Er waren er meer die dit als vluchtweg wilden gebruiken. De SS had het door en zorgde voor zware bewaking. Ik moest tekenen voor de Waffen-SS of werd als diensweigeraar beschouwd. Omdat ik niet tekende, werd ik met een groep weigeraars in een vrachtwagen naar Assen overgebracht. Toen we werden uitgeladen, dachten we te worden gefusilleerd. Tot onze grote opluchting werden we in een strafkamp geplaatst om anti-tankgrachten te graven. In dat strafkamp heb ik tot het eind van de oorlog vastgezeten.”

In 1945 ging Aantjes in Utrecht op kamers en rechten studeren. Hij werd politiek actief voor de ARP. In 1959 werd hij gekozen in de Tweede Kamer en in 1971 werd hij fractievoorzitter als opvolger van Barend Biesheuvel, die minister-president was geworden. De drie christelijke politieke partijen KVP, ARP en CHU wilden meer samenwerken en besloten in 1977 tot de vorming van het CDA. Aantjes werd de eerste CDA-fractievoorzitter en toonde zich een principieel politicus. “Ik wilde me voor het CDA-fractievoorzitterschap verkiesbaar stellen, omdat ik bang was dat de KVP als traditionele machtspartij te veel invloed zou krijgen.” 

Dan plotseling een enorme schok in de Nederlandse politiek. Het Nieuwsblad van het Noorden berichtte op 6 november 1978 dat Aantjes in de oorlog lid was van de SS. Historicus Loe de Jong, directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), verklaarde diezelfde avond in een rechtstreeks, door twee Nederlandse televisiezenders uitgezonden persconferentie dat Aantjes bewaker was geweest bij de Waffen-SS.

“Ik was verbijsterd, geschokt en verontwaardigd. Binnen het CDA wist men van de keuzes die ik in de oorlog gemaakt had. De uitleg van Loe de Jong was misleidend maar hier was niet tegenop te vechten. De Jong was een enorme autoriteit, die periode, met zijn boeken en televisie-uitzendingen. Het was een hectische avond. Allerlei mensen dromden samen voor mijn huis aan de Koningslaan. Vreselijk moeilijk voor mijn gezin en mensen die vertrouwen in mij gesteld hadden. Ik besloot direct definitief af te treden want in de politiek kun je je niet een periode terugtrekken om weer later terug te komen.”

Een onderzoek naar de affaire van de commissie-Enschedé wees een half jaar later uit dat De Jong zich had vergist en dat de door Aantjes zelf gegeven lezing over zijn oorlogsverleden juist was geweest. Aantjes was dus nooit bewaker bij de SS en had er geen actieve rol. “Ik voelde me door het onderzoek gerehabiliteerd maar kon niet meer terugkomen in een politieke functie. Loe de jong heeft zijn lezing nooit afgezwakt. Dat gebeurde wel door professor Blom, de Jongs opvolger bij het NIOD, die verklaarde dat de affaire-Aantjes de grootste fout was van het NIOD.”

Aantjes bleef wel maatschappelijk betrokken. “Ik heb veel werkzaamheden gedaan voor de aannemersbond, waarvan ik voor mijn politieke tijd directeur was en werd ook voorzitter van de Kampeerraad.” Hij schrijft nu nog regelmatig opiniërende artikelen in Trouw. Het is een man met een broze lichamelijke gezondheid, maar nog een echte principiële en ongebroken CDA-prominent.